Donderdag 8 mei: Curio Bay – Milford Sound, 388 km

Het heeft vannacht veel geregend en de wind was ook best fors af en toe; we waren vanochtend bang dat de regen grote modderpoelen gecreëerd zou hebben, maar dat viel gelukkig nog enorm mee. Eigenlijk hebben we onderweg nauwelijks erg gehad in dat het vannacht zo veel geregend had, dus misschien was het alleen zo hevig bij de kust zelf geweest? We hebben weer vanaf vroeg wakker gelegen in bed; nu helpt het natuurlijk ook niet echt als je om 20 of 21 uur gaat slapen, dan ben je heus wel uitgeslapen om 5 uur ’s ochtends, maar toch. Om 7:30 mochten we van onszelf eindelijk opstaan (brrrrr, koud, zo’n koude camper ’s ochtends), en kregen we ook gelijk een smsje van Hans zijn zoon; antwoord op ons smsje van de afgelopen avond – die hadden wij om 19 uur onze tijd verstuurd, maar dat was natuurlijk om 9 uur zijn tijd, dus toen begon zijn dag nog maar net. En nu aan het einde van zijn dag had hij duidelijk even tijd en zin om ons een smsje te sturen; leuk!



Mijn oorspronkelijke plan was om vandaag naar Lake Manapouri te rijden, en dan vanuit daar morgenochtend richting Milford Sound te rijden, wat in kilometers misschien niet zo ver was (zo’n 150 km) maar waar je schijnbaar wel 3-4 uur over moest doen omdat er onderweg zo veel te zien en doen was, en de weg het ook gewoon niet mogelijk maakte om er erg hard te rijden. Vandaag was echter een lekkere rijdag – we hebben heerlijk binnendoor gereden over rustige wegen waarbij we weinig verkeer tegenkwamen. Dus Hans had zoiets van, we kunnen toch ook vandaag lekker doorrijden tot aan Milford Sound zelf? Het rijdt nog hartstikke lekker! Dus besloten we, afhankelijk van hoe laat we in Manapouri aankwamen, om inderdaad misschien maar heel het stuk in een dag te rijden.



Het landschap vandaag was een beetje ruig-Schots hooglandgebergte, met rollende Engelse/Franse velden en hier en daar donkere, ondoordringbare bossen of windvangers van enorme grote denachtige bomen met dikke, grillige stammen. Best mooi! En we reden er zo goed als alleen, wat ook heerlijk was natuurlijk… We zijn gisteren en vandaag alle campers en vrachtwagens kwijt van de eerste twee dagen; die rijden duidelijk meer via de hoofdwegen, en dit wordt wel een “highway” genoemd maar het is niet echt een rechtstreekse hoofdweg, dus er was weinig verkeer. Om vanuit Curio Bay terug op de Southern Scenic Highway te komen moesten we wel zo’n 15 kilometer over een harde vlakke gravelweg rijden, maar dat was ook best wel een mooi ritje dat ons dwars over een berg leidde via allerlei slingers en door een donker bos. Daarna kwamen we iets meer in de bewoonde wereld, met af en toe een klein dorpje of een paar huisjes in het landschap.



En wat we ook veel zagen tussen Curio Bay en Te Anau, waren gedenktekens voor de Eerste en Tweede Wereldoorlogen; kleine, maar ook grote. Zo stopte we in het kleine plaatsje Kennington vlak voor de spoorwegovergang rond een uur of 10 om een kopje koffie te zetten en een sanitaire stop te houden (heerlijk zo’n slakkenhuisje, je hebt alles bij je!), en door puur toeval stopte we naast een mooie gedenkmuur en –poort naar wat nu een tennisbaan was, maar ooit waarschijnlijk een parkje was. Erg leuk om te bekijken, alle plaatsen waar ze gevochten hadden werden erop genoemd, net als alle namen van de mannen die gesneuveld waren.



En een tijdje later, in het plaatsje Tuatapere, zagen we zelfs een speciale herdenkingsbibliotheek! Helaas alleen op bepaalde tijden op vrijdagen open, maar we hebben er een paar foto’s van gemaakt; ongelofelijk eigenlijk, wat was met name de eerste wereldoorlog van een onwerkelijke schaal geweest, , dat zelfs hier, zo ver weg van het gebeuren, mannen en jongens zich geroepen voelde, of gedwongen werden, om te gaan vechten aan de andere kant van de wereld.



