AUGUSTUS 2017: NAMIBIË, ZAMBIA, MALAWI

De wekker ging om 6 uur vanochtend, helaas had Hans een hele slechte nacht gehad met veel wakker worden. We hebben al onze spullen ingepakt en alles wat we van Bhejane gehuurd hadden in de tent gelaten.

Om 6:30 verzorgde Sanana nog een lekker warm ontbijt voor iedereen. Toen iemand vroeg of hij thuis ook kookte voor zijn vrouw zei hij grinnikend dat hij haar altijd vertelde dat hij niet kon koken, maar alleen de bakkies schoonmaakte en de tenten opzette.

Na een hartelijk afscheid van iedereen zijn Hans en ik om 7 uur samen met een ander echtpaar die dezelfde weg nemen als wij naar Katima Mulilo gereden. De bewaker bij de poort van het kamp heeft zijn roeping bij de CIA gemist, volgens mij, want hij liet ons het registratieboek invullen alsof het staatsgeheim was en rapporteerde aan iemand (wie zou daar in godsnaam in geïnteresseerd zijn) via de radio dat we het kamp gingen verlaten…

Wij wisten hoe erg de weg was, met zijn ongelofelijk grote en diepe potholes, en ik had op de gps de slechtste stukken gemarkeerd dus we konden onszelf en het andere echtpaar redelijk efficiënt er doorheen loodsen. Ook hielp de tip van Paul, eerder deze week bij een slecht stuk weg, om te letten op remsporen, als waarschuwing voor aankomende slechte stukken… Op die manier konden we relatief efficiënt de ergste stukken navigeren.

De 200 km was in het begin en einde prima, alleen de 100 km in het midden varieerde van “af en toe een gat”, tot “af en toe wat asfalt”. Het andere echtpaar was er redelijk van onder de indruk, we hadden niet overdreven toen we iedereen die deze weg overwoog vertelde van onze ervaring ermee, maar ze zagen er ook de humor ervan in, het was een mooi verhaal thuis! We hebben halverwege het slechte stuk een korte pauze gehouden, en gek genoeg, als je je voorbereidt op het ergste vielen de potholes zelfs nog wel enigszins mee – we wisten dankzij de heenweg wat ons te verwachten stond, dat scheelde al enorm!

Om 10:50 waren we al bij de Zambiaanse grens, waar we met een stempel in ons paspoort, afgeven van een formulier en het invullen van twee registerboeken gauw klaar waren in het keurige kantoortje. Het andere echtpaar had nog zat Zambiaans geld en vroeg heel slim aan de beambte of hij iemand kende die dat kon wisselen; daarmee voorkwamen ze de vals geld wisseltruc en/of slechte koers die ze anders zouden krijgen, want de beambte was welwillend, belde iemand, en al gauw kwamen 4 wisselaars het kantoortje binnen. Het viel ons op dat eentje heel rustig en gedecideerd kwam praten met de man van het echtpaar, en drie hem lastig gingen vallen met “geweldige deals”. Maar de man liet zich niet afleiden, stapte naar het loket en vroeg welke van de vier de vriend was van de beambte; die wees de rustige aan en stuurde de andere drie weg. Nu kon de man rustig gaan onderhandelen.


Maar hij was er nog niet, want we merkten dat de wisselaar nog allerlei trucjes probeerde om een slechtere koers te verkopen. De man was heel alert en deed alles samen uittikken op een rekenmachine, maar desondanks probeerde de wisselaar bijvoorbeeld te vermenigvuldigen in plaats van te delen, waardoor hij minder zou moeten geven, totdat hij doorkreeg dat het redelijk kansloos was om hem voor de gek te houden en de man uiteindelijk een best redelijke wisselkoers gaf.


Toen konden we door naar de Namibische kant, die voor ons nog eenvoudiger was omdat we een Namibische auto hebben. Eerste moesten we in een legertent een health check doen waarbij het meisje dat de infraroodcamera op ons richtte niet eens keek naar het scherm. Maar we kregen een stempel dat we gezond waren en mochten door. In het kantoor hoefde alleen ons paspoort gestempeld te worden, en het registerboek ingevuld. Het vogelaar-echtpaar was er inmiddels ook net aangekomen. In het kantoortje stonden in een donker hoekje wat aparte dingen zoals een levensgrote kudu van metaal gemaakt. Stond een beetje gek!

