Vanochtend vertrokken we om 8 uur vanuit Koblenz verder stroomopwaarts, nu op de Moezel, en lagen al bijna direct in de eerste sluis; altijd leuk zoiets en het deed ons weer aan Rusland denken! Om 9:30 voeren we onder de Winningen brug, die schijnbaar 136 meter hoog is en een kilometer lang, en om 10:30 kwamen we aan bij de tweede sluis. Hoewel we redelijk snel door de eerste waren vandaag, heeft het wel een uur geduurd voor we door de tweede sluis voeren, want er lag een schip voor ons die er eerst in ging, en toen kwam er nog een tegenligger door. Om 13:30 gingen we door de derde sluis op de Moezel en de laatste van vandaag. We kwamen rond 15 uur aan in Cochem, en al was het vandaag soms zo warm en zelfs zonnig dat ik het laatste uur voor de lunch in de salon (sinds de eerste paar dagen onze vaste stek direct na het ontbijt tot aan de lunch) steeds wegdommelde in de warmte, nu we aankwamen in Cochem ging het zachtjes druppelen en dat heeft het tot zo 18 uur gedaan. Hans kon in de salon wel wakker blijven want hij zat nog altijd lekker reisverslagen te lezen en muziek te luisteren.






































Toen we aangelegd waren en aan land mochten zijn Hans en ik naar de brug gelopen die naar het stadscentrum leidde – want we lagen voor het eerst deze reis aan de “verkeerde” kant van de rivier ten opzichte van het centrum van het stadje. Ik had van te voren twee dingen gevonden qua monumenten in Cochem; in een begraafplaatsje en een kerk. De begraafplaats was op zich niet ver van de boot, maar 900 meter, maar wel steil omhoog de berg op, want Cochem lag in een smal dal (met een imposant kasteel op de heuveltop). Pfffff, de trap omhoog was behoorlijk lang!








Eenmaal boven kwamen we bij het “ortsfriedhof” (de streekbegraafplaats) op de Klosterberg (heel toepasselijke naam voor een straat, aangezien er ook een klooster op een berg was…). Dit was een mooi begraafplaatsje met een mooi uitzicht op een stuk stadswal, oude huisjes, een oude toren en in de verte het kasteel. Het bejaardenhuis naast het begraafplaatsje werd beheerd door een nonnenorde, en die lagen hier ook begraven – die vrouwen worden oud! Ongelofelijk, achter in de 90 is geen uitzondering en hier lag er zelfs eentje die 101 geworden is…

Als eerste viel ook hier een monument op voor Duitsers die in het Oosten overleden waren.




Daarnaast lag een veldje voor soldaten die in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld waren; dit waren mannen die in de kerkgemeenschap van Cochem hoorden, maar ze kwamen dus niet allemaal uit Cochem zelf – er waren wel zes die zelfs in Rusland geboren waren. En toch op de een of andere manier hier in Cochem terecht gekomen waren en daarna in de Eerste Wereldoorlog gaan meevechten. We zijn benieuwd of we daar thuis op internet iets over kunnen vinden – het waren namelijk ook niet Russische namen maar Duitse namen; mensen die geïmmigreerd waren naar Rusland en teruggekomen naar Duitsland of zo?










Tegenover dit ereveldje was een monument voor de brandweerlieden van Cochem en omstreken die gesneuveld waren in beide Wereldoorlogen, en terwijl we zo rondkeken zagen Hans en ik bijna tegelijkertijd een briefje van 50 euro liggen in de bodembedekkers bij de grafstenen van de soldaten! Wow… Dat is meer dan dat hij of ik ooit gevonden heeft op straat (los van Japan, maar daar voelde we ons niet comfortabel over om dat te houden). Er was in geen velden of wegen iemand in de buurt te vinden van wie het misschien had kunnen zijn, dus was het briefje nu van ons! Dat is in een keer heel onze uitgaves (ijsjes, drankjes, we geven niet zo veel uit) hier op reis tot nu toe gecompenseerd. Niet verkeerd! Natuurlijk keken we nog even rond of er misschien nog een tweede briefje lag, maar helaas…

Naast het ereveldje voor de Eerste Wereldoorlog soldaten hingen zes licht gekleurde stenen plaquettes tegen de muur van de begraafplaats, die de soldaten herdacht die in de Eerste Wereldoorlog gevallen waren komend uit de gehele gemeente Cochem; dit is eigenlijk wat ik gedacht had te vinden hier volgens internet. De andere oorlogsmonumenten die we hier zagen waren niet zo duidelijk omschreven geweest.