Bij Clifden reden we over een rivier met daarnaast een oude kabelbrug die niet meer voor verkeer in gebruik was, en toen we erop af reden om te kijken zagen we dat daar ook weer plaquettes op bevestigd waren – de brug zelf was in 1898 gebouwd, maar na de Eerste en Tweede Wereldoorlogen hebben ze deze herdenkingsplaquettes erop bevestigd en het in een herdenkingsmonument veranderd.



We rijden hier in Nieuw Zeeland links; dat is natuurlijk heel erg wennen, al heeft Hans inmiddels al aardig wat ervaring met links rijden; hij heeft onderhand al een half jaar van zijn leven op vakanties links gereden! Maar toch blijft het opletten, zeker omdat hij zelf dyslexisch én linkshandig is en het dus moeilijk vindt om links en rechts uit elkaar te houden. Ik roep dus ook meestal bij kruispunten of het oversteken van een weg dat hij naar deze kant van de weg of de overkant van de weg moet gaan, of achter welke auto hij aan moet rijden (dat werkt ook goed; volg die blauwe vrachtwagen, achter die rode personenauto aan…). De eerste dag zei ik terloops iets waardoor het links rijden en met name de knooppunten opeens een stuk beter gaan; ik zei dat hij mij gewoon altijd in de berm moest houden. En dat is een ezelsbruggetje waar Hans duidelijk heel veel aan heeft, want ik let nog altijd wel mee op, maar ik hoef eigenlijk nooit meer in te grijpen omdat hij vanzelf al naar de goede kant van de weg neigt. Toch blijft het moeilijk, met name ook dingen als rotondes zijn altijd lastig want twijfelgevallen (hoe moet je eromheen, wie heeft er voorrang, enz)!



We kwamen rond 13 uur in Manapouri aan, en besloten dus definitief om door te rijden naar Milford Sound, wat nog maar zo’n 140 kilometer daar vandaan was. Maar eerst in Te Anau, 20 kilometer verderop en een wat serieuzer stadje tanken, pinnen en nog wat boodschapjes doen (zoals jam, zucht). We stapten de FreshChoice supermarkt binnen en dachten er eindelijk aan om iets uit te proberen wat we steeds vergeten; of het waar is dat in veel Nieuw Zeelandse supermarkten gratis wifi is. Nou waarschijnlijk hadden we net de pech om een keten te kiezen die daar niet aan meedoet of zo, want helaas, geen gratis wifi… Het is hier duidelijk geen Rusland! Daar vonden we op de gekste plekken gratis internet, zelfs midden in stadsparkjes…


Alle informatie die ik op internet gevonden had over Milford Sound waarschuwde dat er in Milford Sound zelf niets was; je moest dus zorgen dat je bevoorraad was en voldoende brandstof om heen en terug te kunnen, en er was eigenlijk ook nergens plek om te slapen behalve een dure lodge, of de gratis parkeerplek bij de steiger waar het schijnbaar getolereerd werd als campers bleven staan voor de nacht. Nou ja, dat zouden we wel zien als we er waren!


De route van Te Anau naar Milford Sound is 120 kilometer lang enkele weg (je moet hem ook terugrijden tot minimaal Te Anau voordat je weer op andere wegen kunt komen), en schijnbaar zou je er minimaal 3 uur, en volgens sommige sites wel 4-5 uur nodig hebben om hem te rijden met alle vele fotostops die je onderweg zou maken. We waren dus erg benieuwd en ook een beetje bang dat het daardoor zou teleurstellen! Want we zijn ons er van bewust dat we onderhand stikverwend zijn wat betreft landschappen en ervaringen, en al wordt Milford Sound en deze route aangemerkt als een van de mooiste dingen om in Nieuw Zeeland te doen, we weten het nog niet zo goed…



Om te beginnen waren de eerste 60 kilometer al niet zo heel spannend; wel mooi hoor, maar nog niet dat je er met stomheid door geslagen bent. Om te beginnen heel veel bos, waardoor je al bijna niets zag van de bergen waar je tussen reed! En af en toe een glimp van een bergrivier, groenwit van het schist-sediment en overduidelijk ijskoud; ook best mooi maar nog niet spectaculair. Op een gegeven moment kwamen we bij de Mirror Lakes aan; dit waren mooie poelen met kristalhelder water in een met mos-begroeid beukenbos wat wel mooi was. De poelen waren ontstaan doordat de slingerende rivier tijdens het veranderen van richting lussen achterliet die afgesloten raakte van de rivier zelf. Ze zouden de lucht en omgeving moeten weerspiegelen, alleen er zwommen steeds eenden heen en weer die dat effect teniet deden… Maar ja, je kunt moeilijk die eenden wegjagen! Niettemin wel mooi hoor, vooral het beukenbos met grote omgevallen woudreuzen die al bijna weer zelf bedekt waren met mos en planten.



