Hans heeft na het eten een slaaptabletje ingenomen en op zich een redelijk goede nacht gehad. Ik heb ook redelijk wat hazenslaapjes kunnen doen en we hebben ons geen van beide echt heel brak gevoeld. Uiteindelijk zijn we met al het gedoe bij vertrek met maar een kwartier vertraging geland in Johannesburg! De douane was druk maar ging desondanks best wel vlot, en onze bagage kwam binnen 10-15 minuten uit de slurf.


Eenmaal in de ontvangsthal zagen we niet gelijk onze namen of de naam van onze verhuurder staan op de vele bordjes die opgehouden werden, dus nadat Hans en ik een rondje gelopen hadden en niemand zagen is Hans op de eerste verdieping (wist hij nog goed van onze vorige bezoeken) met onze beide pinpassen geld gaan pinnen. Het maximale op de ene, 5000 rand, en nog eens 3000 rand op de andere. Daarmee zouden we het in ieder geval zo’n 2 weken mee moeten kunnen uitzingen. Terug in de ontvangsthal beneden vond hij dan eindelijk twee mannen van Bushlore die een beetje samen stonden te kletsen en daarmee vergaten waren hun bordjes goed in het zicht te houden, plus onze naam was creatief verbasterd naar iets Italiaans-klinkend, zodat, als je het niet wist of in verband met Bushlore zag, je nooit zou zeggen dat het voor ons was!


Bij de nieuwe locatie van Bushlore in een buitenwijk van Johannesburg (niet zo ver van hun oude locatie maar niet echt een verbetering wat ons betreft, want sfeerloos) hebben we een tijdje rondgehangen tot we aan de beurt waren, het was druk. Maar we werden vriendelijk en prima geholpen door de jonge vrouwelijke accountant die nu tijdelijk hielp aan de balie, en onze chauffeur die ons hier naar toe gebracht had nam met ons de Toyota Hilux door die we gehuurd hadden en deed zelfs even een korte demonstratie van de verschillende 4WD standen. Om 11:30 vertrokken we bij hen vandaan met op de Garmin een shopping mall op zo’n 50 km afstand ingesteld, en daarna zouden we doorrijden naar onze van tevoren geboekte overnachting vlak bij de grens met Botswana.

Eerst zagen we echter een tankstation en omdat we de tank op 3/8e vol gekregen hadden (waarbij dus alleen de oorspronkelijke tank nog gevuld is, aangezien de reservetank als eerste leegloopt, wat we in 2009 als harde les geleerd hebben) besloten we de 160 liter tank maar alvast goed vol te gooien. Bij de “Kolonade” shopping mall, waar we al eens eerder geweest waren, zijn we de supermarkt ingedoken voor boodschappen; vijf 5-liter flessen water, een 750 ml fles water om die te vullen vanuit de grote flessen, twee flessen Roses lime cordial (een soort limoensiroop) voor Hans, en een paar sixpacks prik (met name lekker als opkikker op de hele hete dagen). Verder een paar zakken chips, twee pakjes “natte” biltong (“droge” biltong is zo droog, die is eeuwig houdbaar en moet je vijf minuten op kauwen voor het weer een beetje op vlees begint te lijken, en “natte” lijkt een beetje op gedroogde ham die dik gesneden is), en nog wat mierengif en zo voor thuis. Bij een broodjeszaak in de mall kochten we onderweg naar buiten twee warme kipsausijsbordjes om gelijk als lunch op te peuzelen, want opeens voelde we onze magen rommelen. We hebben de spullen in de auto geladen, alvast wat fris in de koelkast gedaan (altijd zijn het van die onhandige koelkasten die je van bovenuit moet laden maar waar wij zo’n beetje voor op onze tenen moeten staan om erin te kijken, en het zo hoog gemonteerd is in de achterbak tussen de ladebak en het plafond dat er maar weinig door de opening van het deksel past), keken nog even of de parkeerjongen een fooi wilde maar die leek niet meer geďnteresseerd, dus we waren klaar en konden op pad!


