Onze kamer van dit hotel is aan de achterkant van het hotel, waar er een grote klimop tegen de muren en bij de ramen groeit. Omdat de kamer best warm is, hebben we ’s nachts het raam open, en ’s ochtends vroeg klinkt het regelmatig alsof er vogels in onze kamer zijn, zo dichtbij zitten die dan te kwetteren als ze in de klimop hangen! Het is vandaag eindelijk echt droog lijkt het, het heeft sinds gisterochtend niet meer geregend.
We zijn om 8 uur opgestaan om te ontbijten, en kregen van Zadra ieder een appeltje. We weten het inmiddels wel zeker, ze kan een reis fantastisch organiseren maar ze heeft gewoon niets met mensen! Om 8:30 waren we terug op de kamer, en kort daarna vertrokken we met onze spullen naar de lobby om te wachten op vertrek. De man van het ouder Belgisch echtpaar (hij is eigenlijk een genaturaliseerde Nederlander) vertelde ons dat hij aan Zadra uitgelegd had waarom de fooi voor de vorige twee chauffeurs in Almaty zo verdeeld was geweest als hij was, want onze chauffeur had schijnbaar geklaagd tegen Zadra en Zadra had het rechtuit gevraagd aan deze man. Hopelijk beseft ze dat die chauffeur niet bepaald een representatieve verschijning is!
Vanochtend vertrokken we om 9 uur, en reden de stad uit.



We reden al gauw buiten de stad langs enorme velden vol maar echt overvol met knalrode wilde klaprozen: ongelofelijk, we hebben ze nog nooit met zovelen tegelijk gezien, een prachtig gezicht! We zijn even langs de snelweg gestopt voor een foto – Kazachen deden dat zelf ook, Zadra vertelde later dat ze zoiets als dit ook maar om de 2-3 jaar zien, zo intens veel tegelijk. Het viel me op dat het een ander type klaproos was dan wij in Nederland kennen, met veel meer meeldraden bijvoorbeeld en nog wat andere aparte eigenschappen zoals een lange dunne zaaddoos in plaats van een klein rond zaaddoosje.






Na anderhalf uur rijden moest de chauffeur stoppen omdat de motor oververhit dreigde te raken – ongetwijfeld een overblijfseltje van de mechanische mishandeling van gisteren…


Na even gewacht te hebben gingen we weer rijden, maar al gauw raakte de motor weer oververhit, het was duidelijk niet te doen. De chauffeur liet de auto uitbollen, startte hem weer en deed hem weer uitbollen. We zaten inmiddels op een rustigere landelijke weg en hebben staan wachten tot het door de gids en chauffeur geregelde alternatieve vervoer kwam opdagen: een nieuwe Toyota Hilux en een (wat) oudere Lada 4WD, toch wel een contrast! Het bleek dat van ons busje de radiator pomp stuk was – onze chauffeur had zelfs al een reserveonderdeel, maar ja, hier zo langs de weg ging het niet lukken om dat snel even te vervangen. Wij moesten dus overladen naar de auto’s, de bus werd vastgemaakt aan de Hilux en zo zijn we, met de bus op sleeptouw, rond een uur of 11 naar een gebouw wat verderop gereden.






Hier werd het busje achtergelaten en onze bagage overgeladen naar de twee auto’s, en terwijl het busje gerepareerd werd, reden we in de twee auto’s naar het heuvelfort van Otrar. Het viel ons op dat de Toyota Hilux hetzelfde model was als dat we in 2018 in Afrika gebruikt hadden – niet onze favoriet met het kleine plastic draaiknopje om naar 4WD te schakelen, in plaats van een lekkere ouderwetse mechanische pook! Omdat Kazachen schijnbaar een vreselijke hekel hebben aan de veiligheidsgordel dragen (niemand doet het behalve als ze denken dat er politie is), had onze chauffeur van deze 4WD een officieel-uitziende (dus massa-geproduceerd en gekocht in een winkel) “sleutel” die hij in de gordelhouder kon klikken zodat het irritante gepiep dat je je gordel niet aanhad zou ophouden. Bizar!









