Dag 35-36: zondag 1 maart - maandag 2 maart 2015: aankomst en vertrek Ho Chi Minh City

Dag 35 zondag 1 maart 2015: aankomst Ho Chi Minh City, 161 km

Hans heeft redelijk goed kunnen slapen en kon vanochtend ook redelijk goed uit bed komen en rondlopen, al hinkte hij nog wel een beetje. De pijn is in ieder geval veel minder, gelukkig! We kregen vanochtend tot onze verrassing pannenkoeken aangeboden bij het ontbijt; daar zeggen we voorlopig geen nee tegen… We vroegen er ieder twee en kregen twee van de dikste pannenkoeken die ik ooit gezien heb (de volgende keer weet ik dat ik er maar eentje hoef te vragen!), maar ze waren nog warm en smaakte prima. Dat is natuurlijk een extraatje omdat het zondag is, dat deden ze op de Columba ook, dan kreeg je opeens een pizzapunt bij je maaltijd of zo.

Veel mensen brengen hun eigen bord naar de bijkeuken als ze klaar zijn; zelfs sommige van de officieren doen het. Maar als wij het proberen wordt de messman heel zenuwachtig; meestal onderschept hij ons al in de deuropening – dat hoort gewoon niet! Hij vindt het eigenlijk al niks dat ik ‘s ochtends zelf thee haal en heet water van de boiler, het liefst zou hij dat ook willen doen volgens mij. Maar hij had al wel gelijk de eerste dag twee mokken klaargezet voor ons in de officiereneetzaal die speciaal voor ons zijn (wij lijken de enigste van de officierenzaal die weleens thee pakken), zodat we altijd thee kunnen pakken als we willen. Vanochtend heb ik nog even een blik om het hoekje de keuken zelf ingeworpen om hallo tegen de kok te zeggen; hij is echt heel aardig maar een beetje verlegen geloof ik – waarschijnlijk ook omdat hij weliswaar beter Engels spreekt dan de messman, maar nog altijd niet zo vloeiend! De messman’s voornaam is trouwens eigenlijk “London” en dan een Engelse voornaam en een typisch Filippijnse achternaam; maar iedereen noemt hem gewoon de messman of bij zijn Engelse voornaam.

We zijn na het ontbijt naar de brug gegaan, waar we ruim een uur gestaan hebben, naar buiten kijken, een beetje uitwaaien op het balkon, naar de apparatuur kijken en kletsend met de Filippijn en de 3e officier. Rond 11 uur lagen we voor de kust van Vietnam, en toen we op de gps keken besefte we ons dat we een behoorlijk eind de rivier op moesten varen om bij Ho Chi Minh te kunnen komen. Leuk! Het was druk met schepen om ons heen, ook heel veel vissersbootjes overal, en het was duidelijk dat we op de loods zaten te wachten want we lagen letterlijk te dobberen. Ik werd er op een gegeven moment een beetje onbestemd van, ook omdat ik een lege maag had. Gelukkig was het bijna lunchtijd! Opeens zagen we een vissersbootje recht op onze zijkant afkomen, zo’n beetje op ramkoers. De kapitein toeterde maar het bootje leek zich er niets van aan te trekken en vaarde rustig door, recht op ons af. Doordat wij net iets gas gaven of het bootje onzichtbaar toch een beetje bijstuurde, of misschien gewoon alleen geluk, schoot het uiteindelijk vlak achter ons langs, maar zo dichtbij dat de 3e officier naar buiten op het balkon kwam rennen om te kijken. Niet zozeer of ze ons ramden (daar zouden ze zelf waarschijnlijk meer last van hebben dan wij, uiteindelijk), maar om te kijken of er niet toevallig iemand aan boord probeerde te komen!