Hier namen we afscheid van beide echtparen en reden naar het hek van het terrein, we waren klaar. Daar dacht een verveelde dikke Truus bij het hek anders over: ik groette haar netjes en ze zei al gauw “open” en zwaaide een vinger in de lucht. Open, wat bedoel je? Open the back, het kostte haar duidelijk te veel energie om veel te kunnen zeggen. Terwijl ze zich uit haar kuipstoeltje hees ging ik het zoveelste registerboek invullen en Hans ging naar de bakkie om de zijkanten en de achterkant open te doen zodat ze erin kon kijken. Hij deed zoals je moet doen vriendelijk en behulpzaam, maar vooral langzaam. Toen Truus achterin uitgekeken was, wees ze naar de achterbank en zei “open now”. Ze wilde in onze bagage kijken. Ze zocht waarschijnlijk niets maar ze had de tijd en wilde even haar macht uitoefenen. Dan moet je zelf zeker niet ongeduldig worden want dan ben je echt de pineut. Dus ik wroette halfslachtig een beetje rond in de eerste tas en wees op de vuile kleren en benadrukte vrolijk dat alles “vuile was” was. Hans en ik maakte allebei grapjes en deden alsof wij ook alle tijd hadden, en het werkte, na nog maar één tas en wat vuile bloezen en broeken gezien te hebben was ze het zat. “Ok go”. Dat lieten we ons geen tweede keer zeggen en we waren er gelijk vandoor! Pffff Namibië in, relatief gemakkelijk, zelfs met Truus!


We waren om 11:25 door de grens, viel enorm mee qua tijd dus! We hebben in Katima Mulilo gepind, getankt (het eerste tankstation kon geen creditcard aannemen, dus we moesten een tweede opzoeken) en zijn daarna een supermarkt ingestapt want het was onderhand 11:45 en onze magen rommelden. We hebben wat koeken en zo gekocht voor de lunch, een bus “blue death” (Blauwe dood) wat een fantastisch mierenpoeder is, en we zagen een leuke bloes voor Hans en een praktische korte broek voor mij, dus we waren goed geslaagd. Op het parkeerterrein zagen we weer een van de twee echtparen waar we net afscheid van genomen hadden bij de grens!

Rond 12:30 reden we Katima Mulilo uit, we waren goed geslaagd; een volle tank brandstof, geld in onze portemonnee, wat nieuwe kleding en eten en we konden weer doorstomen. We stopte bij de eerste de beste picknickplaats waar er wat schaduw was, om in de gloeiende hitte een plaspauze en lunchpauze te houden. Toen we klaar waren reden we weer verder – 300 km op lekker vlak goed asfalt naar onze accommodatie in Divundu.

Onderweg kwamen we regelmatig auto’s met regeringsnummerborden (NDF) tegen, en veel politienummerplaten (POL) – in een dorpje onderweg stikte het zelfs van de politieauto’s. Rond 14:30 zochten we een plekje in de schaduw waar we even konden stoppen, want Hans had even hard een pauze nodig. We konden niets vinden want bij de meeste picknickplaatsen was de schaduwrijke boom of dood of weg of nog een iel klein plantje. Schoot niet op! Uiteindelijk vonden we een plekje, maar zijn er maar 5 minuten gebleven omdat het buiten zo enorm bloedheet was, pffff. De airco krijgt de auto gewoon niet eens koel vanbinnen, en onze chocola was bijna gesmolten.

Omdat rusten weinig opleverde zijn we op ons gemak doorgereden naar onze overnachtingsplaats, een soort backpackers/lodge-achtig iets vlak naast de brug aan de rivier de Okavango, waar we om 16 uur aankwamen. Een lieve zwarte vrouw ontving ons hartelijk in het kleine cafeetje/receptiegebouwtje, en bracht ons naar onze bungalow in de eenvoudige, gedateerde maar desondanks redelijk nette lodge. We kregen de indruk dat de lodge, die al duidelijk wat ouder was, misschien onlangs overgenomen was door nieuw management, maar hoe dan ook nodig aan een opknapbeurt toe was. Maar desondanks deed het personeel zo zijn best om er iets professioneels van te maken!

Bij onze kleine bungalow met rieten dak hebben we de auto uitgemest en al onze bagage in de bungalow verzameld – de auto was een puinhoop na al die weken kamperen en in de auto leven! Nu was onze kans om de bagage weer een beetje te kunnen herinrichtten, en inpakken wat we de komende dagen niet meer nodig zouden hebben.

