
Het was vannacht nog steeds snoeiheet, dus we hebben met de ventilatoren vol aan en op ons gericht geslapen, wat wel redelijk te doen was. We moesten vroeg opstaan, half zeven, omdat de rit naar de Canyon om half acht vertrok – maar we hebben rustig kunnen ontbijten, wat overigens ook prima verzorgd was. De tocht was een klein beetje geldverspilling met 33 euro de man (wat we ook al wel een klein beetje verwacht hadden eerlijk gezegd), al viel het als je het nagaat ook wel weer een beetje mee; want de toegang tot het Fish River Canyon Conservation Area kost al 8 euro de man, plus nog eens een toeslag voor het voertuig van een euro, en we kregen twee keer een lekker vruchtendrankje dat hier al gauw voor zo’n 1,5 euro in de winkel verkocht wordt… Maar los van dat en van de uitleg over het verschil tussen berg- en vlaktezebra’s, de geologie van de Canyon zelf en over een aantal fossielen van stromatolieten had de tocht verder weinig toegevoegde waarde. Die stromatolieten-fossielen overigens waren erg leuk om te zien, omdat Hans en ik in West Australië de hedendaagse levende versie ervan gezien hebben!
En de Canyon zelf is natuurlijk fantastisch; na de Grand Canyon is de Fish River Canyon de tweede grootste ter wereld, waarbij de Fish River zelf een van de grootste rivieren van zuidelijk Afrika is… 25% van al het regenwater dat in Namibië valt komt in de Fish River terecht, en dat verklaart ook deels waarom deze Canyon zo spectaculair gevormd is! De rivier zelf lag zo’n 500 meter onder ons, kronkelend in grillige lussen door een prachtige vallei van kliffen en plateaus… Een heel erg mooi gezicht!
Hans ligt nu naast me te snurken op bed terwijl ik zit te typen. We hebben na de tocht nog rustig wat thee gedronken op het terras en zijn toen maar naar onze iets koelere kamer vertrokken om tussen onze twee ventilatoren het heetst van de dag uit te zitten en te rusten. Het is namelijk weer eens lekker warm, vanochtend om 10 uur al 34 graden in de schaduw! We merken vandaag goed dat we beiden lichamelijk een beetje van slag zijn; ik ben weer heel erg veel aan het dromen de laatste nachten en heb behoorlijke buikpijnsteken en lichte diarree en Hans heeft al dagenlang lichte, en vandaag ergere, brandend maagzuur. Waarschijnlijk toch deels door vermoeidheid want de Kalahari tocht was fantastisch maar toch behoorlijk pittig, maar ook deels een beetje stress omdat we nog niets weten over hoe het met de Namib tocht zal aflopen en nog geen contact hebben kunnen maken.
Na een paar uur slapen en rusten zijn we thee gaan drinken en terwijl we op het terras zaten zag ik iets vreemd blauw en geel op een rots… Het bleek een hagedis te zijn met een felblauwe kop en een dikke gele buik met rode patronen erop, terwijl de rest van zijn lijf licht bruinig grijzig rotskleurig was; net een blauwe en een gele stip dus! Hij liet toe dat ik heel dichtbij kwam en ik heb er dus een mooie foto van kunnen maken; later kreeg ik te horen dat het een mannetjeshagedis was in paringskleuren. Terwijl we thee aan het drinken was ging het dikke druppels regenen, en nu we weer op de kamer zijn is het nog steeds aan het druppelen en veel aan het waaien; omdat het ook een paar graden afgekoeld is en we nog meer regen verwachten hebben we lekker de ramen opengezet en de ventilatoren aan, dus we waaien nu weg in onze kamer!
Dat vergeet ik steeds te schrijven geloof ik maar de insecten hier in Afrika zijn enorm… Vanochtend zagen we op de bar een sprinkhaan van wel zo’n 15 cm lang, en alles, van wespen, vliegen, spinnen, sprinkhanen, duizendpoten, libelles, torren en andere kruipende beestjes zijn gewoon GROOT! We zien de afgelopen weken bijvoorbeeld regelmatig grote gepantserde zwarte krekelachtige torren, makkelijk 7 cm lang – blijkbaar zijn ze agressief en spuiten ze zuur, je merkt ook wel dat ze niet bang zijn; als je ze benadert zullen ze niet opzij gaan. Ze zijn soms met honderden tegelijk op de weg, net als de duizendpoten die vooral in Botswana veel de weg overstaken. Waar er veel wildis (en dus uitwerpselen) vind je ook heel veel mestkevers, enorme scarabeeën die als een helikoptertje langs zoemen en met tientallen tegelijk op verse mest te vinden zijn waar ze ijverig bolletjes van draaien en dan voor zich uit rollen.