Iets voor 12 uur kwam dan eindelijk de loods aan boord en werd de vlag gehesen dat we een loods hadden – na een kleine miscommunicatie over hoe laat we elkaar bij welke boei zouden treffen, waardoor de Seoul een rare kronkel S-vormige voer om weer terug op de juiste plek te komen – en toen gingen wij lunchen, want het zou nog wel een uurtje of wat duren voor we bij de riviermond kwamen. Er was een redelijk formaat stadje aan de kust, Vung Tau, met drie heuvels. Op de ene heuvel stond een Christusbeeld, en op de andere een Boeddhabeeld – op de derde stond ook iets maar dat leek meer een gebouwtje te zijn. Om 13 uur begon de riviermond in het zicht te komen en zijn wij naar de brug gegaan om te kijken, want het leek ons een smalle rivier te zijn en dat zou een mooi zicht betekenen!

Het was gloeiend heet op het balkon van de brug; schelle zon die je gewoon voelde branden op je huid, weinig bewolking, het schip straalde zelf ook warmte af van de opwarmende donkere verf, en de thermometer buiten in de schaduw gaf 38 graden aan… pfffff! We moesten dan ook regelmatig even de brug invluchten om af te koelen en even in de schaduw te staan. Niet dat het daar erg koel was, deze kapitein heeft volgens mij niet graag de airco aan dus de helft van de blowers stonden uit… Er zat een “klein” blauw containerschip achter ons (ieder containerschip is klein vergeleken met de Columba), en in een bijzonder scherpe bocht kwam een vergelijkbaar formaat groen containerschip ons tegemoet, met een aparte naam; Spaarne Trader. Hans en ik hadden al zoiets dat het een Nederlands schip moest zijn, en inderdaad toen we op de achterkant konden kijken stond er Spaarne Trader, Winschoten! Wat een toeval! We hebben nog staan zwaaien (helaas hadden we in +38 graden er niet aan gedacht om onze herkenbare oranje Unox-muts mee naar de brug te nemen, die we speciaal op deze reis meegenomen hadden om contact met andere Nederlanders te kunnen maken) maar er reageerde niemand. Waarschijnlijk was alleen de naam Nederlands en was er voor de rest toch geen Nederlander aan boord…

Er waren heel veel schepen op de rivier; kleine vissersbootjes, af en toe een draagvleugelboot, vrachtschepen, woonboten, van alles. Vaak lagen boten aan een boei langs de kant van de rivier vast, en de vissersbootjes soms wel met 4-6 naast elkaar op een rijtje. De oever was tot aan het water met (mangrove)bos bedekt, in het water dreven af en toe op de stroming mee kleine eilandjes van jonge mangroveplantjes, -zaden, kokosnoten en takken, en de rivier was niet diep, maar zo’n 7 meter onder de kiel. Dus de sowieso al modderbruine rivier deed nog extra opgewoeld worden als wij of een ander groter formaat vrachtschip erdoor voer. De rivier was erg bochtig, en we hadden een stevig tempo van 20-25 km/uur dus er was hoge concentratie op de brug om ieder bochtje goed te nemen! Af en toe werd er stevig getoeterd als er een vissersbootje, dekschuit-met-duwboot, rivierschuit of ander klein lokaal vrachttransport te veel in de weg kwam – soms lagen de vissers met netten en al half in de vaargeul!

In de jungle zagen we af en toe kleine velden; in het begin van de rivier vooral zoutvelden, om zout te winnen uit het zeewater, maar verder landinwaarts ook rijstvelden met kleine rieten hutjes. En in een scherpe bocht was een klein dorpje met bij ieder veldje een hoge betonnen toren zonder ramen maar wel vol kleine ventilatiegaatjes. We konden maar niet bedenken waar het voor zou kunnen zijn; opslag van het een of ander, of om iets te laten drogen? Iedere toren op zich leek ons te groot om alleen de rijstopbrengst van dat ene veldje op te slaan, misschien was het ook om vis te drogen? We hadden geen idee maar het was een vreemd gezicht in het landschap! De oever van het dorpje was aan het afkalven in de golven van de vrachtschepen die er redelijk dicht langskwamen, en we zagen ook dat men druk bezig was zandzakken te vullen om neer te leggen en de oever op een punt te verstevigen.