Er zat toen Hans op bed wilde gaan liggen om te rusten een grote spin op de muur (de muren zelf waren warm, zo heet was het buiten en de airco in de bungalow kreeg de kleine ruimte nauwelijks koel). Oeps, die moest weg, maar hoe? Er stond nog een fles DOOM, dus Hans spoot die in de richting van de spin, die er vandoor ging en achter het bed viel. Brrrrrrrrr, Hans trok het bed van de muur vandaan om de spin te zoeken en indien nodig de genadeklap te geven, maar dat hoefde niet meer gelukkig, spin zat nu namelijk in de bek van een behoorlijk grote gekko op de muur! Tja, spin-probleem is nu dus opgelost, al hebben we er een ander probleem bijgekregen… Hans is niet zoals ik gewend dat je in de tropen onherroepelijk je huis deelt met andere beesten, en dat een gekko dan misschien eigenlijk nog geeneens zo’n slechte kamergenoot is. Ze hebben elkaar verder met rust gelaten, in ieder geval, net als de tweede, grotere gekko die achter de kast leek te wonen en af en toe naar het plafond en terugliep!

Hans moest wel lachen dat het altijd het geval lijkt te zijn dat als hij doodmoe is, we zo’n kamer met huisdieren krijgen of rieten daken vol van van alles, en als hij verder fris is en nog dagen door zou kunnen gaan, we de goede fijne schone westerse kamers krijgen. Maar de gekko had de spin in ieder geval opgelost en zou waarschijnlijk ook wel ander ongedierte opeten, dus hij heeft zich erbij neergelegd en op bed gerust en tv gekeken terwijl ik wat thee voor ons maakte. Als de waterkoker het kookpunt bereikte ging de airco zachter blazen, om daarna weer stoom op te pikken als de waterkoker afsloeg!


Rond 17:30 vielen Hans zijn ogen dicht en ging hij een dutje doen terwijl ik de administratie op de laptop bijwerkte. Toen het 18:15 was zijn we naar het restaurantgebouwtje gelopen om te gaan eten. Het gebouwtje had geen glas of zelfs geeneens muggenhorren in de raamopeningen, dus we werden allebei levend opgegeten door muggen. Ik ben gauw terug naar de bungalow gelopen om wat Peaceful Sleep te halen, en toen we ons daarmee ingespoten hadden scheelde het gelijk en werden we redelijk met rust gelaten.

Het duurde even voor we eten en drinken kregen, want de sleutel van de koelkast was meegenomen door een collega en de keuken was in een ander gebouwtje, en de serveerster snapte niet direct dat we een menu wilde (en toen ze het gegeven had bleef ze naast ons staan totdat we besloten hadden wat we wilde bestellen) maar het personeel was zo lief en beleefd, en deed duidelijk hun best. Toen de drankjes eindelijk kwamen zaten er geen glazen bij, en toen we om glazen vroegen kregen we na een paar minuten één glas. Het deed ons allemaal een beetje denken aan een “light” versie van Maramba Lodge, waar we in 2008 zo gelachen hebben om hoe alles ging.


Om 19:30 kwam dan eindelijk iemand placemats en bestek brengen; dat was een goed teken! En inderdaad, 5 kwartier nadat we besteld hadden, kwam ons eten. Het lam dat we besteld hadden was alleen meer schaap dan lam en lang gebakken, waardoor het taai was geworden. De frietjes waren best te doen en er was veel sla bij, plus het bord was best mooi gepresenteerd Nadat we gegeten hadden wat we konden en wilde van de slappe friet, lekkere sla en een gigantische berg te lang gebakken lamsvlees, zijn we terug naar onze nog altijd warme kamer gegaan om een kopje koffie en thee te zetten en de rest van een zoete koek die we vanochtend in Katima gekocht hadden op te eten als toetje.

Hans heeft de avond gebruikt om te rusten terwijl ik de puinhoop in de auto terug heringericht heb en onze bagage her-ingepakt. Met name heb ik het zo ingericht dat we de komende dagen uit één tas kunnen leven en de rest in de auto laten, en we hadden in Kaokoland best wat stenen verzameld, die waren nu allemaal veilig ingepakt en alvast ingewikkeld voor de vliegreis over een paar dagen.


Met het gebrom van nijlpaarden in de rivier, geroep van nachtvogels en het zachte getjirp van de gekko’s zijn we gaan slapen, lekker weer eens in een echt bed, zelfs al is de matras maar 5-10 cm dik en op een houten plank gelegd! Omdat we de afsluiting van de kamer voor insecten niet helemaal vertrouwde (grote kier onder de deur en bij het badkamerraam), hebben we onder de klamboe geslapen en hebben we een anti-muggen spiraaltje gebrand naast het bed. De gekko’s zouden hopelijk voor de rest zorgen!

free counters