Vanochtend vertrokken we rond 8 uur, tijdens het ontbijt, en draaide het schip om om terug de Rijn af te varen naar Koblenz, waar de Moezel samenkomt met de Rijn. Waar we op de heenweg tegen de stroom in met 10 km/uur voeren, voeren we nu vandaag met stroom mee zo’n 20-22 km/uur! Dat scheelt nogal… Het was lekker weer, met een zonnetje, en we vlogen de Rijn af – binnen anderhalf uur waren we al weer bij Rudesheim en konden we nog een keertje de Hindenburgbrug en Germania bekijken van een afstandje. Hans en ik verbazen ons bijna iedere dag over de enorme hoeveelheid kastelen langs het water, dat hadden we echt niet zo verwacht hier!














We zijn weer langs de Lorelei gevaren en dit keer zagen we dan het beroemde beeldje, maar het stond op een landtong redelijk ver stroomafwaarts van de Lorelei-rots zelf dus op de heenweg toen we in de buurt van de Lorelei-rots kwamen en gingen kijken waren we eigenlijk al te laat om het beeldje te zien!









Vlak na de lunch kwamen we in Koblenz aan, dus Hans en ik zijn nog even terug naar de salon gegaan om te zien hoe we Koblenz invoeren en langs het Deutsche Eck voeren, de “Duitse Hoek”, waar een metershoog beeld te paard van Keizer Wilhelm de Rijn en Moezel overziet. Best indrukwekkend, en als Germania en de rest van het Niederwaldmonument uit 75.000 kilo brons bestaat, zouden we best willen weten hoeveel brons in dit geheel is gegaan…






Om 13 uur meerde we net weer zo soepeltjes aan als anders, ahum… Omdat Hans en ik voor in de salon zaten hebben we op de vingers kunnen kijken van twee bemanningsleden die probeerde een van de lijnen vast te leggen. En de ene raakte zelf bijna haar handen kwijt, want ze kreeg de opdracht om de lijn te laten vieren, en terwijl ze hem van de meerpaal aftrok bewoog het schip en vloog de centimeters dikke lijn met een knal van de meerpaal af! Ze trok in een bliksemsnelle reflex haar handen weg en dat is haar redding geweest waarschijnlijk. Sowieso verbazen we ons erover dat deze bemanning geen handschoenen draagt en deze vrouw zelfs een paar armbandjes. Levensgevaarlijk als die ergens tussen blijven hangen… Deze bemanningsleden lijken ons niet erg ervaren, en de orders die ze krijgen niet zo heel duidelijk.



Over orders gesproken, er kwam een wagentje met eten en drinken aan toen we aanmeerde, en om de een of andere reden mochten de passagiers die nota bene al klaarstonden in de hal om aan land te gaan nog niet aan land tot het keukenpersoneel van achterin het schip opgetrommeld was om het eten aan boord te brengen, en wat een chaos om dat aan boord te krijgen! We denken dat als het keukenpersoneel gewoon zijn gang had kunnen gaan het veel efficiënter was gegaan, maar de twee (!) hotelmanagers gaven onduidelijke, inconsequente en zelfs tegenstrijdige opdrachten waardoor het een zooitje werd. Je zag het keukenpersoneel af en toe innerlijk zuchten en denken “ok, wat jij wilt”.



Na een kwartier, om 13:30 mochten we dan eindelijk aan land, en zijn Hans en ik naar de Koblenzer Hauptfriedhof gewandeld. Deze was iets dichterbij dan gisteren, 1,7 km enkele reis, dat scheelde een hoop! Want al hadden we gelukkig geen last van onze voeten na gisteren, we hoefde niet per se heel veel te gaan lopen vandaag… Uiteraard hebben we dat uiteindelijk wel weer gedaan, natuurlijk!









Deze begraafplaats was zo te zien aan de kaart bij de ingang ook weer enorm, en bevatte een aantal monumenten die we zeker wilde bekijken maar die natuurlijk door heel de begraafplaats verspreid waren. Zoals het geallieerde monument helemaal in de achterste uithoek, en een aantal Eerste Wereldoorlogmonumenten in weer een andere hoek. Maar we hadden de tijd, en hebben een paar foto’s gemaakt van de kaart en de legenda met de “bezienswaardigheden” zodat we onderweg af en toe konden kijken waar we waren. Want waar de begraafplaats van Mainz een duidelijk roosterpatroon had gehad, was die van Koblenz veel chaotischer met doorsteekjes, afsteggertjes, kronkelende weggetjes en vertakkingen.

