Donderdag 21 februari: Pertisau, 81 km
Vandaag hadden we een “noodbus”, omdat de Kras-bus naar de garage moest om eindelijk de kapotte ruiten te vervangen. We gingen naar Pertisau, iets waar Hans heel benieuwd naar was omdat hij daar zo’n 35 jaar geleden een paar keer is geweest, daar heeft leren skiën en het toen zo’n lief klein bergdorpje was waar hij met veel plezier bleef. Nou hij had wel verwacht dat het groter zou zijn geweest, maar hij zag al van verre aanrijdend dat het praktisch geëxplodeerd was in grootte: volgens hem was zeker 90% van het huidige dorp nieuw.


De omgeving was wel nog even mooi: mooie steile bergen met bossen en ruige rotsen. Zeker de mooiste plek van deze reis: ook de ligging was erg mooi, in een dal vlak bij de Achensee, een groot meer. Je kon zien dat het een mooie en geliefde plek was voor de langlaufersporters, met zelfs sneeuwmachines voor de loipes, maar omdat het met name gericht was op de langlaufsport was het dorp gelukkig niet zo toeristisch als bijvoorbeeld Westendorf geworden. Er waren heel veel pensions, hotels en appartementen (95% van alle gebouwen leek het wel), maar geen après-ski en zelfs geen bars. Heerlijk!





De loipes waren duidelijk prachtig: in de bosrijke omgeving gelegen en tegen de minder steile hellingen aan. Heel het dorp was niet geveegd dus je zou bij wijze van spreken in het dorp zelf je ski’s kunnen ombinden en dan al skiënd naar de rand van het dorp gaan waar de loipes en wandelpaden begonnen. Daarnaast waren er ook hele mooie winterwandelpaden, door het bos en naar berghutten toe, en er waren nog altijd een aantal skihellingtjes – die waar Hans op heeft leren skiën!



We hebben echt heel mooi gewandeld: we wilde richting een tweetal berghut-restaurantjes lopen, en moesten daarvoor een beetje bergopwaarts lopen door het bos, over de weg maar omdat de weg niet geveegd was, was het allemaal nog heel mooi wit. En het sneeuwde heel de dag zachtjes. Erg mooi! Na zo’n drie kwartier steeds dieper het bos ingaand (en waarschijnlijk onderhand heel dichtbij de eerste berghut) kreeg Hans echter zo’n last van pijn op de borst dat we besloten maar terug te keren. Op de terugweg begon de pijn wel wat te zakken, en het was waarschijnlijk niets ernstigs, maar je wilt toch geen risico nemen. Plus we hadden al een hele mooie wandeling achter de rug en moesten toch dezelfde weg terug nemen – dat deden we nu alleen wat eerder dan anders. Mijn voet begon ook een beetje pijn te doen, alsof de brug klem gezeten had; waarschijnlijk van het vele gezwik in de moonboots tijdens het wandelen, want je voeten gaan door de onregelmatige ondergrond alle kanten op en moonboots zijn lekker voor in de sneeuw te wandelen maar geven geen steun...






Terug in het dorp hebben we nog een goede drie kwartier rondgezworven op zoek naar het pension waar Hans indertijd gelogeerd had; dat was nog behoorlijk lastig want er waren bijna geen herkenbare punten meer voor Hans – vroeger waren er maar een paar gebouwen en nu tientallen… Uiteindelijk vonden we het, Wagnerhof, en zelfs de uitbaatster was nog dezelfde, maar het was helemaal verbouwd, vergroot en vernieuwd helaas... Vroeger was het nog half schuur geweest, kleinschalig en knus met de koeien in het achtergedeelte, maar nu was het een groot karakterloos hotel geworden – en de schoonzus van de uitbaatster, die vandaag dienst had, was sjagerijnig. Voor de nostalgie hebben we er een warme chocolademelk gedronken (we konden er niet lunchen), en nadat Hans zich nog een tijdje had verbaasd over hoe veel alles veranderd is in die jaren zijn we weer door het dorp gaan lopen. We wilden langs de rand van het meer lopen, maar na een paar honderd meter stopte het geveegde pad al – er waren al wat mensen door de diepe sneeuw geweest die een soort van pad hadden gemaakt, maar we vonden het wel prima om terug te draaien.


























Terug in het dorp hebben we ergens geluncht (mijn voet deed onderhand goed zeer), en toen door het dorp naar de skiweide gewandeld, waar we in een parkje op een speciaal opklapbankje (voor in de winter, daar blijft geen sneeuw op liggen, een “groot” probleem bij bankjes langs wandelpaden!) hebben zitten kijken naar de skiërs. De tijd was snel gegaan en al gauw was het tegen 16 uur, dus zijn we weer richting het ontmoetingshotel gelopen voor een laatste warme chocolademelk totdat we kwart voor vijf weer in de bus konden stappen: later dan anders, maar onze noodbus was ook schoolbus en had eerst de kinderen naar huis moeten brengen. Het bleek trouwens dat een van de deelnemers aan de fakkeltocht en “ijsstokschieten” van gisteravond uitgegleden was en zijn pols gebroken had; in Pertisau had hij kans gezien om een röntgenfoto te laten maken, en daar kon het ook gelijk in het gips gezet worden.








Het eten vanavond was eigenlijk iets minder goed dan anders, en dat was gek genoeg omdat ze er juist meer moeite in gestoken hadden: we kregen namelijk een “boerenbuffet”, met puree, zuurkool, worst en allerlei vleessoorten. Het vlees was uitstekend maar het was allemaal natuurlijk wel wat grof en zwaar… En we hadden ons gisteren voorgenomen dat de Kaiserscharm eens maar nooit weer zou zijn, maar vanavond stond ie weer op het menu! Gelukkig konden we dit keer bij het buffet wel zelf de grote van de portie bepalen…

