29 februari; Mosomane (Kgalagadi NP) – Nossob Camp (Kgalagadi NP), 110 km gereden

Het is half zes en ik zit op dit moment in het keukengebouwtje van de camping in Nossob te typen terwijl al onze elektra aan het opladen is aan de stroom; dat is er nogal wat, we hebben namelijk twee laptops, twee camera’s, en dus twee camerabatterij-opladers, en twee mobieltjes – en alle kabels om de boel onderling te verbinden met elkaar. We hebben eindelijk de foto’s kunnen downloaden, en het is net gebleken dat een aantal foto’s – niet allemaal – van diegene die ik tussendoor via kunst en vliegwerk heb weten te downloaden corrupt waren. Heel erg jammer, maar gelukkig blijkt het dat dit niet de foto’s van de neushoorns waren die we op 3 meter afstand gezien hebben (het ging om die serie foto’s namelijk). Het lijkt zelfs alsof ik geen enkele foto mis maar dat is moeilijk om zeker te weten omdat ik geen referentie meer heb natuurlijk. In ieder geval zijn we dus weer in een redelijk ‘normaal’ camp en aan het einde van onze tocht. Hans is doodmoe geloof ik maar het is dan ook een hele zware dag geweest voor ons…


’S-ochtends na het ontbijt vonden we een schorpioen tussen het gras. Wat later zagen we een enorme duizendpoot op de grond; die loopt als een goederentrein stevig door en laat twee strepen achter als spoor. Ze zijn rustige beesten en zullen je niet aanvallen, je kan ze zelfs oppakken, maar toch is voorzichtigheid geboden want ze kunnen wel zuur afgeven. Deze duizendpoot was makkelijk 20 cm lang, met een glimmend donkerbruin gepantserd lijf zo dik als mijn duim; ik heb hem voorzichtig opgepakt en op mijn handen laten marcheren, wat een heel gek gevoel is want die pootjes zijn heel klein en het kriebelt!


Het was een prachtige tocht vandaag, over duin na duin en langs mooie pannen, maar voor ons was het behoorlijk vermoeiend omdat de motor constant aan het oververhitten was. Zelfs het schoonmaken van het filter dat Hans gisteren gedaan had had al gauw geen enkel effect meer; zodra de warmte buiten op zijn maximum was (en het was weer eens een lekker hete dag) hoefde er maar iets te gebeuren of de auto raakte weer oververhit. En omdat we vandaag veel over steile duinen moesten rijden en door diep zand, waarbij Hans steeds in lage versnelling een aanloop moest maken om de top van het duin te halen, gebeurde dat dus al heel gauw. We hebben uiteindelijk op een slakkengangetje moeten rijden met regelmatige stops, en raakte op een gegeven moment ver achter op de rest, die vooruit reden om de lunch klaar te maken. Heel erg frustrerend! Maar terwijl we zelf oververhit aan het raken waren en na de zoveelste stop weer begonnen te rijden stak er opeens een enorm groot zwart-wit das-achtig beest de weg over, wel een meter lang… Blijkbaar was het een honing-das, een heel zeldzaam dier, en nog veel zeldzamer overdag aangezien ze nachtdieren zijn! Die hadden we anders niet gezien moeten we maar denken!


De lunch hebben we onder een grote boom aan de weg gegeten; Douwe en Vermaak hadden de tafel en stoelen klaargezet, en Vermaak heeft een prachtig plateau gemaakt van kaas, verschillende vleeswaren, tomaat, augurk en ingemaakte uitjes, met mosterd, mayonaise, chili- en tomatensauzen en vers brood en het oude zelfgemaakte brood van gisteren, met een snoepje als toetje. Het zag er weer eens prachtig verzorgd uit en Vermaak doet het altijd met zoveel humor en plezier!


Na de lunch werd het al gauw weer heel erg frustrerend rijden voor ons, we raakte door de problemen met de motor helemaal achterop en verloren zelfs radiocontact met de anderen, zelfs met Douwe die een hele krachtige radio heeft. Op een sukkelgangetje en met regelmatige stops – om de 8 km – werkte we onze weg door de schitterende duinen, de kilometers aan het tellen totdat we de grotere weg naar Nossob zouden bereiken. Op een gegeven moment tijdens een van onze noodgedwongen stops is Hans uitgestapt om weer eens naar de radiator en de koelvloeistof te kijken, maar dat zag er allemaal goed uit. Uiteindelijk rond kwart voor drie begon Douwe weer binnen bereik te komen – ik kon hem horen, hij ons niet – want hij had de anderen vooruitgestuurd en was zelf omgedraaid omdat hij te lang geen radiocontact had gehad met ons en natuurlijk op de hoogte was van de problemen die wij hadden met de auto… Op zich reden we wel, maar toch was het een heel erg welkom gezicht om hem weer te zien! Hij raadde ons aan om zo snel mogelijk om te schakelen naar 2wd, wat hier inmiddels weer redelijk goed kon, en zo zijn we toch nog redelijk op tijd het kamp ingereden – want in 2wd hoeft de motor niet zo hard te werken en kon dus een (klein) beetje afkoelen!


Het was weer eens moordend warm vandaag dus Hans en ik hebben zitten puffen en zuchten totdat de zon onder begon te gaan; de douche hier was lekker, heerlijk na een paar dagen bush, maar 5 minuten na het afdrogen zweet je weer even hard! Terwijl de foto’s en zo aan het downloaden waren heeft Hans nog even een klein onderbroeken-en-sokken wasje gedaan, wat ook wel weer eens nodig was.


Nossob Camp ligt aan de grens met Zuid Afrika, aan de rivier de Nossob die hier de grens vormt. Dat is trouwens een hele grote rivier maar dan op zijn Afrikaans; hij lag namelijk grotendeels droog en dat blijft hij een groot deel van het jaar. De enigste weg naar de zuidelijke uitgang van het park, en dit kamp zelf, liggen aan de Zuid Afrika kant van de rivier. Je bent dus eigenlijk al in Zuid Afrika maar technisch gezien steek je pas echt de grens over in Twee Rivieren, 160 km zuidelijker. Omdat morgen onze wegen zouden scheiden legde Douwe vanavond nog eens goed uit hoe we de verschillende grensformaliteiten zouden moeten aanpakken en wat we nodig hadden.


’S-avonds hebben we een lekkere stevige lasagne gegeten, met lekkere salades en versgebakken brood en custard toe, en heeft iedereen nog lang gepraat en gelachen want het was toch weer de laatste avond… Omdat ze hier net buiten het kamp een drinkplaats hadden en een uitkijkpunt die op de drinkplaats uitkeek, zijn we om een uur of half tien daar even gaan kijken; wel leuk hoor, 3 jackhalzen en een uil, maar verder kwam er niets opdagen dus na een tijdje zijn we maar naar bed gegaan. Het is ook wel weer eens lekker om niet voor wilde dieren te hoeven kijken als je ’s-nachts naar bed gaat, en gewoon nog even naar de wc te kunnen lopen in plaats van naast je tent te moeten plassen omdat je dat eind in het donker zelfs met een licht bij echt niet moet lopen!


free counters