Zondag 14 april: Pointe Noire, Congo Brazzavile – 266 km gevaren

We hebben een ellendige nacht gehad, het was zo heet in de hut; we hebben geen oog dichtgedaan. Bovendien had ik lichte buikpijn, en Hans flinke buikpijn en diarree. Tegen de ochtend aan ging het met Hans gelukkig iets beter, hij durfde zelfs wat toast en jam aan met het ontbijt, en bij mij heeft het gelukkig niet doorgezet. Maar wat het nou is dat dit veroorzaakt kon hebben, we hebben geen idee; het enigste wat we kunnen verzinnen is dat Hans misschien een slecht stukje gerookte zalm had bij het avondeten of zo... We kwamen om 7 uur aan buiten Pointe Noire, zoals de bedoeling was, en werden pas rond 9 uur de haven naar binnen geloodsd; net zo makkelijk. Al die tijd hebben we voor de haven rond moeten dobberen; op een gegeven moment hebben ze zelfs maar het anker neergelaten, want we gingen voorlopig echt nergens heen! Rond 10 uur was de douane en havenpolitie klaar en konden we van boord – twee uur later dan oorspronkelijk gepland... Maar net als in Angola hoefde de douane ons niet persoonlijk te zien; nu maar hopen dat we wel het stempel gekregen hebben!



En onze vraag gisteren tijdens de briefing over of er geen alternatief voor een middag in het hotel doorbrengen was, lijkt een halve revolutie veroorzaakt te hebben. Vanochtend werd er namelijk omgeroepen dat er bij de receptie een lijst lag waarop men zich op kon geven als ze zin hadden in avontuur en met een bus rond wilde rijden in de omgeving, en daarvoor bereid waren de lunch over te slaan... er was haast een stormloop en van de 105 passagiers aan boord hebben 67 zich opgegeven voor de “avontuur-bus”!!! Er was dus duidelijk wel meer nodig dan 1 bus; uiteindelijk reden we met 1 tourbus en 2 minibusjes weg, begeleid door Conrad en Steve, twee ervaren Zuid-Afrikanen die hun hart en ziel in de Afrikaanse bush hebben zitten en waar wij graag mee praten en naar hun lezingen luisteren. En uiteraard hadden we weer politie-escorte, een motor die zich met ware doodverachting en loeiende sirenes in het tegemoetkomende verkeer wierp en ze van de weg af dwongen zodat wij langs konden! Onderweg gebeurde er van alles langs de weg en zagen we ook van alles; allerlei kraampjes en winkeltjes en mensen, heerlijk! Onze lokale gids deed in het begin nog wat gebouwen aanwijzen en in gebrekkig Engels uitleggen hoe en wat, maar had er na een tijdje geen zin meer in en toen ging ze op de grond van de bus zitten.



We werden eerst naar een museum in Diosso gebracht, het regionaal museum Ma-Loango... Voor zover we konden vertalen vanuit het Frans (de museumcurator sprak geen Engels en onze lokale gids had geen zin meer om nog iets te doen geloof ik), was dit gebouwtje van 11 bij 8 meter groot vroeger het paleis van een of andere koning, en toen hij stierf werd het tot museumpje omgetoverd. Er was weinig aan, maar het was wel grappig om te zien hoe het zo ver weg van alles in de bush stond, en de oude gebouwtjes en oude museumstukken waren ook wel leuk om even naar te kijken. Het was bloedheet, en de lucht was vreselijk vochtig, dus we plakte aan alle kanten en zaten te puffen van de warmte...



Na dit museum gingen wij naar de kloof bij Diosso, een andere bezienswaardigheid hier; de rest van de groep, zeg maar de niet-avontuuriers, zouden deze twee dingen ook doen in omgekeerde volgorde, en dan naar het schip gebracht worden voor de lunch, om daarna teruggebracht te worden naar een super-de-luxe hotel in de stad waar ze de rest van de middag aan het zwembad met wifi door zouden kunnen brengen. Wij, de avonturiers, zouden echter in de omgeving rond gaan rijden in onze drie bussen en zien wat we onderweg tegen zouden komen. Klonk goed en iedereen in onze bus had er veel zin in! De kloof van Diosso was erg mooi; een groot hoefijzervormig gat in de grond met grillige geërodeerde richels van rode moddersteen die opgevuld waren met jungle.