Toen we begonnen te lopen snapte we al gauw waarom, want de begraafplaats was tegen een steile helling gemaakt, waardoor sommige veldjes echt op kleine kliffen lagen. Er was volgens de garmin (die ik niet eens heel de tijd aan heb gehad) een hoogteverschil van minstens 75 meter tussen het hoogste en laagste punt dat hij gemeten had! De begraafplaats was ook deels of geheel op het terrein van een arboretum gebouwd, en dat kon je merken aan de vele mooie grote bomen; sommige delen waren bijna bos, zeker die tegen de “berg” geplakt waren. En overal waren grafveldjes, sommige grote weides en sommige enkel een klein richeltje met een paar graven tegen een beboste klif die je alleen via een trap kon bereiken. Erg mooi, en duidelijk erg populair om begraven te worden, want we zagen graven van eind 18e eeuw tot dit jaar toe. Net als alle andere begraafplaatsen die we op deze reis gezien hebben, waren de individuele graven vaak liefdevol onderhouden met bloeiende plantjes. De algemene dingen, echter, werden vanuit het beheer van de begraafplaats zelf duidelijk minder goed onderhouden, want de klimop en mos woekerde hier niet zozeer romantisch, als wel onbeperkt.

























Vlak nadat we de begraafplaats opliepen belde Hans naar zijn dochter, en terwijl hij praatte wandelden we door en kwamen al gauw uit bij het monument voor de soldaten van het Napoleontische Leger, opgericht door de veteranen daarvan. Iets daarna vonden we een klein monument voor een zevental Eerste Wereldoorlog graven in een veldje dat verder voor “gewone” graven gebruikt werd.



















Een veldje op een tussenniveau had volgens de plattegrond ook iets voor de Eerste Wereldoorlog, en toen we het zagen dachten we eerst dat het alleen een leeg grasveldje was met een groot kruis. Toen we erop liepen besefte we ons echter dat de kleine in het grasveld verzonken naamstenen (zo’n 30 bij 15 cm) bijna allemaal overgroeid waren door mos en gras en daardoor bijna onzichtbaar tenzij je er echt bovenop stond. Sommigen waren zelfs helemaal verdwenen, anderen konden we met enige moeite nog wel vrij maken.











Via wat paden en trappen en nog wat grafvelden hebben we een flink hoogteverschil overbrugd naar 4 veldjes die op de plattegrond allevier iets van de Tweede Wereldoorlog leken te bevatten. Het bleek inderdaad een apart aangelegd herdenkingsgedeelte van de begraafplaats met een toegangspoort, op verschillende niveaus met trapjes ertussen, speciaal gewijd aan de Tweede Wereldoorlog. Overal waren de karakteristieke grove Duitse stenen kruizen, met viooltjes eromheen geplant, en lange rijen van de verzonken naamstenen met namen erop in het gras. We hebben rondgewandeld op de verschillende niveaus en de namen bekeken, en stuitte met stom toeval op een steen waar een Nederlander genoemd werd!






































Met wat gepuzzel op de ingewikkelde plattegrond zijn we uiteindelijk via wat omzwervingen en nog wat klimmen redelijk rechtstreeks naar het geallieerde monument helemaal achterin de begraafplaats gewandeld. Dit moest haast wel het hoogste punt van de begraafplaats zijn onderhand. Hier was een heuvelwand aangelegd met graven voor Franse soldaten van de Franse-Pruissische Oorlog, en (overwegend Oost-Europese en Russische) dwangarbeiders van de Tweede Wereldoorlog. Bovenop de heuvel stond een vierzijdige kolom die op iedere zijde de gesneuvelde soldaten van een ander land herdacht; de Engelse, de Franse, de Belgische en de Amerikaanse.




















We kwamen hier een van de twee echtparen tegen die tijdens de maaltijden bij ons aan tafel zitten– zij houden ook van begraafplaatsen en vonden het erg jammer dat ze niet geweten hadden van de begraafplaats in Mainz, want dat leek hun ook erg mooi. We hadden hen verteld dat we van plan waren geweest om hier in Koblenz ook naar de hauptfriedhof te wandelen, en het adres verteld, en ze hadden duidelijk besloten om vandaag de schade in te halen! Ze waren, net als wij, niet teleurgesteld, want het was vandaag ook weer prachtig om rond te wandelen… We gaven hen nog wat tips voor dingen die wij al gezien hadden die zij nog niet bezocht hadden, en zijn toen weer ieder onze eigen richting op gegaan.









Hans en ik zijn door het midden van de sikkelvormige graafplaats teruggewandeld, op een gegeven moment echt op bospaadjes en via trappen kronkelend naar beneden. Ik had op het (platte) plattegrondje gezien dat we, als we een groot grafveld overstaken, misschien een afsteggertje konden nemen, maar toen we op de rand stonden bleek er een muur van zeker 5 meter onder ons te zijn tussen dat veld en het veld waar ik gedacht had naar over te kunnen steken (soms kan dat via onofficiële paadjes door het groen tussen de velden). Maar dat ging hem duidelijk niet worden, dus maar netjes omlopen! Niet dat het erg was, de begraafplaats was een prachtig doolhof van bomen, graven en paden. Echt heel mooi!





