Op de N1 waarop we naar het noorden reden moeten we regelmatig tol betalen. Vroeger waren daar overal normale tolpoortjes voor, maar nu zijn steeds meer van die tolpoortjes geautomatiseerd. We merkten namelijk toen we onder een rij camera’s reden vlak na de aankondiging van een naderende tol die betaald moest worden, dat er ergens in de auto een harde pieptoon klonk. En als we door een enkele tolpoort reden waar nog wel mensen zaten om bij af te rekenen, dan klonk precies als we naast die persoon zijn hokje kwamen staan weer diezelfde pieptoon en ging de hefboom open. Ideaal op zich, alleen we vragen ons wel af hoe dat nu verrekend gaat worden met ons achteraf, want al met al (ik heb het voor de zekerheid maar bijgehouden) hebben we potentieel toch best wat tol betaald vandaag! Misschien gaat het van de 2000 rand borg die we voor verkeersboetes en zo hebben betaald. Overigens zit er in deze 4WD hilux voor het eerst dat wij weten een gps-chip die ten alle tijden de locatie doorzendt. Ideaal voor als je in de bush vast komt te zitten en ze je moeten komen helpen.

De weg naar het noorden was prima; eerst een paar honderd kilometer snelweg, zodat Hans redelijk gemakkelijk kon wennen aan het links rijden. Toen werd de weg kleiner en werd het meer een soort provinciaalse weg waar je 100 of 120 km/uur mocht. Om bij Baobab Bushveld Rest te komen leidt de Garmin ons door Mokopane, een drukke, rommelige, lawaaiige chaotische stad waarbij je je echt in donker Afrika waant. We moeten dan in onszelf lachen als we ons voorstellen dat we bijvoorbeeld Hans zijn broer of zus hier meenemen en zo nonchalant zeggen dat ze nog even bij die en die supermarkt binnen moeten stappen om nog wat extra water te kopen. Want het ziet er allemaal zo eng uit en we zijn er ver de enigste blanke mensen, maar Hans en ik zijn ook heus geen helden of levensmoeë idioten; wij stappen hier ook de supermarkt nog even binnen als het nodig is (hebben we zelf weleensgedaan), want er is op zich weinig dreigends aan als je maar een beetje je gezonde verstand gebruikt. Dit is gewoon een provinciaals stadje. Maar het erover nadenken is wel grappig, want mensen zoals onze familie heeft echt geen idee wat we doen en meemaken.

De laatste tientallen kilometers zagen we al wat wrattenzwijnen rondwroeten langs de kant van de weg, en heel veel hornbills – zwart-witte veren en gele snavels, dus volgens Douwe in de Kalahari Woestijn“vliegende bananen”. Hebben ze een rode snavel, want er zijn twee soorten, dan zijn het vliegende chili’s in de volksmond!


Baobab Bushveld Rest lag aan de doorgaande weg naar de grens, dat is voor ons nog handiger dan naar Baobab Farm Cottageste rijden dat 7 km verder op een zandpad lag. Van buiten zag het er goed uit, veel baobabs natuurlijk, maar verder ook leuk aangekleed zoals de Farm Cottages met veel bloemen en bomen en planten. Terwijl we het terrein opreden en keken waar we ons moesten melden en konden parkeren kwam al een jonge zwarte vrouw naar ons toe met de vraag of ze ons kon helpen. Het boerenechtpaar had ons van tevoren gemaild dat ze het druk zouden hebben dit weekend met de familie opvangen van hun buren, die net een zoon kwijt waren geraakt op 18-jarige leeftijd. Dit terrein was volgens de vrouw pas oktober vorig jaar afgerond, gloednieuw dus. En op internet staat dat het luxe accommodatie is, dus we waren benieuwd.

Tja, luxe was misschien een beetje overdreven. Het was een redelijke kamer, maar door de grove afwerking van het gebouw zelf kwam het nogal grof en groezelig over. De sleutel moest gezocht worden, en toen ze hem eindelijk gevonden had bleef hij steken en kreeg ze de deur niet op slot, dus na even bellen naar het "hoofdkwartier" kreeg ze opdracht ons dan maar een andere kamer te geven. De tweede kamer was natuurlijk niet voor ons klaargemaakt dus niet gedweild, en er was geen thee en lucifers in het keukentje, dus die heb ik maar even uit de oorspronkelijke kamer gepakt. Verder prima voor een overnachting "on the road", maar de volgende keer vragen we toch maar weer voor Baobab Farm Cottages, daar is de afwerking toch wat beter wat ons betreft.