Er was nog een tweede uitkijkpunt over de kloof, maar de twee minibusjes die al vooruit waren gereden om mensen daar af te zetten en de rest dan er naar toe te pendelen (de weg was zo slecht dat de tourbus er niet overheen kon) raakte verdwaald en konden het niet vinden. Geen tweede uitkijkpunt dus. Maar goed, met goede moed gingen we naar een dichtbijgelegen hotel-restaurant aan het strand waar we een plaspauze en een drankje konden nemen, en toen was het weer door, op pad. Tien minuten later kwamen we bij een afslag waarbij onze lokale gids aangaf dat er nog een uitzichtspunt over diezelfde kloof was, 5-10 minuten rijden de afslag in. Conrad en Steve gaven aan dat de lokale gids de mensen in de minibusjes dan daar moesten afzetten en gelijk terugkomen om de volgende lading te halen.



De tourbus waar Hans en ik in zaten was weer te groot om daar in te kunnen, dus wij stonden lekker in de schaduw langs de weg te wachten tot de minibusjes voor hun volgende lading kwamen... Er kwam van alles langs, overbeladen taxi’s, mensen, een schitterende bijeneter voor de vogelaars onder ons, het was best leuk. En we stonden maar te wachten: een kwartier, een half uur, drie kwartier, een uur... Conrad en Steve raakte steeds verder oververhit want de lokale gids die met de minibusjes mee was nam haar telefoon niet meer op, de chauffeur weigerde een stap te verzetten zolang de lokale gids er niet was want daar had hij niet de autoriteit voor, en het duurde maar! Tussendoor kwam nog één leeg minibusje opdagen, maar inmiddels hadden we zo lang staan wachten dat Conrad en Steve zoiets hadden van, haal iedereen maar terug en dan zien we wel verder. Ten einde raad probeerden ze zelfs nog de chauffeur wat smeergeld toe te stoppen om alvast met ons verder te rijden, maar zelfs dat weigerde hij! We zaten dus hartstikke vast en konden geen kant op...



Uiteindelijk verschenen de twee minibusjes weer, vol met onze passagiers, en de lokale gids die deed alsof haar neus bloedde; ze had de minibusjes, in plaats van naar de afgesproken kloof, doorgestuurd naar het strand, een heel stuk verder rijden, en had de minibusjes daar gehouden en niet teruggestuurd, zodat niemand een kant op kon. Inmiddels hadden we vijf kwartier langs de kant van de weg staan wachten, en was het 14 uur – om 17 uur moesten we weer aan boord zijn! Conrad en Steve waren al lang opgelucht dat we iedereen weer bij elkaar hadden en konden de lokale gids wel wurgen, maar we hadden haar nog nodig om terug de stad in te komen, dus ze konden niet boos worden natuurlijk... De rit terug de stad in was haast nog wilder dan de heenweg; onze politie-escorte waren we kwijtgeraakt op de heenweg, maar de buschauffeur kon dat zelf ook wel; dus al spookrijdend en anderen van de weg afdouwend reden we terug Pointe Noire in en naar het luxe hotel.



In het hotel hebben we maar even de mail gecheckt en een verslagje voor het blog weggestuurd; omdat we nooit weten wanneer en of we wifi zullen tegenkomen doen we elke dag een klein stukje schrijven en als mailtje gereed hebben op de smartphone; zodra we internet vinden kan het mailtje weg naarwww.ifttt.com, die het gelijk op ons blogplaatst zonder dat iemand eerst de browser moet verversen. Ideaal!