Toen we totaal zo’n 80 kilometer van de 120 gereden hadden, begon het landschap te veranderen en ruiger te worden; we zagen af en toe een glimp van een besneeuwde bergtop door het bos en achter de minder ruige bergen ervoor, en de riviervallei werd smaller en de bergen steiler. Er waren al een paar hele mooie uitkijkpunten onderweg. Ook de weg begon meer te slingeren en werd steiler, waardoor alle blikken in de kasten heen en weer beginnen te rollen en af en toe angstaanjagende geluiden maken… We hebben dan gelijk visioenen van rondvliegende jampotten (die overigens sinds zijn aanschaf netjes op bed ligt als we rijden, veel veiliger)… Maar alles bleef redelijk netjes op zijn plek, gelukkig!



Ergens bij de 100e kilometer van de route kwamen we bij Homer’s Tunnel aan; een eenbaans tunnel met stoplichten aan beide kanten; we mochten al gauw doorrijden. Inmiddels waren de vergezichten al bijzonder mooi geworden; dit ging toch nog wel goed komen met de bijzonder mooie route! De tunnel was wel een beetje spooky want erg donker en niet glad afgewerkt, en ook wel een beetje steil naar beneden. Ik had gelezen dat er veel kea’s oftewel Nieuw Zeelandse bergpapagaaien rondhingen bij de tunnel, en toen we eruit reden, reed Hans er zelfs bijna eentje plat die aan het bedelen was geweest bij de wachtende auto’s; ze zijn namelijk schijnbaar hondsbrutaal en in staat om het eten uit je handen te stelen als ze de kans krijgen! We hadden geen zin om te stoppen, dus misschien dat we de kea’s op de heenweg terug omhoog beter zouden kunnen bekijken. Homer’s tunnel was volgens de gps op een hoogte van zo’n 850 meter, en daarna gingen we de laatste 20 kilometer weer snel dalen.



Al gauw na Homer’s Tunnel kwamen we aan bij “The Chasm”; ik had wel op internet gelezen dat dit de moeite waard was, maar waarom precies was me niet echt duidelijk. Ik had er over begrepen dat het een soort waterval was of zo. Ach, watervallen zijn altijd leuk om te bekijken, dus we besloten even te stoppen.



Het bleek wel iets meer dan een waterval te zijn; een bulderend watergeweld dat zich letterlijk door de rots geboord had; hetzelfde idee als de Bourke Luck Potholes in Zuid Afrika, maar dan vele malen groter en wilder. En weer in een mooi varen- en mosbos. Erg mooi dus! Je voelde de grond echt onder je trillen, en hele boomstammen waren dwars door de potholes geramd – één boomstam stak onder de hoogste van de twee kijkbruggen aan beide kanten uit. We konden ons voorstellen dat je hier in de lente gewoon niet mag of moet willen komen, als al het smeltwater naar beneden raast en dit natuurgeweld waarschijnlijk vele malen sterker is; hele stenen en woudreuzen worden als knikkers en luciferhoutjes naar beneden geworpen!



Het landschap om ons heen was inmiddels behoorlijk wild en ruig geworden, en de zon was ook al sinds zo’n 20-30 kilometer geleden aan het schijnen dus we kregen een mooi beeld van de steile scherpe bergtoppen om ons heen, velen met sneeuw bedekt. Erg mooi allemaal! Toen we de Sound zelf in reden waren we een beetje verrast om te zien hoeveel bos er overal was; je zag het water zelf amper, helaas. Ik had gelezen in de lonely planet gids die ik van te voren gekocht had dat een camper-plek in de Milford Sound Lodge 50 dollar voor ons tweeën zou kosten; duurder dan de afgelopen nachten (37,39 en 30 dollar) maar goed, het is niet anders. We overwogen ook nog wel de parkeerplaats, alleen ik had bij de mirrorlakes op een bord gelezen dat er na Homer tunnel nergens wild gekampeerd mocht worden, specifiek óók niet op het parkeerplaats bij Milford Sound (nou, dat lijkt me redelijk duidelijk dus!).