Om 14 uur, na een uur varen op de rivier zijn Hans en ik even een half uurtje naar beneden gegaan om onze moeie voeten te rusten en even in de airco af te koelen. Ondertussen keken we wel nog af en toe naar buiten. Om 14:30 uur zijn we weer naar boven gegaan want we kwamen bij meer grotere industrie; zand, gravel, cement, dat soort dingen. Er was een kade waar bulktransporten hun vracht konden lossen; geen idee wat het was, maar het was donkergrijs poeder. Duidelijk dat de schepen al ervaring hadden met het lossen, want ze hadden een groot zeil over heel de voorkant van hun woontoren gespannen – iedere keer als er een hap lading door de hijskraan gelost werd in de opvangbak voor de lopende band kwam er namelijk een enorme stofwolk vrij, en de wind stond precies op de woontoren gericht!

Rond 15 uur kwam de skyline van Ho Chi Minh City zelf in de verte in beeld, en kwamen we bij een wijder stuk van de rivier en een hele scherpe soort t-splitsing naar een rivier die naar een andere haven toe leidde, waar veel vrachtschepen voor anker lagen. Wij hebben de scherpe bocht genomen richting een grote brug, en er begon ook om ons heen meer stedelijke bedrijvigheid te ontstaan. Veel kleine haventjes, scheepsbouwers, en vooral ook heel veel brommers overal! Eerst leek het nog alsof we in het kleine haventje bij de brug zouden aanleggen, maar we moesten nog wat bochten verder varen…

Het werd steeds drukker met andere schepen op de rivier, en de stad kwam ook dichtbij; grote hoge torenflats, villa’s, van alles. Er zat onderhand tussen de drijvende mangroveplanten ook steeds meer afval, we zagen zelfs een dood varken langsdrijven op gegeven moment!

Rond 16 uur waren we na 3 uur varen en over de 60 km verder eindelijk bij onze haven aangekomen. Het was een bijzonder smal stukje rivier, in een bocht, met langs de “bos-kant” een aantal plekken waar dekschuiten met 3-4 tegen elkaar aan, aan een boei bevestigt voor anker lagen. Een lastige plek dus om aan te leggen! Gelukkig waren er ook al twee sleepbootjes tevoorschijn gekomen om te helpen. De loods was over de radio met de sleepbootjes en onze machinekamer aan het communiceren om de laatste bocht in de rivier te nemen en tegelijk de voorbereiding voor aan te leggen te beginnen, dus die was vooral op bakboord geconcentreerd waar de kade was. Maar aan stuurboord lagen 4 rivierschuiten aan een boei vast, en in de onervaren ogen van Hans en ik kwamen we toch behoorlijk dicht op de buitenste van de 4 af. Met deze koers zouden we in de bocht zo dicht langs de rivierschuiten komen dat we onvermijdelijk tijdens de draai naar de kade met onze stuurboordflank vol op de boeg van de buitenste rivierschuit zouden schuiven.

Dat vond de kapitein ook duidelijk, want op een gegeven moment riep hij boos toen de loods weer een commando gegeven had: “ik neem uiteraard aan dat je de 4 rivierschuiten aan stuurboord ook gezien hebt, ja???” Nee dus… Er volgende 4 zenuwslopende minuten waarin de loods probeerde te redden wat er te redden viel, maar volgens ons niet echt daadkrachtig of duidelijk genoeg ingreep, en waarin de kapitein (die uiteindelijk altijd boven alles, behalve in het Panamakanaal, verantwoordelijk blijft voor zijn eigen schip) probeerde de aankomende botsing te voorkomen, en dus ook soms loodrecht tegen de loods inging met zijn instructies… Zo riep de loods naar de machinekamer dat de motor uitmoest, en de kapitein er gelijk overheen met “halve kracht vooruit”… De sleepbootjes leken ook niet goed te weten wat ze moesten doen – ze kregen waarschijnlijk niet duidelijk genoeg instructies – en wij bleven maar zonder echt vaart te minderen langzaam op de rivierschuit afdrijven!