We zijn nog even naar een kleine souveniersmarkt gelopen vlak bij het hotel, maar dat stelde niet zo heel veel voor. De verkopers deden natuurlijk hun waar aanbieden, maar of het nou is omdat wij consequent “non merci” zeiden, of dat we niet Amerikanen leken, of omdat we de juiste lichaamstaal hadden of dat ze in Congo Brazzaville gewoon niet zo aandringen, maar vaak was een keertje “non merci” zeggen bij ieder stalletje voldoende. Dat is ook niet overal. En die ene die aandrong omdat we onze blik een fractie van een seconde te lang lieten rusten op een masker heeft Hans handig afgewimpeld door zijn favoriete trucje toe te passen; vriendelijk lachen en iets zeggen/gebaren in de trant van “nee zeg, ik vroeg niet de prijs van je hele voorraad!”. (het was ook schandalig duur, de man had er een prijsstickertje opgeplakt van bijna 70 euro, een godsvermogen). Toen de verkoper dat zag als een opening om te onderhandelen keek Hans naar mij, ik schudde mijn hoofd en maakte een beweging om weg te lopen, en toen haalde hij zijn schouders verontschuldigend op naar de verkoper en zei/gebaarde “sorry, mag niet, de baas wil het niet...”. Mannen!!! Maar het werkt wel bijna iedere keer om met rust gelaten te worden.



Na nog even gezeten te hebben in het hotel zijn we om 16 uur op een van de shuttelbusjes richting het schip gestapt. In dat busje was plaats voor 15 man (bij ons zou zo'n zelfde busje 8 man maximaal bevatten), en er waren 14 plaatsen bezet, dus we waren redelijk zwaar geladen. De chauffeur reed als een dolleman door de stad naar de haven; we reden dik 80 km/uur! Eenmaal veilig in de haven aangekomen konden we weer aan boord, waar we eerst nog even thee in de lounge gedronken hebben en een sandwich gepakt (om 16 uur is er altijd wel wat te knabbelen), voordat we aan dek gingen om te kijken hoe we weg zouden varen.



Het was nog altijd gloeiend heet, ook binnen, en er kwam maar geen beweging in het schip. Dus we hebben een tijdje staan kletsen met mensen, en Steve kwam op een gegeven moment aanzetten met een grote bidsprinkhaan die aan boord gevlogen was; wat zijn dat agressieve, alerte insecten zeg! Ze kijken je echt na met hun enge driehoekige hoofdjes en grote ogen, en staan constant in de aanvalshouding. We hebben nog een tijdje met Steve en Conrad staan praten over de ervaringen van vandaag; Conrad voelde zich zo bezwaard dat hij de voorvechter geweest was voor deze “adventure-bus” en het zo in het water gevallen was, dus wij probeerde hem een beetje te troosten dat dit toch ook een bijzondere manier was om Congo Brazzaville te ervaren? En dat hij uiteindelijk toch ook blij mocht zijn dat onze lokale gids ons allemaal netjes terug naar het hotel had gebracht; zo raar als zij bezig was geweest hadden we net zo goed volledig kunnen verdwalen of wie weet wat! Het bleek ook dat zij helemaal geen gids was maar een of andere bankmedewerker die toevallig iets meer Engels sprak dan de rest, en daarom aan de slag was gezet: vandaar ook onder andere haar totale gebrek aan enthousiasme natuurlijk!



Rond 18 uur ben ik de garmin gereed gaan maken voor vertrek: als we in een haven aankomen doen we de garmin uit zodra we aangemeerd zijn. Dan krijgt hij een paar uurtjes rust, want voor de rest staat hij 24 uur per dag aan. Iets voor vertrek doe ik via de laptop de opgeslagen triplog downloaden vanaf de garmin, en dan moet ik de garmin weer aanzetten en de triplog deleten, en de satellieten laten zoeken. Dat duurt altijd even als hij een tijdje uit geweest is, dus ik loop ongeveer een kwartier voor vertrek meestal even naar beneden. Op zee doe ik de garmin even onderbreken om de triplog om de 24 uur binnen te halen: heel frustrerend, ik kan namelijk niet via de laptop communiceren met de garmin als hij aanstaat, maar hij moet aanstaan om de triplog te registreren. Dus dan doe ik hem even 5 minuten uit om de boel binnen te halen – zo'n onderbreking op zulke afstanden en met een snelheid van maximaal 25 km/uur is nauwelijks zichtbaar.



