Zaterdag 14 mei: Nata – Pandamatenga (Panda Rest Camp): 227 km

De bedden waren heerlijk maar het werd ‘s nachts behoorlijk koud – het is hier tenslotte ondanks de begroeiing een haast woestijnachtig klimaat in de winter, met bloedhete dagen en koude nachten – en we hebben enorm liggen dromen. Van alle enge leeuwen en olifanten in Mana Pools waarschijnlijk, want Roger en Claire vertelde ons gisteravond enthousiast dat het een soort Jurassic Park is wat dieren betreft, waarbij je ‘s nachts in je tentje de olifant naast je hoort ademen, en de leeuwen en wilde honden door het kamp tussen de tenten lopen, of zelfs rennen, op jacht naar de hertjes die in paniek op jou af komen rennen... Slik!

We hebben uiteindelijk besloten om maar een lijn-dag in te lassen en niet te ontbijten, ondanks dat we waarschijnlijk ook geen lunch zouden kunnen vinden. We hebben gisteren en eergisteren meer dan voldoende gegeten, hadden geen honger, en vanavond zijn we al weer in de goede zorgen van Bhejane en komen we ook weer niets te kort. Dus we zijn richting de Nata Bird Sanctuary gereden, een kleine 8 kilometer van de lodge vandaan terug naar het zuiden, en beroemd vanwege zijn flamingo’s. Maar omdat we in 2008 ook hier naar toe waren geweest en geen flamingo gezien hadden, ben ik het nou toch maar even gaan vragen in het kantoortje. Ja, er waren heel veel flamingo’s, maar niet bij de “pan” (grote watervlakte) waar we ze zouden kunnen bezichtigen, maar bij de riviermonding waar we niet mochten komen vanwege de natheid van het terrein... Tja dan houdt het op, zo bijzonder was deze Sanctuary nou ook weer niet en als er geen flamingo’s zijn vinden we het niet de moeite waard om nogmaals entree te betalen om naar een lege watervlakte te mogen staren! Dus zijn we weer richting het noorden gereden, richting Pandamatenga. Eerst alleen nog even tanken bij het plaatsje Nata zelf, een klein plekje dat belangrijk is vanwege het feit dat het op een kruispunt ligt, de enige enigszins noemenswaardige plaats tussen Kasane in het noorden en Francistown in het zuiden is, en omdat er 3 tankstations staan. Wij moesten hier bijtanken, maar er was bij 2 van de 3 tankstations geen diesel te krijgen, alleen bij de Shell wel gelukkig dus daar hebben we de tanks weer flink vol kunnen gooien. We hebben een gewone tank waar ongeveer 80 liter in kan, schatten we, en daarnaast een extra “long range” tank waar nog eens 80 liter in gaat. Die heb je hier in dit soort gebieden hard nodig want er worden soms lange afstanden gemaakt en sowieso weet je (zelfs in een wat groter plaatsje zoals hier) niet altijd zeker of je overal kunt tanken!

Het was vandaag niet zo’n lange afstand om te rijden, maar wel vervelend want al was het een rechte weg, dit stuk “snelweg”, ruim 100 kilometer, is in Botswana berucht vanwege de potholes. En al waren de potholes een stuk erger geworden sinds 2008, ze waren wel begonnen met alles op te knappen, alleen dat doen ze gelijk over de hele 135 kilometer lengte in plaats van stukje voor stukje. Dus we hebben ruim 100 kilometer gereden op een noodweg, een dunne laag teer die inmiddels zelf ook al vol met hobbels, bobbels en gaten zat vanwege het vele zware vrachtverkeer dat er over heen dendert. En afgaand op de enorme hoeveelheid olifantenstront die we op en naast de weg zagen liggen stikt het hier van de olifanten die de weg als openbaar toilet gebruiken, alleen houden ze zich overdag vanwege de wegwerkzaamheden ver van de weg. Jammer, ik had het wel weer leuk gevonden om net zoals in 2008 opeens een olifant op de snelweg te zien! We hebben wel een klein duikertje gezien, een minihertje.

Op een gegeven moment reden we achter een 4WD auto die duidelijk voor kamperen en reizen gebruikt werd, en omdat ze net zoals ons redelijk rustig reden en niet racete naar hun bestemming vermoedde we dat ze bij onze groep hoorde. En inderdaad toen we in Pandamatenga stopte om te tanken (helaas, geen brandstof te krijgen) bleek dat ze bij de groep hoorde: een ouder Nederlands echtpaar die al 50 jaar geleden naar Zuid-Afrika waren geëmigreerd en nooit meer terug geweest waren naar Nederland. Toevallig! Toen door naar Pandamatenga Rest Camp, waar we de mannen van Bhejane al zagen staan en de tenten al klaarstonden. Er zijn 4 mannen mee van Bhejane: twee jonge hulpjes (allebei blank dit keer), en twee gidsen: Frank, de eigenaar (die we nog nooit ontmoet hadden maar indirect al veel contact mee hebben gehad), en John, die we kennen van onze Ivory Trail tocht in 2009! Leuk dat we iemand van de bemanning kennen, dat is altijd fijn! John is op deze reis de kok, en hij is blijkbaar mee omdat hij de volgende Zimbabwe tochten gaat gidsen.