Ondertussen was de kapitein van de rivierschuit waar wij dwars op afschoven ook naar buiten gekomen om te kijken, zag het grote schip op zich afkomen, en greep in; hij gooide de trossen met zijn buurman los (dat zou een eventuele botsing sowieso verzachten, want dan kon hij met de impact naar achteren geduwd worden), rende naar zijn stuurhut en startte de motor. Seconden voor wij hem zouden raken pakte de motor en had de rivierschuit genoeg power om naar achteren te varen, en een paar seconden lang voer de rivierschuit even langzaam naar achteren als wij erop af gingen. Toen kreeg onze kapitein en de loods weer voldoende controle over ons schip om de sleepbootjes opdracht te geven om ons van de rivierschuit af en richting de kade en veiligheid te duwen. Inmiddels was de rivierschuit al bijna helemaal achter zijn buren gedwongen te gaan; we hadden hem vol geraakt als hij zelf niets gedaan had! Dit ging allemaal in slow motion natuurlijk, want we voeren al redelijk langzaam, maar de eventuele impact zou niettemin hard zijn geweest en veel blikschade aangericht hebben op beide schepen als de rivierschuit niet ingegrepen had!

Je kon merken dat de kapitein woest was, waarschijnlijk ook deels boos op zichzelf dat hij het zelf ook niet op tijd opgemerkt had, maar hij moest zich verbijten want we moesten nog aanleggen en uiteindelijk is de loods alleen “adviseur” dus hij kon er weinig van zeggen waarschijnlijk. De spanning bij het aanleggen was in ieder geval behoorlijk hoog, en af en toe snauwde de kapitein iets naar de loods toe, die redelijk stoïcijns door leek te gaan met zijn werk; ook het aanleggen ging naar ons gevoel niet echt helemaal lekker, we moesten bijvoorbeeld een eindje naar achteren voor we de toegewezen plek aan de kade in konden, anders waren we te dicht op onze voorste buurman geweest, maar dat was niets vergeleken met de bijna-aanvaring van daarvoor! Hans en ik hielden ons in ieder geval heel erg op de achtergrond, we wilde geen bliksemafleider worden!

Rond 16:30 lagen we eindelijk veilig aan de kade (en de rivierschuit weer veilig terug tegen zijn buren aan), en konden de voorbereidingen voor het lossen beginnen. We gingen af en toe nog op pilotdek staan om te kijken wat er allemaal gebeurde, en ik kwam op een gegeven moment een van de twee monteurs tegen die in Singapore aan boord waren gekomen, die daar ook stond te kijken. Zoals gebruikelijk reageerde ze nauwelijks toen ik hallo zei. We dachten eerst dat het Roemenen waren maar later bleken ze uit Litouwen te komen, en erg sociaal waren ze niet. We hebben ze bij het tegenkomen al een paar keer goeiedag gewenst en krijgen eigenlijk nooit antwoord, ze lopen soms zelfs daarna zogenaamd nonchalant weg en nemen dan de omweg achterlangs op het pilotdek om via de buitentrap naar beneden te kunnen, terwijl de binnendeur veel dichterbij en directer is (alleen dichter bij ons…). Ach ja!