Om 18:30 hadden we onze recap briefing, waarin we voorgesteld werden aan de twee nieuwe leden van het beveiligingsteam, en de ervaringen van de dag besproken werden. En omdat wij en een aantal andere passagiers bang waren dat de “cruise”-mensen hun beklaag zouden doen dat dingen niet zo georganiseerd of soepel verlopen waren als thuis misschien het geval is, spraken wij af om als “expedition”-mensen Conrad en Steve te verdedigen. Er zijn namelijk aanzienlijk wat mensen op dit schip die meer nadruk op de cruise in “expedition-cruise” leggen, terwijl de nadruk op expedition moet zijn! Gelukkig bleek het niet nodig: Conrad is een innemende Zuid-Afrikaan die enthousiast praat en hij wist er een mooi verhaal van te maken – en bood iedereen die met de “adventure-bus” meegeweest was een gratis drankje aan als excuus. De enige vraag die daarop nog gesteld werd in het vragenuurtje was “hoe komen we aan dat gratis drankje”. Dus doel bereikt en eventuele crisis afgewend! Een Australische vrouw stond nog speciaal op om Conrad en Steve namens ons allemaal juist te BEDANKEN voor deze dag, want we hadden toch getekend om mee te doen aan een avontuur? Dat leverde stevig applaus op en een verlegen Conrad.



Heel leuk was ook dat de fotograaf, Wolfgang, een Amerikaans genaturaliseerde Duitser die nog steeds met een karikaturaal Duits accent praat, vandaag bij de briefing voor het eerst wat foto’s van die dag in Congo liet zien in plaats van alleen portfolio-foto’s. Leuk! En je kon merken dat de zaal opleefde en enthousiast was; ons gesprekje van gisteren met Steve over de eigen foto’s gebruiken indien mogelijk was dus duidelijk ter harte genomen, en ik hoop dat Wolfgang en de rest van de expeditieleiders ook kon merken wat voor een verschil er in reactie in de zaal was. We hebben hem naderhand nog een complimentje gegeven erover, want we hadden van Steve begrepen dat hij zelf nooit zo gauw tevreden is met zijn foto’s en dit dus een kleine overwinning moest zijn geweest.



Om 19 uur gingen we eten, en was er nog steeds geen beweging in het schip – zelfs de motoren stonden nog niet aan. We hadden al wel de kapitein om 17:30 over de intercom horen aankondigen dat de bemanning fase 1 en 2 van vertrek konden initialiseren (gepland vertrek stond om 18 uur, en meestal wordt deze code-taal een half uurtje of zo van te voren omgeroepen), maar er kwam maar geen beweging in. Pas tegen het einde van de maaltijd, iets na 20 uur, kwam er eindelijk weer activiteit en konden we wegvaren. Hoe het zat dat we zo laat vertrokken weten we niet, maar we vermoeden dat het gewoon weer eens iets van Afrika is, er ging waarschijnlijk toch op het laatst een ander schip voor of de loods had er even geen zin in of wie weet wat... Het wegvaren in het donker was wel mooi, want alle vrachtschepen (en er liggen er heel veel in en buiten de haven) waren met allerlei lampen verlicht, ze leken wel versierd.



We waren moe en rozig van de hele dag buiten zijn in die hitte en luchtvochtigheid, en plakkerig van het zweet, en na lekker gedoucht te hebben zijn we vroeg gaan slapen; ik geloof dat Hans zijn ogen iets na 21 uur al dichtvielen, ik ben rond 21:30 gaan slapen.


Routes

Dit is de route die we op het land tijdens de excursie gereden hebben:

Dit is de route die we vandaag gevaren hebben:



free counters