Het was vandaag lekker helder weer, en droog, ook wel fijn hoewel we op zich geen hekel aan regen hebben! Het is hier een stuk vlakker dan de afgelopen dagen, met eindeloze weidse vlaktes en nauwelijks bomen. Af en toe zagen we kamelen in de velden staan, en na een niet al te lange rit kwamen we bij de ruïnes van Otrar aan. Zoals Zadra zelf al een paar keer had gezegd, was er hier eigenlijk niets te zien… En dat klopte eigenlijk ook wel, al hadden ze de poort wel mooi gereconstrueerd. Ook de jongste van de twee Belgische dames was het wel met ons eens, zij had ook zo’n gevoel dat de natuur in Kazachstan erg mooi is, maar de cultuur eigenlijk niet veel voorstelt. Er is gewoon niet zo veel overgebleven van nomadenvolkeren, strooptochten van Genghis Kahn, en de Sovjet Periode… En sowieso hebben we sterk de indruk dat er hier ook geen grote Zijdenroute-steden te vinden waren, met bijbehorende rijkdom, kunst en architectuur. Wel willen de Kazachen zelf graag benadrukken dat ze op de Zijderoute liggen en, zo te merken aan dit reisprogramma, melken ze de paar oude stenen die ze wel hebben zo veel mogelijk uit! Niet dat dat uitmaakt, we genieten hoe dan ook van de reis en zeker ook enorm van de landschappen, we moeten alleen steeds meer een beetje lachen als we naar een ruïne of graf of museum gebracht worden dat eigenlijk niet zo heel veel te bieden heeft.

We hebben gekeken naar de ruïnes van het badhuis en zijn door de stadspoort en naar wat ruïnes in de stad gelopen. Zadra kon of wilde er ook niet zo heel veel over vertellen, hier en daar een paar zinnen en dat was het. Op zich wel lekker, vergeleken met een tweetal die met een andere gids reisde hadden zij het slechter in die zin dat de gids een lange monoloog ophing over alles wat hij wist van de ruïnes – en dat was VEEL… En kwam niet altijd overeen met wat Zadra ons vertelt, we denken dat ze het wel een beetje gelooft met dat gidswerk!





















Na de ruïnes reden we naar een belangrijk mausoleum dat in een mooi parkje lag en Hans en ik werden weer aan alle kanten benaderd of we foto’s wilde maken, op de foto wilde gaan, enzovoort! Het is weekend en er was dus een gezellige drukte bij het mausoleum, ook met allerlei eetstalletjes en souvenirwinkels. Iedere vrouw in onze groep had heel braaf haar haar helemaal weggestopt onder grote sjaals (behalve ik want tot nu toe was dat nooit nodig geweest en de auto was nu toch op slot, ik had dus alleen mijn petje op), maar de lokale vrouwen hadden vaak maar losjes iets over hun hoofd geslagen, of alleen een lap over hun oren gebonden waardoor hun paardenstaart of vlecht nog vol in het zicht hing, en soms zelfs helemaal niets: heel relaxed dus.

































Terug op het parkeerterrein moesten we wachten op twee andere auto’s, want deze twee moesten terug. De bagage werd weer omgewisseld van achterbak naar achterbak, en we konden weer verder. Tenminste, onze auto met ons en de twee Belgische dames ging maar rijden, de rest stond nog te wachten op de andere auto.







We reden in ieder geval door naar Turkestan, waar onze chauffeur op de grens van de stad toch maar zijn veiligheidsgordel aandeed. We kwamen om 14:45 aan bij het hotel (wéér een ander hotel dan gepland, en zichtbaar beter dan het geplande hotel, waar we onderweg langs reden). We hadden heel even de tijd om onze spullen in het hotel te dumpen en om 15 uur vertrokken we alweer als groep richting een café om te lunchen.














We hadden in dit café volgens Zadra een budget van 1500 per persoon voor de lunch, wilde we meer dan moesten we zelf bijbetalen – maar daarvoor konden we prima lunchen, alleen wel op zijn Kazachs: mijn kippenspies (wat is er veiliger dan kip) was een verzameling stukken poot en vleugel, door het bot gehakt. En Hans zijn gehaktspies was vet vet vet… Ach we wennen er onderhand wel aan!