‘S avonds rond 20 uur gingen we naar buiten op het pilotdek om te kijken naar de fel verlichtte skyline van Ho Chi Minh City, en zagen een van de bemanningsleden op het stoeltje uit de barruimte zitten, zo te zien te internetten. Helaas, hij had geen onbeveiligd netwerk gevonden maar had een prepaid internetkaart. En hij was niet vrij, maar aan het werk bleek het! De ruimte tussen de woontoren en de eerste kraan was waar het grote jacht eerder gestaan had, en de ene helft werd zo te zien als een soort van tijdelijke opslag gebruikt voor onder andere houten balken, de “kleine” stalen hefbalken, de gele hefbanden, de containers met koppelstukken, aansluitstukken en kettingen, van alles. Op de andere helft stond een stapel hout-en-stalen vlonders ter grote van een container, waar individuele objecten op bevestigd konden worden. Deze werden nu verplaatst van de tweede helft van dit dek naar het eerste. En daarom zat dat bemanningslid op het pilotdek, om de vlonders te begeleiden met een lange stok zodat de kraan ze op de juiste plek kon laten zakken. Hij vertelde dat ze de vracht uit het ruim dat nu vrij kwam gingen lossen, en volgens hem was er niet veel vracht voor Ho Chi Minh City, dus volgens het schema zouden we morgen al om 11 uur weer vertrekken. We waren benieuwd, er leek nog niet echt haast gemaakt te worden!

Toen het dek vrijgemaakt was werd de grote zware dekplaat opgetild (in dit gedeelte van het dek waren de dekplaten los, verder naar voren konden ze scharnieren) en tussen kraan 1 en 2 gelegd, en toen kon het lossen beginnen van de ruimte vol kratten in allerlei maten. Maar eerst kwamen totaal wel twintig Vietnamese stuwadoren zich rondom het ruim verzamelen om te kijken hoe ze dat wel niet moesten gaan aanpakken… Ze kwamen op het randje van het ruim staan, hurken of zitten, en zaten wel minutenlang naar beneden te kijken en op hun gemak te discussiëren. Dat ging niet opschieten! Rond 21:30 werd het eerste krat op de kade gezet, en besloten wij naar binnen te gaan want dit ging nog heel de nacht door waarschijnlijk.

Dag 36 maandag 2 maart 2015: vertrek Ho Chi Minh City, 349 km

Vanochtend bij het opstaan was men nog altijd “druk” bezig om de kratten uit het ruim te lossen. Het ging gestaag, maar wel rustig aan… Nu bleek dat ruim ook wel zeker drie verdiepingen diep te zijn, en naar het midden van het schip nog een verdieping of twee dieper, en helemaal tot op de laatste centimeter volgepakt met kratten, dus er was behoorlijk wat vracht te lossen natuurlijk! Ze waren ondertussen ook met kraan 2 lange dunne kratten uit een van de ruimen tussen kraan 1 en 2 aan het lossen; kraan 3 en 4 waren niet in bedrijf. Een dekschuit lag langszij die daar had overnacht, kraan 2 was net klaar met het lossen van drie enorme kratten daarop; ieder “krat” was ter grote van een vrachtwagen en breder, en kostte veel tijd om uit het ruim te halen en weg te zetten op de toegewezen plek op de dekschuit.

Er was ons specifiek gewaarschuwd om onze kamerdeur en de buitendeuren goed op slot te draaien omdat er met name hier in Vietnam erg veel gejat werd schijnbaar, maar dat doen we steeds als we in een haven liggen; stuwadoren en andere figuren komen overal op het schip en het is een kleine moeite om op een balkon te stappen en via een open buitendeur de woontoren in te glippen. Op de Columba werden bezoekers van buiten altijd begeleid als ze in de woontoren moesten zijn, hier is dat ons nog niet zo opgevallen. Dus we waren voorzichtig. Het was in ieder geval een mooi gezicht om te kijken naar de bedrijvigheid op de kade, en we hebben de hele ochtend op het pilotdek gestaan, kijkend naar wat er allemaal op het schip en aan wal gebeurde.

Er was een hele ploeg van vrouwen bezig om de kades te vegen met rieten bezems, hun armen en gezichten bedekt met doeken en een rieten hoed op tegen de zon; het leek ons onbegonnen werk maar ze zette onverstoorbaar door en deden op een dag tijd toch behoorlijk veel houtsnippers opvegen! De kratten werden een beetje willekeurig weggezet op de kade en heftrucks haalde ze op, maar kwamen in conflict met fietsers, brommers, vrachtwagens en andere heftrucks die daar ook reden. Alles reed kriskras door elkaar! En soms deed een heftruck het gewicht van een krat verkeerd inschatten (het staat er op de meeste duidelijk op hoe zwaar ze zien maar waarschijnlijk kan niet iedereen lezen), en dan deed heel de heftruck omhoog wippen omdat ze het niet getild kregen!

