Vanochtend ging de pomp al om 5:30 aan omdat sommige mensen gisteren hadden geklaagd dat ze te weinig tijd hadden om zichzelf te douchen ‘s ochtends of zo… Pfffff je hebt hier echt geen wekker nodig! En omdat mensen vandaag schijnbaar heel erg lang aan het douchen waren kon je gewoon horen op gegeven moment dat het water op was. Hans en ik hadden zoiets van, we vinden die douche sowieso niks hier, we douchen wel bij de volgende gelegenheid… Hans en ik waren in ieder geval zo rond 6:30 opgestaan en naar boven gegaan voor het ontbijt, en genoten van de mooi zonsopkomst en de ijsvogels en zwaluwen om de boot en in het riet. Rond 7:45 zouden we in de metalen schuiten stappen om naar Sepupa terug te varen.

Er waren twee schuiten en de bedoeling was om snel terug te varen, maar we hebben een echtpaar professionele freelance filmmakers mee op deze trip, en zij waren bezig om hun apparatuur op te zetten op de punt van de ene schuit; misschien om het varen door het riet te filmen of zo? Hans fluisterde me in dat we moesten proberen om in die schuit met hen te stappen, want hij had zo’n idee dat dat weleens de moeite waard kon zijn. En inderdaad, toen we bij hen instapte en vroegen wat hun plannen waren, bleek het dat ze nog wel een shot wilde maken van een duikende visarend, en daarom dus hun apparatuur hadden opgezet op de punt van de boot en geregeld dat de bestuurder de kop van de baars van gisteren zou afstaan aan de visarenden. Klonk goed, dat wilde we ook wel zien! Goede keuze dus…

Wij vertrokken en waren nog geen 20 m verder of we zagen een grote krokodil in het riet liggen! Wat een prehistorische beesten, en zo dicht bij de houseboat… Je kunt echt maar beter niet pootjebaden hier! We bleven een beetje dichtbij de krokodil drijven tot hij opeens het water in schoot en weg was.

Met een lekker stevig tempo scheurde we verder door de slingerende kanaaltjes tot we een geschikt visarend-koppeltje in een boom zagen; de filmmakers konden namelijk natuurlijk niet tegen de zon in filmen dus het luisterde wel een beetje nauw waar ze zichzelf opstelde. De visarenden keken al verwachtingsvol naar ons! De andere schuit vaarde door en wij remde af en stuurde het riet in om niet weg te drijven in de toch wel aanwezige strooming.

De filmmakers gingen zichzelf en hun apparatuur voorbereiden en de bestuurder van de schuit sneed de vissenkop af, en stak stukken papyrus in de vissenkop om hem te laten drijven. De visarenden wisten ondertussen wel dat er iets lekkers kwam en zaten al een beetje ongeduldig te wachten. Toen iedereen klaar was gooide de bestuurder de vissenkop met al zijn kracht zo ver mogelijk in de rivier nadat hij met de filmmaker afgesproken had waar die ongeveer terecht zou komen zodat de camera goed gericht kon worden, en de ene visarend dook er sierlijk op af, maar kreeg hem niet opgetild!

Zijn partner dook er ook op af maar de vissenkop was gewoon te zwaar… Ze probeerden het nog een paar keer maar gaven het toen gefrustreerd op en gingen weer in een boom zitten. Een spectaculaire show om te zien voor ons natuurlijk!

De shot was niet goed gelukt dus de filmmakers vroegen of de bestuurder tegen compensatie de rest van de vis wilde afstaan, en die vond het prima, dus de rest van de vis werd in twee stukken gesneden en er werden nog twee succesvolle pogingen gedaan, en Hans en ik hebben genoten! Eindelijk hadden beide visarenden hun vis gehad en de filmmakers een paar mooie shots van het duiken naar de vis en het oppeuzelen aan de kant, dus konden we weer verder… Wij hadden natuurlijk ook meer dan voldoende foto’s en filmpjes gemaakt, maar wat is het moeilijk om zo’n hele vlucht geheel in beeld en sierlijk te filmen!