Als laatste kwamen we aan de kant vlakbij onze ingang uit bij een klein ereveldje voor soldaten van de Eerste Wereldoorlog, mooi aangelegd in een valleitje met een toegangspoort waar aantallen gevallen soldaten uit de regio Koblenz op stonden, per regiment. Pfffff die aantallen zullen nooit wennen! En bevestigd aan het veldje was een torentje met een kruis erop voor “de doden uit het Duitse oosten” – voor de doden uit gebieden die al dan niet aangesloten waren bij Duitsland, zoals Danzig en Sudetenland die weliswaar niet (meer) Duits waren, maar waar voor en tijdens de Wereldoorlogen nog wel heel veel Duitsers woonde.



















Heel tevreden met twee prachtige begraafplaatsen in twee dagen zijn we terug naar de stad gewandeld, en hebben onderweg lekker weer een ijsje gekocht (het was vandaag overigens best warm voor onze warme winterjassen en dikkere kleding!). We waren moe maar wisten dat als we nu zouden stoppen we niet meer overeind zouden komen, dus zijn ondanks de vermoeidheid toch nog afgebogen in de stad richting het Deutsche Eck, wat nog zeker een kilometer lopen was weg van het schip (dus ook een kilometer terug!).





Daar hebben we het enorme standbeeld te paard van Keizer Wilhelm bewonderd, voordat we langs de kade teruggestrompeld zijn naar het schip en na zo’n 8,5 kilometer gelopen te hebben vandaag (geslenterd met name, in de begraafplaats) eindelijk onze schoenen uit konden doen en in onze hut rusten met een kopje koffie voordat het tijd was om te eten! Morgen zou het waarschijnlijk aan alle kanten kraken van het vele wandelen, maar we hadden weer een mooie dag gehad vandaag…

























Overigens is de verzorging aan boord meer dan prima, al helemaal als je bedenkt wat we hiervoor betalen; we hebben tot nu toe al twee keer schone handdoeken gehad terwijl we ze iedere dag in principe gewoon ophangen om nog een dag te gebruiken, en we hebben iedere dag lekker gegeten met 4 gangen ‘s avonds. De tafels zijn altijd netjes gedekt en de borden mooi opgemaakt. Er was alleen die ene keer dat de rijst te hard was, maar de rest van die maaltijd was toen wel prima. Verder zijn de lunch en het ontbijtbuffet altijd met ruime keuze (zeker het ontbijt) van van alles, wordt er veel gevarieerd (zo staat er bijvoorbeeld iedere dag onder andere een andere fruityoghurt bij het ontbijt, en keuze uit allerlei boterhammen, broodjes, croissantjes, crackers, rozijnenbrood, enz…), en iedere avond tijdens het avondeten wordt er op je kamer het programma van de volgende dag samen met een toeristenkaartje van de stad die je gaat bezoeken gelegd, samen met ieder een snoepje of chocolaatje. Een keer lag er geen chocolaatje toen we na het eten op de kamer kwamen, en toen kwam de hotelmanager ze net nog even brengen, want de kamermeisjes hadden niet genoeg bij gehad schijnbaar. Bij het ontbijt en de lunch kun je onbeperkt koffie en thee krijgen, en het ene kopje koffie in de salon ’s ochtends om 10:30 is altijd met een koekje, iedere dag ook een andere soort – als je in plaats daarvan een kopje thee wilt ook geen probleem, ook smaakjesthee is mogelijk. En als je zou willen kun je ’s avonds schijnbaar nog om 22 uur een snack gaan halen in de salon.
Het water in de kraan in de badkamer is prima te drinken (de hotelmanager bevestigde het zelfs), maar als je dat niet aandurft kun je grote (glazen) flessen spa kopen aan boord – die volgens mij nog geeneens zo heel duur zijn in verhouding tot een glaasje water kopen aan boord. Doen wij uiteraard niet, want vergeleken met de supermarkt is het natuurlijk WEL heel duur! Wij drinken gewoon het kraanwater, en zelfs Hans vindt het goed smaken terwijl hij vaak heel gevoelig is voor chloor- of andere smaakjes aan water. Hij doet soms wat van thuis meegenomen limonadepoeder erin voor de variatie (we hadden nog over van onze Nieuw Zeeland en wereldreis!), en we hebben een keer aan wal iets van fris bij de lidl gehaald om af en toe wat van te drinken. Want de wijn is niet zo heel duur op zich met 2,75 per glas, maar het kleine glaasje fris is dan in verhouding met 2,25 wel heel duur in onze ogen.