De Vietnamese stuwadoren waren met fietsen en brommers naar het schip gekomen, en die stonden nu allemaal op de kade bij het schip geparkeerd. Erg druk hadden de stuwadoren het duidelijk niet, want eentje had een hangmat opgehangen tussen de wielen van de kadekraan die vlakbij ons stond – erg slim, behalve toen de kraan ging bewegen, toen werd hij even wakker! Anderen hadden zich in schaduwplekjes bij kratten of zelfs in de schaduw van het schip geïnstalleerd, en zaten te kletsen, te kaarten of lagen te dutten. Ondertussen reden de vrachtwagens kriskras over het terrein, luid te toeteren naar elkaar om uit de weg te gaan. De kratten die gelost werden waren groot en lastig, duidelijk zware stukken van machines of zo, dus de tijd tussen ieder krat was lang waardoor de stuwadoren het zo rustig hadden.

Op een gegeven moment terwijl we zaten te kijken naar alles wat op de kade gebeurde zagen we een stuwadoor een losliggende hijsband netjes oprollen. Tijdens het laden en lossen liggen er tientallen van die grote zware felgele stoffen banden overal, die worden gebruikt om de lading uit het ruim te tillen en worden pas als het schip gaat vertrekken weer verzameld en opgeruimd. Ze zijn erg opvallend, met de naam van het schip en de datum waarop ze in gebruik zijn genomen erop. Het leek even op een overijverig iemand die alvast ging opruimen. Totdat hij een onopvallend vaalgroene zak te voorschijn haalde en de opgerolde band daar gauw in begon te proppen. Ondertussen keek hij af en toe schichtig naar de loopplank waar een bemanningslid van het schip wacht hield zodat geen ongewenste mensen aan boord konden komen, en ook een half oogje op de kostbare vracht hield. Die had hem echter niet in de gaten. Toen de band redelijk vakkundig in de zak gepropt was liep hij gauw naar een groepje van zijn maten die aan het kaarten waren, legde de zak daar neer, vond het duidelijk nog niet veilig genoeg omdat er ondertussen ook een of twee bemanningsleden op de kade rondliepen, dus pakte een houten balk dat op de kade lag en ging op de balk op de zak zitten, zogenaamd erg geïnteresseerd in het kaartspel van zijn maten… Hij keek ondertussen af en toe nog schichtig naar de loopbrug. Op een gegeven moment kwamen er zelfs iets van havenautoriteiten bij ze staan, en je zag dat hij nonchalant probeerde te doen. En wij stonden er precies boven en hadden alles gezien!

Toevallig kwam er een paar minuten later de “bosun”, of ploegenleider, naar boven via de buitentrap met nieuwe ruitenwissers bij voor de brug. We hebben even een kletspraatje gemaakt met hem en vertelde dat er een band gestolen was, en hij begreep volgens mij niet zo precies dat het op dat moment aan het gebeuren was en dus nog voorkombaar was, want hij knikte, er werd veel gestolen ja hier, was weinig aan te doen je kunt geen ogen in je rug hebben, ze moeten al de lading in de gaten houden die is uiteindelijk meer waard... Tegen de tijd dat we weer terug naar ons plekje liepen, te overwegen of we het tegen iemand anders moesten zeggen, was de bandendief er al vandoor. Tja, nu had het geen zin meer. Maar toch zat het ons niet echt lekker!