We hebben gelijk na aankomst en kennismaken met iedereen onze tent ingericht: we hebben dit keer in plaats van opblaasmatjes 11 kilo van onze 2 x 20 kilo ruimbagage opgeofferd aan twee veldbedjes, en we hopen dat het het waard zal zijn! Het zal in ieder geval beter slapen dan de grond of zo’n dun matje... de slaapzakken erop gooien, kleine opblaaskussentjes erbij, de rugzak met toiletartikelen en schoon ondergoed, en onze tent is klaar. Al met al maar zo’n 5 minuten bezig, heerlijk (we houden ervan om efficiënt te zijn op reis...)! We zitten nou in de schaduw van een boom te suffen en te wachten tot de rest van de groep er is, het kampvuur aangaat en het tijd is om het programma door te nemen en te eten... Volgens Frank en John, die gelijk even hallo kwam zeggen, bestaat de groep maar uit 11 mensen. Dat zou ideaal zijn, een konvooi van 6 auto’s plus begeleiding dus, perfect! En van die 6 auto’s kennen wij al 2 echtparen: Roger en Claire en Paul en Lin... dat is lekker; lekker dat het een kleine groep is en lekker voor ons dat we al de helft kennen... als de rest van de groep er is gaat één van de mannen van Bhejane met jerrycans (geleend van iedereen die er over hadden, zoals wij) op zoek naar extra brandstof, voor de zekerheid. Op een gegeven moment hebben we een van de 2 zakken drop die we bij hadden (een kilo zacht zoete drop waar Douwe, onze gids in de Kalahari in 2008, gek op is) tevoorschijn gehaald en Hans heeft ze aan de keukenploeg gegeven. Er waren gelijk kreten van herkenning want de jongen die Paul heet heeft een broer met een Nederlandse vriendin die regelmatig lekkernijen meeneemt, en John kende drop ook en was er dol op... Dus een paar uur later was de zak al weer bijna leeg!

Paul en Lin kwamen al gauw aanrijden, dus dat was natuurlijk weer een leuk weerzien – dat is al weer 1,5 jaar geleden, met onze Ivory Trail-tocht! En wat later kwamen ook Roger en Claire aanrijden: we hebben met z’n zessen een tijd staan kletsen, herinneringen ophalen en lachen met elkaar. Gezellig! Na een tijdje verhuisde we echter naar de schaduw, het was namelijk al ruim 32 graden...

De rest van de groep was tegen 5 uur bijna allemaal aangekomen, alleen één persoon die alleen reisde ontbrak nog. Maar we hadden ondertussen dus al kennis kunnen maken met bijna iedereen, en het belooft wel een gezellige groep te worden; er is een stel die nog nooit met Bhejane heeft gereisd (waarvan zij nogal een popje lijkt te zijn, en we ons afvragen of ze überhaupt ooit gekampeerd heeft), maar voor de rest is iedereen minstens 2 keer mee geweest met een Bhejane-tocht (voor ons is het inmiddels ook al de 4e keer). Op een gegeven moment tegen het einde van de middag werd het kampvuur opgestookt, en konden we koffie en theewater pakken, dus ging iedereen rond het kampvuur zitten babbelen tot de zon onder ging en het steeds donkerder werd. De laatste persoon van de groep kwam pas rond half 7 aanzetten, toen het al behoorlijk donker was, en toen kon Frank beginnen met zijn welkomst- en introductiepraatje en werd daarna het eten geserveerd. Ossenstaartstoofpot met rijst, groente, sla en “potbrood” (brood gebakken in een grote gietijzeren pot met hete kolen erbovenop en eronder), met fruitsla en custard toe, lekker! Tegen de tijd dat iedereen aan koffie toe was hebben wij de stroopwafels gepakt die we ook meegenomen hadden en hebben daarmee getrakteerd: ze werden enthousiast ontvangen, men vond ze heerlijk! En Paul van Bhejane is nou onze beste vriend en komt “toevallig” al aanlopen als ie nog maar geknisper van plastic hoort want hij is gek op drop maar zelfs nog meer op stroopwafels, en hij weet dat er nog wat over zijn...

Uiteindelijk was het tijd om naar bed te gaan, morgen zou een vroege start zijn met ontbijt om 7 uur en heet water en koffie vanaf 6 uur, half 7. De rest van de groep was al lang naar bed toen Roger, Claire, Paul, Lin en wij ook uiteindelijk om half 10 naar bed gingen. Het was inmiddels al behoorlijk afgekoeld, bijna koud zelfs!

Zaterdag 14 mei: Nata – Pandamatenga (Panda Rest Camp): 227 km

free counters