Daar zouden we straks naar kijken, nu eerst even een boottocht voor morgenochtend regelen. We hadden gelezen dat de meeste dagtochten en groepsreizen zich richten op de boten die rond de middag vertrekken, en daarom wilde we zelf wat later op de dag aankomen; dat klopte ook wel met de grote hoeveelheid verkeer die wij onderweg tegenkwamen op de andere weghelft; tientallen bussen en busjes en individuen… op onze weghelft nauwelijks iets. Maar, doordat de meeste bussen rond de middag aankomen, worden individuen aangeraden om óf ’s ochtends, of laat in de middag, met de boot mee te gaan om de grote kuddes te vermijden; het wordt zelfs aangemoedigd met schijnbaar goedkopere prijzen voor deze boottochten. De lunchtijdboot is meestal het duurst.


We reden naar het terminalgebouw waarvandaan de boten vertrekken en ik stapte er naar binnen om te kijken welke boottocht het meest aantrekkelijk was. Maar mijn keuze was al gelijk een stuk kleiner gemaakt doordat de twee goedkoopste organisaties hun balies al gesloten hadden voor de dag; het was pas 16:30, maar goed, het is laagseizoen natuurlijk dus niet helemaal onbegrijpelijk. Alleen Mitre Peak en Southern Cruises waren er nog. De dame van de Southern balie was erg ongeďnteresseerd en die cruise kostte sowieso al 70 dollar pp voor anderhalf uur, en Mitre Peak kostte ook 70 dollar, maar voor 2 uur en een langere route. Dus na even overleggen met Hans buiten ben ik weer terug naar binnen gegaan om de Mitre Peak boot te regelen voor morgenochtend om 9:55. En toevallig vroeg de dame of we met een camper waren en of we al accommodatie hadden, en zei toen dat we ook op het parkeerterrein konden overnachten als we wilde – ze zei letterlijk om gewoon de bordjes “verboden te kamperen” te negeren! Dat werd natuurlijk niet tegen dovenmansoren gezegd… Waarschijnlijk is dit omdat het laagseizoen is en dus niet zo heel druk.



Dus we hebben een goed plekje opgezocht op de parkeerplaats aan het water, en hebben eerst nog even wat rondgewandeld; er was een cafe met wifi maar die was niet gratis en niet toegankelijk. Er is hier zelfs geeneens bereik om te bellen! We zijn nog langs het water gelopen tot een mooi uitzichtpuntje voor een waterval vlakbij, en teruglopend kreeg Hans de schrik van zijn leven toen er opeens iets in de bosjes vlak naast ons bewoog; we dachten eerst een possum (die zien we hier vaak dood langs de weg liggen, en de Nieuw Zeelanders haten ze want ze vreten alles op wat ze tegenkomen), maar het bleek een grote vogel te zijn, die overigens totaal niet onder de indruk was van ons en rustig doorging met besjes eten op amper een meter afstand. Leuk!



Terug in de camper hebben we een eenvoudige doch voedzame maaltijd gemaakt; drie gangen nog wel! Kippensoep vooraf, als hoofdgerecht noodles in kippenbouillon gekookt met hardgekookte eieren en oestersaus, en als toetje Griekse yoghurt met citroensaus. En een paar dropjes… best lekker! Koffie hadden we vanochtend al gehad, we zijn op rantsoen want we moeten er nog een tijdje mee doen… Daarna hebben we nog een tijdje zitten lezen en om ons heen kijken; er was een mooie zonsondergang tegen de bergen om ons heen, en er lijkt nog een ander camperbusje te zullen overnachten. De rest van de geparkeerde busjes en auto’s vertrokken bijna allemaal uiteindelijk toch, zelfs al leken er eerst nog een paar te zullen blijven. Het was niet zo koud als gisteren, maar het werd toch tegen de avond wel frisjes want de lucht is helder, en omdat we geen stroom hadden konden we onze warmte-rammelaar niet aanzetten (je went wel aan het geluid, maar het is wel erg lawaaiig); we hebben een gaskachel in de camper maar die hebben we nog niet in gebruik genomen. Dus kropen we rond 20 uur onder de dekens tegen elkaar aan om wat op te warmen en nog wat verder te lezen en typen, voordat het tijd was om te slapen…


free counters