De auto’s hadden ons naar het café gebracht, maar we moesten zelf teruglopen naar het hotel, Zadra leidde ons langs een gevaarlijke weg terug. Om 16:30 waren we terug in het hotel waar de stroom (en wifi) uitgevallen was, en hebben Hans en ik heel gauw even een mini-marsje gegeten als toetje voor we om 16:45 uur weer moesten verzamelen om naar het mausoleum vlakbij te lopen, waar we om 17 uur een afspraak hadden met een lokale gids. Pfffff we zitten op de klok vandaag!






Dit mausoleum was, van een afstandje, voor het eerst deze reis dat we iets “echt” van de Zijderoute zagen, een groot gebouw met koepel, bekleed met blauwe tegeltjes en mooie bakstenen in de stijl van de prachtige gebouwen van Oezbekistan. Maar je zag al gauw dat het ruwer, groffer, van mindere kwaliteit en minder gedetailleerd was – alsof hier de minder goede artiesten waren gebleven en de meester-vakmannen allemaal ontvoerd waren door Timoer Lenk voor zijn paleizen en steden, of zelf op zoek gegaan waren naar roem en geld in de grotere steden van de Zijderoute.
Er liepen buiten trouwpaartjes foto’s te laten maken van zichzelf in deze mooie omgeving, al leek een bruidje meer een Bridezilla en hadden we alvast een beetje medelijden met haar nieuwe man toen ze boos haar hoge hakken uit schopte en op iedereen mopperde nadat ze er bijna zelf over struikelde…



Toch was het zeker leuk om er rond te lopen, al mocht ik geen foto’s maken binnen met mijn fototoestel. Bizar genoeg was foto’s maken met een mobiele telefoon geen enkel probleem! In een uur tijd hebben we de meeste kamers van het grote mausoleum bezocht, van binnen een soort moskee met allerlei zijkamertjes zoals een keuken, een bibliotheek en verschillende ruimtes met graven. We mochten niet naar de tweede verdieping van dit mausoleum als niet-moslims, want dan zouden we “over de graven” lopen volgens Zadra. Voor zo’n religieus gematigd land als dit hebben ze een aantal (bij)geloven die we nog nooit in andere landen zijn tegengekomen.
















































Toen we in het mausoleum uitgekeken waren bezochten we een ondergrondse moskee vlakbij waar een belangrijke schrijver niet ouder wilde worden dan Mohammed zelf, en dus op 63-jarige leeftijd ondergronds is gaan leven als een kluizenaar zodat ook hij nooit meer de zon zou zien. Hij werd twee keer zo oud, volgens de verhalen, dus ruim 120 jaar, en werd heiligverklaard.


















Vlakbij was ook nog een badhuis waar je je na een lange reis kon wassen voor je het mausoleum bezocht. Ook deze was groffer en minder mooi versierd dan andere badhuizen die we eerder bezocht hebben.















Rond 18 uur was de rondleiding klaar want het mausoleum en de bijgebouwen gingen sluiten, en we konden zelf terug naar het hotel lopen voor een kostbare drie kwartier rust, voor we om 19 uur weer vertrokken, nu voor een lokaal diner plus sjamaan. Wel moesten we eerst nog even een kwartiertje wachten op de twee Belgische dames die met een Kazachs stel aan de praat waren geraakt en mee gaan lopen, en de tijd een beetje kwijt waren geraakt!







In een woonwijk konden we bij een gezin thuis eten, en kregen we bij aankomst een ontvangst met accordeonmuziek van een enthousiaste muzikant (die op gegeven moment door de heer des huizes ingefluisterd werd dat hij nu moest kappen). Ze lieten ons in hun buitenkeuken zien hoe ze de gefrituurde broodjes baursak maakte – hmmmmm, vers uit het vet is het allerlekkerste, vinden duidelijk ook de Kazachen zelf, want niet alleen mochten wij er onbeperkt van snoepen, de kinderen en de buurvrouwen die even waren komen kijken (en foto’s maken met ons) snoepte er ook gretig van!























Ook werd er melk gekarnd en mochten we de karnemelk en de verse boter proeven.










Er werd getoond hoe er een vers brood in gietijzeren pannen bereid werd in de kolen, net als in Afrika, en terwijl de dames nog druk baursak aan het frituren waren en aan het roeren waren in een grote pan met water en vlees, konden wij naar binnen.