De bestuurder gaf flink wat gas want duidelijk dat we achterliepen op het programma! We hebben uiteindelijk bijna 2 uur over de vaartocht gedaan, want na de krokodil en visarenden zagen we nog een paar hele mooie krokodillen, en een karkas van een koe die in het water dreef en af en toe onder water verdween op een manier dat alleen verklaard kon worden doordat een krokodil er af en toe een stukje van onderen af trok. Best wel indrukwekkend!

Om 10 uur kwamen we aan bij het restaurantje en camp waar we vandaan vertrokken waren. Toen iedereen weer zijn spullen in de auto’s geladen had, de piepende koelkastaccu’s gereset hadden (die van ons had waarschijnlijk ergens een draadje los want het waarschuwingskastje in het handschoenenvakje voorin bij mij ging soms al na een halve dag piepen dat de accu gevaarlijk leeg was) en even een plaspauze gehouden, gingen we op pad richting Tsodillo Hills, een UNESCO wereld erfgoed site (net als de Okavango Delta) waar er bijzondere rotstekeningen waren.

Het was een ritje van ongeveer een uurtje over asfalt en toen nog een uur over fijne zandwegen door de zinderende hitte. We waren er rond 12 uur maar gingen eerst de tekeningen bekijken zodat de mannen ondertussen de lunch klaar konden zetten. Het was bloedheet en Hans en ik hebben flink wat water meegenomen want we waren nog niet eens begonnen met lopen of we zweette al!

De tekeningen, 3000 jaar oud en in rode oker geverfd, waren levendig en krachtig getekend in hun eenvoud, maar met name bijzonder was het landschap waar ze zich in bevonden: steile heuvels van gekleurde kliffen, prachtige ruige rotsen en grote blokken, mooie bomen, en gloeiende hitte pfffff! Het was een erg mooie wandeling maar we waren blij als we in de schaduw konden lopen, het was natuurlijk ook het heetst van de dag. We zijn tussen de rotsen gelopen met een lokale gids die zelf zo oud als Methusalem leek maar nog kranig overal overheen en langs liep, en wat uitleg gaf bij alles wat we zagen. Ook wees hij ons bij een van de rotstekeningen op de sporen van een luipaard in het pad waar we zelf net gelopen hadden! Niemand had het gezien maar sommige van de sporen waren nog onbeschadigd.

Om 13:30 kwamen we terug op het parkeerterrein en hebben we onze campingstoeltjes gepakt en die onder de enkele kale bomen gezet om nog een gevoel van schaduw te krijgen. Na een lekkere snelle picknick lunch (pastasalade, altijd lekker) in het parkeerterrein onder de weinige schaduw die er was, reed onze gids met de kok en hulp vooruit om het kamp op te zetten, en gingen wij met z’n twintigen om 14 uur richting onze volgende overnachting, Ngepi Camp in Namibië. Pieter had een beetje ingewikkeld uitgelegd hoe we er moesten komen, maar wij hadden wel vertrouwen in onze garmin en de Tracks4Afrika. Als groep reed bijna iedereen samen weg, want een hoop mensen vonden het duidelijk toch een beetje spannend om alleen te moeten rijden, en tot onze verbazing hadden een aantal auto’s niet eens tracks4afrika kaarten of andere geschikte kaarten! Het is duidelijk een ander publiek dan de meeste (zeer) goed voorbereidde Bhejane-klanten.

We maakte als groepje een korte stop in een supermarktje vlakbij de Mohembo grens met Namibië, en toen was het op naar de grens! We kwamen met tien wagens om 15:30 aan bij de relatief kleine grenspost en het parkeerterrein stond dus gelijk vol! Uit-stempelen uit Botswana ging redelijk snel, want alle collega’s in het piepkleine kantoortje, inclusief de collega’s die eigenlijk aan de in-stempelende kant zaten, sprongen bij om te helpen toen onze grote kudde binnenkwam. Nadat we binnen en buiten het chassisnummer en nog wat informatie in twee verschillende boeken ingevuld hadden (Afrika is administratie, administratie, administratie…) reden we allemaal naar de Namibische kant.

