Toen de gate openging van onze vlucht ging iedereen netjes in de rij staan. We waren dan wel niet meer in Japan maar het leek er toch nog wel een beetje op! De rij werd enorm lang, en het gate-personeel maande iedereen om achteraan te sluiten. Erg efficiënt leek het ons niet echt...

De vlucht naar huis was een zware; de tijd kroop vooruit, we hebben alleen wat hazenslaapjes kunnen doen, er was een baby die constant aan het huilen was, het was onrustig, pffff… Er ging zelfs op gegeven moment een telefoon af! Hans heeft zijn best gedaan om te slapen maar ik heb het na een tijdje maar opgegeven en ben films gaan kijken. Ik heb nu toch nog maar de film 47 Ronin helemaal uitgekeken; ik heb hem eerder deels gekeken maar vond het zo’n onzinverhaal dat ik het opgegeven heb. Nu met iets meer begrip en kennis van de Japanse cultuur en belang van eer snapte ik het verhaal wat beter. Ondanks dat ze allemaal dood gingen was het nu een eervolle dood. Het was schijnbaar een hele populaire legende en het graf van de ronins was een belangrijke bedevaartsoord. Maar het blijft een vreemd volkje!



Eenmaal in schiphol hebben Hans en ik en de rest van de groep een tijd moeten wachten op onze baggage. En Hans en ik merkte dat we na 2,5 week in het veilige, gereguleerde Japan anders keken tegen Schiphol aan; het was er vuil en rommelig (was niet echt zo, natuurlijk, maar wel in vergelijking met Japan!). En ik besefte me opeens dat ik het karretje met de handbagage op wel 5-6 meter afstand van me had laten staan toen ik was gaan praten met iemand. Dat zou ik anders nooit doen, ik hou die altijd bij me, maar ik was door de grote veiligheid in Japan onvoorzichtig geworden! Eindelijk kwam onze bagage en konden we naar buiten, waar de taxi die we van te voren besteld hadden al aan kwam rijden. Lekker naar huis!