In het huis was er een tafel gedekt met plastic zeil, met daarop snoep, koekjes, noten en gedroogde vruchtjes die op de meest kitscherige goud-met-diamanten-rozen-etagères die we ooit gezien hebben uitgestald waren, zo lelijk dat het bijna mooi werd! De verse baursak werd los op tafel een beetje om de etagères gehoopt, en ondertussen had de muzikant die ons had ontvangen met accordeon, nu zijn traditionele snaarinstrumenten tevoorschijn gehaald en speelde en zong voor ons. Hij gaf ons zijn kaartje en legde uit dat hij zelf zijn instrumenten maakten en pas nog eentje voor een astronomisch bedrag verkocht had!













Het duurde lang voor er eten kwam, maar dat is een oud Kazachs gebruik schijnbaar – want dan ga je van ellende snoepen van het goedkopere snoepgoed, en eet je dus uiteindelijk minder duur vlees. Er stond een grote kan met melkachtige vloeistof op tafel (ook weer prachtig met goud versierd) en ik was blij dat ik voor de reis een lijstje met typische Kazachse etenswaren gemaakt had. Dit was namelijk koumis, gefermenteerde paardenmelk. Hans en ik konden dus beleefd weigeren, wetende dat we er niets aan miste, en zo te zien aan de blikken van onze medereizigers die wel een slok namen, miste we er inderdaad niets aan!

We kregen twee enorme schalen beshbarmak, het nationale paardenvlees-met-lasagnevellen-met-ui gerecht, allemaal in hetzelfde kookvocht gekookt dat we naderhand als digestieve geserveerd kregen. Tja, smaakte eigenlijk nergens naar behalve een beetje zoutig. Dan was die beshbarmak in het guesthouse een paar dagen geleden smaakvoller. Niet dat het mijn favoriete gerecht is!





Om 21 uur moesten we naar buiten en in een klein kamertje naast de buitenkeuken gaan zitten, wachten op de sjamaan. Ondertussen konden we nog even het verse brood met de verse boter proeven, erg lekker!




De sjamaan kwam samen met twee vrouwen, helemaal in het wit gekleed, en toen kregen we een ongeveer half uur durend ritueel waarin hij in trance zou raken en contact maken met de geesten. Het was bijzonder om te merken dat het ritueel heel erg islamitische gebeden gebruikte, dat hadden we niet verwacht.





Na heel veel monotoon gedeclareer en bel-gerinkel zou de sjamaan in trance geraakt zijn en begon te staan (nadat hij netjes zijn schoenen uit deed en opzijzette), te stampen en draaien, een gloeiende schuimspaan likken en met zijn hielen stampen op een gloeiende schop. Hij blies water op de twee moslima’s in de groep, onze gids en de vrouw des huizes, maar niet op de rest, en af en toe schikte hij iets zoals zijn schoenen of een zakdoek, waardoor wij wel een beetje de indruk kregen dat hij misschien nuchterder was dan hij deed lijken.














Op het laatst ging hij weer op zijn kleedje zitten en mompelde wat dingen die vertaald werden als adviezen en waarschuwingen – vooral voor de vrouw des huizes en Zadra, maar hij had voor de vorm ook wat zeer algemene adviezen (in de trant van, u zult een groot geluk overkomen, en de geesten gebieden u om goed te doen) voor de man van het ouder Belgisch echtpaar.



Om 21:45 was het geheel afgelopen, en konden we naar de bus, waar de chauffeur net wakker werd uit zijn dutje. Het duurde nog tot 22 uur voor Zadra zelf verscheen, maar die moest waarschijnlijk eerst nog afrekenen met de familie en de sjamaan. Schijnbaar had ze al een groot gedeelte van de logistiek en planning verteld aan het ouder Belgische echtpaar en de oude Nederlandse vrouw met wie ze een auto gedeeld had, en vertrouwde ze erop dat wij het wel van onze medepassagiers zouden horen. Het blijft een beetje bizar.

We reden terug naar het hotel, en waren daar ongeveer om 22:15. Pffff wat een lange dag weer! Hans en ik hebben in onze hotelkamer wat koffie gezet – vooral om van de nogal overheersende smaak van de beshbarmak af te komen… We hebben nog tot laat geïnternet en zijn iets voor middernacht pas gaan slapen.