We zijn een beetje rond gaan zwerven op de begraafplaats; die graven hier in Duitsland zien er allemaal anders uit, het lijkt echt een sport te zijn om een uniek graf te hebben, en natuurlijk is alles goed onderhouden met mooie bloemetjes en plantjes. Er wordt echt veel tijd en zorg besteed aan de graven, dat zie je duidelijk.






Achterin de begraafplaats stond een monument voor gesneuvelde soldaten uit de 1864, 1866 en 1870-71 oorlogen, en we hadden een beetje de indruk dat dit monument vroeger ergens anders gestaan had, want het stond eigenlijk heel vreemd in een hoekje. De drie kanten met namen stonden naar de begraafplaats toe gericht, maar de ene kant met “uitleg” wat het monument was, en volgens ons eigenlijk de voorkant is van zoiets, stond naar de hoek toe gericht en we moesten er dus echt omheen lopen om het te kunnen lezen.











Dicht bij de stadsmuur leek de begraafplaats het oudste te zijn, en waren in een muurtje oude grafzerken uit de 18e eeuw verwerkt. Hier stonden ook twee ijzeren kruizen uit het midden van de 19e eeuw, en was er een klein veldje en een monument voor gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog. Zo te zien zowel voor soldaten als burgers uit het stadje, want de leeftijden en geslachten waren van alles; jong, oud, man, vrouw. Dit veldje leek minder goed onderhouden dan het keurige Eerste Wereldoorlog veldje voorin de begraafplaats.


















We zagen terwijl we er rondliepen weer het andere echtpaar van de boot, ze hadden de begraafplaats zelf ook gevonden! Lachen… Toen we uitgekeken waren liepen we via allerlei steile trappetjes en gangetjes langs de kloosterkerk en de steile helling terug het dal in naar de rivieroever, waar ons volgende doel lag. We hadden onderweg mooie uitzichten over het kasteel en de daken van het stadje, mooi!












Ons volgende doel was de St. Martin kerk aan de Moselpromenade. Deze kerk werd tijdens een bombardement op 5 januari 1945 bijna grotendeels verwoest, alleen de buitenmuren van het koor bleven nog staan. Daar was nu een mooie zijkapel van een grotere modernere kerk van gemaakt. Tijdens het bombardement overleden twee misdienaars, van 13 en 14 jaar oud, door neerstortend puin, omdat ze de kapelaan hadden geprobeerd te helpen met het veiligstellen van liturgische objecten. Voor hen hing nu een kruisje met hun foto’s op de muur in de zijkapel. De moderne gebrandschilderde ramen hadden mooie kleuren die een mooie gloed wierpen op de kapel.


Het bijzonderste aan de kapel waren de houten panelen met namen van gesneuvelde soldaten uit de Tweede Wereldoorlog, per jaar gerangschikt. Met name omdat in 1940 er maar twee namen op stonden, en voor 1945 wel vier panelen nodig waren voor alle namen. Er was een paneel met namen van vermisten, maar tussenin de panelen stonden ook nog aparte kruisjes met namen van vermisten. Misschien zijn die later als vermist opgegeven, en in plaats van ze ergens weg te moffelen hebben ze door middel van die kruisjes toch een mooie oplossing gevonden om ook die namen te tonen.











Toen we uitgekeken waren in de kerk, zijn we nog een beetje rond het stadje gezworven en hebben lekker een ijsje genomen – niet alleen om de 50 euro te vieren die we gevonden hadden, maar ook omdat het gewoon drukkend warm was. Bijna alsof het zou kunnen gaan onweren. Uiteindelijk zijn we rustig terug gewandeld naar het schip. Vandaag vielen de gewandelde kilometers voor het eerst in dagen mee, we hebben maar 3,5 km gewandeld. Maar we waren toch lekker moe toen we terugkwamen, ook vanwege de afgelopen dagen, natuurlijk. Vandaag wel geen enorme begraafplaats, maar we hebben ook vandaag best mooie dingen gezien. En Cochem zelf, hoewel toeristisch, is ook echt een heel mooi oud plaatsje!