We waren natuurlijk moe van de rit en vlucht, zeker Hans, en we zijn al weer een paar jaar niet meer in Afrika geweest, voor het laatst 2013en voor het laatst écht op deze manier rijden 2011en 2012, dus we moesten er weer even aan herinnerd worden dat TIA, “this is Africa”. De vrouw vroeg namelijk toen de kamer opgelost was, wanneer we wilde eten. Nou, het is nu 17:15, doe maar 18 uur graag, we zijn doodop en willen zo snel mogelijk eten en douchen zodat we kunnen gaan slapen. Nee sorry het eten moet nog helemaal gemaakt worden, was 19 uur ook goed? Nee dan liever 18:30 als het niet anders kan, we zijn moe enz… Nee sorry 19 uur… Zucht oké 19 uur is goed, doe maar, maar als het eerder kan dan heel graag eerder want we zijn moe enz. Ja is goed mevrouw. Toen bleek dat de douche alleen maar koud water had, dus moesten we de vrouw weer gaan zoeken en is ze een paar keer op en neer geweest zonder resultaat. Uiteindelijk is Hans de geiser op het terrein maar zelf gaan zoeken om te proberen de toevoer wat verder open of dicht te draaien. Dat lukte gelukkig, en we hadden heet water. Tussendoor kwam ze nog vragen hoe we ons vlees wilde. Iets voor 19 uur kwam de eigenaar een praatje maken, die even langsgekomen was en zijn vrouw excuseerde vanwege de begrafenis. Hij mopperde dat ze ons een andere kamer hadden moeten geven vanwege de herrie van een feest vlakbij, en vertelde dat niet alleen de zoon, maar ook de neef in een auto-ongeluk overleden waren; ze reden vrachtwagens en waren in slaap gevallen en tegen elkaar aangereden. Pffff. Hij zei dat ze het eten wel zouden komen brengen, tenzij we het daar in het eetzaaltje wilde opeten. Nee doe maar hier graag.


Maar ondertussen was het al 19:15, en nog geen eten! Dus we besloten maar eens te gaan kijken waar het bleef, want Hans viel bijna om van de slaap onderhand en we hadden ook honger. In het eetzaaltje zat al een andere gast, een vrouw, te eten, steak en friet, en verder was er niemand te bekennen. Hans liep naar het keukentje, bonkte op de deur, we hoorde wat gestommel binnen en de vrouw kwam naar buiten met een dienblad met afgedekte borden. We besloten het daar ter plekke op te eten en het eten (steak, een worstje en frietjes met salade, kun je binnen 20 min op tafel hebben) was al bijna koud. @#%$##$#!!!! Zucht, yep oké oké het is duidelijk, we weten het weer, TIA. This is Africa. Je hebt er geen controle over, go with the flow en maak je niet druk want het heeft toch geen zin het komt zoals het komt. De steak en de friet waren, ondanks dat ze lauwkoud waren, overigens erg lekker en we hebben leuk gebabbeld met de andere gast en haar man die wat later binnenkwam, dat waren mensen die missionarisposten in Afrika ondersteunde met administratieve en digitale taken. Tijdens het eten waren de brulkikkers in het vijvertje buiten op gang gekomen; wat een herrie! We zijn blij dat we er een eindje vandaan zitten maar we horen ze desondanks nog steeds.

Na het eten hebben we gedoucht, onder een straal die overal leek te gaan behalve over je eigen hoofd en lijf, en lekker een kopje koffie gemaakt van eigen meegenomen één-kops filters en een stroopwafel genomen. En een zak salt & vinegar chips, hmmmm! Met de natte handdoeken voor de 2 cm hoge spleet onder de voordeur hoopte we de meeste muggen en vliegende dingen buiten te houden, en toen was het hoognodig tijd om te gaan slapen, want met name Hans was doodmoe, het is toch erg inspannend dat links rijden en die auto (het schakelen ging bijvoorbeeld nog niet erg lekker, dat moest nog even wennen).

free counters