Ondertussen gebeurde er aan de waterkant ook van alles. Het was een drukte van belang met kleine speedbootjes, vissersbootjes, loodsbootjes, sleepboten en de bijbehorende vrachtschepen die van of naar hun plek geloodst werden, maar ook met duwboten die dekschuiten vol zand langzaam voortduwde, kleine lokale vrachtschepen of dekschuiten waar maar een paar stuks tot tientallen containers op paste, traditionele Aziatische sampanachtige boten, rivierschuiten en zelfs af en toe een draagvleugelboot die langs snorde. Tussendoor dreven er regelmatig de kleine eilandjes van mangroveplantjes, mangrovezaden, kokosnoten, takken en afval langs – eentje zelfs met een reiger erop die heel rustig meevoer – en in de verte schitterde de hoge torenflats van de stad in de zon. Er werd druk naar elkaar getoeterd op het water, duidelijk dat hier de vaarregels wat minder goed gevolgd worden als in het westen!

De bosun is ons welgenegen (hij was ook erg betrokken met Hans tijdens zijn jichtaanval) en bood nog aan om het zwembadje te vullen voor ons. Waarschijnlijk zou dat pas op open zee gebeuren, maar we hadden gisteren een dood varken langs zien drijven, en het (buiten)zwembadje was zwart van het roet van de schoorsteen ernaast dus euh, nee dank je! We waren koffie gaan drinken en toen we om 10:30 weer op het pilotdek kwamen was hij net bezig om een drietal tuinstoelen af te spoelen die hij ergens gevonden had voor ons; de kapitein had eerder over het balkon van de brug gehangen en gezegd dat hij dat zou laten regelen toen hij ons zo zag staan. Dat is nog eens service, ik had onderhand geen voeten meer over van het staan! Nu konden we pas echt comfortabel kijken… Wel een beetje uit de zon blijvend want die brandde nog even hard als gisteren, Hans zijn knieën werden er al gauw rood van!

Na een tijdje zagen we opeens een andere stuwadoor samen met een maat hijsbanden oprollen. We wisten nu ongeveer wat er zou gebeuren (ze hadden ons nog steeds niet in de gaten of het interesseerde ze gewoon niet, aangezien bijna iedereen op de kade er vanaf leek te weten), en bleven kijken. Nadat ze twee pakketjes gemaakt hadden en bezig waren met de derde besloten we in te grijpen en ben ik naar de brug gegaan om te kijken of ik iemand kon vinden. De kapitein zelf zat er (oorspronkelijk vertrek was om 11 uur gepland, dat was het nu en dat ging echt niet lukken!), dus ik vertelde wat we gezien hadden en liet de foto’s zien. We hadden close-up in beeld gebracht precies wat er gebeurde! De kapitein stoof naar buiten met zijn walkietalkie, riep twee bemanningsleden die in de buurt waren op om in te grijpen en vertelde ze met mijn hulp precies waar ze moesten zijn.

Ze liepen gauw naar de plek, en de twee stuwadoren vlogen weg van de pakketjes; ze kregen nog op hun kop van de bemanningsleden maar gingen nonchalant door met lossen alsof er niets gebeurd was en het niet tegen hun persoonlijk was… De bemanningsleden deden de zakken aan flarden scheuren, verzamelde alle banden die overal lagen op een grote hoop, liepen overal rond om te kijken of er ergens nog verdachte pakketjes lagen, en de rest van de dag liepen er regelmatig bemanningsleden even rond op de kade. Ook denken we dat een van de officieren een klacht of iets dergelijks ingediend heeft, want we zagen ze naar een klein kantoortje lopen, maar dat zal weinig effect hebben aangezien we zagen dat zelfs de ploegleider van de stuwadoren meehielp door voor de inpakkende mannen te gaan staan zodat ze niet gezien konden worden vanaf de loopplank… In ieder geval hebben wij onze foto’s aan de kapitein gegeven, en we denken dat ze intern bij Rickmers wel gecirculeerd zullen worden want het was een veel voorkomend probleem maar ze hadden duidelijk nog nooit eerder opgemerkt hoe de hijsbanden precies verdwenen.