Daar keek de enkele beambte die belast was met douane en immigratie enigszins verschrikt en gelaten naar de hoeveelheid werk die opeens om 16 uur op een hete dag binnenkwam, maar ging dapper aan de slag. Zijn collega van de verkeerspolitie had de slimme gedachte om de rij van twintig mensen alvast formuliertjes te geven voor de wegenbelasting die betaald moest worden. Dat hielp, en na niet al te veel tijd (alles is relatief…) waren we klaar. Pfffff.


Het was al weer bijna 17 uur toen we eindelijk als groep wegreden! Op zandwegen, door een gebied dat duidelijk een soort reservaat was. En inderdaad, zoals Pieter ons ook geïnstrueerd had moesten we ons uittekenen bij het bezoekersboek van het park waar we nu doorheen reden. Hans en ik zullen het nooit begrijpen, wat heeft het toch allemaal voor nut!

Om 17:45 kwamen we eindelijk aan in Ngepi, een kamp aan de Kavango rivier, de rivier die de Okavango voedt. Ngepi is zelfvoorzienend wat betreft stroom en water en zo en heeft allerlei boomhutten in bomen aan het water gebouwd, grotendeels open met buitendouche en zo, zodat je zo optimaal mogelijk kunt genieten van de natuur om je heen. Leuk, zeker, en mooie ligging en mooi aangelegd, maar het is ook op zijn best gezegd erg rustiek… Hans was er niet al te kien op want we hadden hier een paar nachten in 2008 geslapen en het was toen wel heel erg rustiek geweest. Plus we hebben het idee dat de leiding persoonlijk niet heel erg sympathiek is, of misschien erg onpersoonlijk en afstandelijk (het is moeilijk er precies de vinger op te leggen) ondanks de hele sympathieke boodschap en uitstraling. Maar goed, we zouden er het beste van maken en mooi is het zeker in ieder geval!

Wij werden naar een van de boomhutten aan het einde van het langgerekte kamp gestuurd, nummer drie. Bij de parkeerplaats voor onze auto even het bordje met “vrij” bij het hutnummer omdraaien naar “bezet” en we konden onze hut gaan bekijken. Hij was klein! Echt niet veel meer dan een dubbel bed en wat rieten wanden eromheen, de zitruimte was zelfs volledig in de buitenlucht. Pffff het is toch allemaal niets voor ons eigenlijk, al dat buitenzijn. We vinden het heerlijk om na een dagje buitenzijn lekker tussen vier muren en een dak te zitten…

Hans is gelijk onder de door zonne-energie gestookte douche gedoken terwijl ik even naar de veldkeuken en kampvuur van onze groep liep om te kijken waar dat was. We lagen ongeveer 300 meter van de kampeerplaats af, en moesten dus zeker niet vergeten om alles mee te nemen wat we nodig hadden vanavond inclusief onze lampjes! Ik was blij dat ik het nog even in daglicht opgezocht heb zodat ik straks de weg zou weten.

Toen ben ik terug naar onze hut gelopen en heb ik gedoucht en om 19 uur liepen we samen naar het kampvuur om onszelf daar te installeren. In de koelte van de avond en nacht (eindelijk koelt het vandaag een beetje af!) hebben we lekker gegeten en gekletst. Ondanks dat het kamp rustiek en zelfvoorzienend is, midden in de bush ligt en je moet oppassen voor de nijlpaarden, is het desondanks toch ook de 21e eeuw en is er bij de receptie een goede internetverbinding. Te gek!

Terug in onze hut hebben we onszelf ‘s avonds geïnstalleerd op het bed – er was nergens anders plek tenslotte, of je moest buiten willen zitten! Ik heb een anti-muggen spiraaltje aangestoken, we hebben de matten van de voorkant van de hut neergelaten om onszelf het idee van vier muren te geven (overal nog kieren van vele centimeters, maar dat is helaas niet anders), en toen heb ik de klamboe zo goed mogelijk om het bed gedrapeerd zodat we ons veilig in ons coconnetje konden terugtrekken en na wat lezen en computeren te gaan slapen. Het valt ons overigens enorm mee met de muggen.

free counters