Met de lunch was het rustig want iedereen was nog aan het werk; wel zaten er in het begin nog twee Vietnamezen aan onze tafel flink te bunkeren – hun taal klinkt ons zo vreemd in de oren, klagerig en ook een beetje agressief alsof ze constant boos zijn op elkaar. We hebben na ons eten even in de bemanningseetzaal rondgekeken en die hadden lekker Aziatische boontjes voor de lunch. De kok kwam al kijken wat we deden en bood aan om ook af en toe ons ook wat Aziatische dingen te geven? Tenminste, als we zin hadden? Want hij maakte normaal gezien natuurlijk Westers eten voor ons maar misschien waren we avontuurlijk ingesteld? Nou inderdaad, heel graag, kom maar op! Rond 13 uur begon men met af te ronden; het lossen was klaar, er kwam duidelijk geen lading meer bij, en er was haast bij gemoed om op tijd te vertrekken, want Hans had opgevangen dat de Chief Engineer zei dat we vóór 15 uur moesten vertrekken anders zou het getij keren en moesten we nog een dag hier blijven liggen! Om 14 uur was alles weer aan boord, de dekplaat was teruggelegd en de kranen waren ook klaar en opgeborgen, plus we zagen de loods aan boord komen; we waren op tijd!

Het vertrek ging wat soepeler in onze ogen dan de aankomst – maar we zaten dan ook op pilotdek dus zagen niet hoe het er op de brug aan toe ging: we zijn een klein eindje doorgevaren en hebben gedraaid, en het viel ons op dat we een soort escorte hadden; een klein loodsbootje voer ongeveer de helft van de rivier met ons mee voor ons uit om al de kleinere bootjes en zandschuiten opzij te manen. Daarnaast waren wij ook constant aan het toeteren, niet dat men daar erg van onder de indruk leek! Het was erg druk met allerlei kleine bootjes, maar vooral met zandschuiten – misschien dat ze nog net het laatste restje van het opkomend getij meepakken, want het was echt spitsuur: we kwamen ze de eerste anderhalf uur constant tegen! Op een gegeven moment kwam zelfs een groepje van vijf tot zes zandschuiten ons tegemoet, en die kunnen niet zo gemakkelijk manoeuvreren dus het duurde even (en veel getoeter) voor ze uit de weg waren en wij doorkonden…

Hans en ik zaten nog altijd lekker op het pilotdek op onze tuinstoelen, maar moesten met alle bochten in de rivier wel steeds verplaatsen om de felle zon te vermijden en de harde wind. De wind was zo hard dat we onze petjes niet meer konden dragen, en als we opstonden dan ging de tuinstoel er vandoor! We waaiden dus goed uit… Het was wel een mooi gezicht om de drukte op de rivier te zien en hoe de Seoul met een redelijke hoge snelheid daar allemaal tussendoor voer.

We kwamen op gegeven moment weer langs het dorpje met de betonnen torentjes, en net als op de heenweg viel het me op dat ik veel vogels hoorde in dit gedeelte van de rivier. We konden nog altijd niet bedenken wat er nu in godsnaam in die torentjes gedaan werd, het waren zulke grote en typische bouwwerkjes! Wel lukte het om een foto van de kerktoren te maken die Hans op de heenweg gezien had, met Indiase swastika’s op de kerktorens.

Rond 17 uur voeren we de riviermond uit, en toen was het voor de officieren nog een zenuwslopende 2-3 uurtjes voor we eindelijk uit de enorme drukte op zee voor de kust waren. Ook daar werd constant door ons getoeterd, en toen we om 19 uur naar de brug gingen zagen we dat ze zelfs een zoeklicht voor op de boeg aangestoken hadden; om maar alle kleine schepen op tijd te kunnen zien! We waren aan alle kanten omringd door een zee van lichtjes van kleine en grotere vaartuigen, ongelofelijk… Het was voor ons een mooi gezicht, maar we konden merken dat er op de brug een enorme concentratie heerste om hier allemaal veilig doorheen te komen. Pas rond een uur of 20 kwam er duidelijk wat meer rust en konden we gewoon koers zetten naar de volgende bestemming.

free counters