Januari 2018: Wereldreis per cruiseschip

HOME
ROUTE
LANDEN
MV COLUMBUS
2021 SLOOP
AAN BOORD
WERELD

Dag 73, Dinsdag 20 maart: Hong Kong, 204 km gevaren, 10 km gereden, 22 km trein

We lagen vanochtend om 7 uur al aan de kade, naast een indrukwekkende lange en futuristische cruise terminal, en om 7:30 hoorde we getrommel buiten – op de kade stonden zes trommelaars te trommelen en na een korte introductie verdwenen vijf van de trommelaars en bleef er eentje over die door bleef trommelen. De vijf trommelaars gingen samen met vijf andere mannen een drakendans doen (of leeuwendans, dat is me hier niet helemaal duidelijk), terwijl een mensfiguur er tussen liep om ze zogenaamd te sturen en te begeleiden – dit mensfiguur is ook een belangrijke personage bij dit soort dansen, ik heb wel vaker zijn afbeelding gezien bij dit soort draken. Na zo’n 10 minuten dansen deed het mensfiguur ieder van zijn draken een rol stof op laten pakken, en toen lieten ze ze allemaal uitrollen; er stond op “welcome to Hong Kong” van de lokale toerisme bond. Leuk! Het mensfiguur leidde de draken om verspreid langs het schip te gaan staan met hun vlaggen, en om 7:45 was het al weer afgelopen en verdween iedereen weer!

We hebben van te voren wel gekeken voor excursies in Hong Kong (onder andere lang getwijfeld over de avondexcursie naar de lichtshow en met een Chinese junk in de haven varen), maar uiteindelijk toch besloten hier geen excursies te doen en alleen datgene wat ik van te voren uitgezocht had, proberen een mooie oorlogsbegraafplaats tegen de heuvels aan de rand van de stad te bereiken. Dus om 8:30 liepen wij naar beneden om aan ons dagje te beginnen; ik had water, koekjes, pepermunt en marsjes bij als mondvoorraad, en de garmin mochten we verdwalen, en nog een parapluutje en allerlei andere dingen die we nooit gebruiken maar nuttig kunnen zijn.


Het kostte bijna een kwartier om door de gigantische cruise terminal te lopen, maar om 8:45 kwamen we dan eindelijk bij de dames van de VVV die er speciaal stonden om ons op weg te helpen met tips en adviezen in Hong Kong. Voor de zekerheid vroeg ik of de route die ik van te voren uitgestippeld had op de metro klopte, en de dame die ons hielp was onder de indruk van onze voorbereiding, ja het klopte precies. Ze gaf ons een metrokaartje mee met de verschillende lijnen erop, en wees naar de twee haltes waar de gratis shuttle ons naar toe kon brengen om van daaruit met de metro verder te gaan. Ideaal!

Er waren twee shuttlebussen; de ene naar Kwun Tong station, de andere naar Diamond Hill; er stonden studenten bij de shuttlebussen om ons de juiste kant op te wijzen. Om 9 uur zaten we in de shuttlebus naar Kwun Tong, de metrohalte het verste weg van de terminal en dus voor ons dichterbij ons doel – scheelde metrokaartjes. Om 9:15 ging hij rijden en na een ongelofelijke kronkelige route (het leek heel ingewikkeld om via de weg van het havengebied waar de terminal lag af te komen) kwamen we om 9:30 in de parkeerplaats van de mall terecht waar deze shuttleservice stopte. Wat we zagen van de stad onderweg was heel veel apartementencomplexen, waarvan een aantal van dichtbij een beetje groezelig en in verval leken, maar zo te zien was het verder wel een levendige stad.

Hans en ik liepen de mall in, op zoek naar de metro, regelmatig om ons heen kijkend en terugkijkend zodat we later hopelijk gemakkelijker de weg terug zouden vinden – want we weten hoe gemakkelijk het is om te verdwalen in zo’n groot winkelcomplex! We vonden al gauw de entree naar het metrostation, nu moesten we aan kaartjes zien te komen. De kaartjesautomaten namen gek genoeg alleen maar cash geld aan, maar dan ook alleen maar klein geld – iets van maximaal 30 Hong Kong dollars – terwijl de pinautomaten alleen maar biljetten van 100 of meer leverde. We vroegen het even na bij een informatiehokje, en het was gelukkig geen probleem om bij hem te wisselen. Dus we keken even hoe duur ons ritje zou zijn heen en terug (je kon alleen maar enkeltjes kopen), totaal 54 Hong Kong dollar, en zijn toen een briefje van 100 Hong Kong dollar gaan pinnen (ongeveer een 10tje in euro’s). De medewerker bij de informatiebalie wisselde het briefje voor 5 briefjes van 20, en we konden aan de slag om kaartjes te kopen! Bij de kaartjesautomaat vonden we ook nog eens 50 dollarcent, dat was meegenomen en ging bij de kas... Misschien niet veel geld maar hier kun je er relatief veel mee!

Om 9:45 stonden we op het perron – de kaartjes die we gekocht hadden waren redelijk stevige kaartjes die we tegen de poortjes moesten houden om bij de platforms te kunnen komen. De metrolijnen waren duidelijk aangegeven, in dit geval maar één lijn, en op het perron zag je duidelijk welke kant de trein op ging. En waar je moest gaan staan om op de trein te wachten, volgens Japans model om het ordelijk te laten verlopen; in het midden stappen de mensen uit, langs de zijkanten stappen de mensen in. Nou stond men hier niet echt in de rij, maar wel netjes bij de aangegeven plekken op het perron.

Ik had van te voren op internet gevonden dat we 2 haltes met de groene lijn moesten reizen, dan 1 halte met de paarse lijn om onder het water door te gaan, en dan tot het eindpunt van de blauwe lijn. Ik maakte me tot vandaag weleens een beetje zorgen hoe lastig al die overstappen wel niet zouden zijn, maar het Hong Kongse systeem is zo duidelijk en helder, je kunt het bijna niet missen. In de wagon staat al boven iedere uitgang, door middel van lichtjes op een kaart van het metrosysteem, precies welke halte je nu bij bent, welke kant de trein opgaat, tot hoe ver deze lijn rijdt en aan welke kant je bij de volgende halte moet uitstappen. Ideaal! En bij de ene overstap waar we een eindje moesten lopen (de andere was letterlijk aan de andere kant van het perron waar we uitstapte) was alles helder aangegeven en kon je haast niet mislopen.


We stapte om 10:15 uit in het station Chai Wan, ons eindpunt wat de metro betreft. Vanuit hier moesten we zo’n 1,2 kilometer lopen naar de begraafplaats. Dit was ook een punt waar ik me van te voren zorgen over had gemaakt of we de weg wel zouden vinden, maar het wees zichzelf allemaal wel met behulp van de uitdraaitjes die ik gemaakt had van google maps van dit gedeelte van de route. We liepen eerst het winkelcentrum in dat aan de metrohalte vast lag, en van daaruit via een paar voetgangersbruggetjes langs het Youth Square (stond op de kaart die ik geprint had) tot aan straatniveau, waar ik de vorm van de wegen herkende en we een herkenbare straatnaam konden terugvinden, en toen zaten we al heel gauw op de juiste weg richting de begraafplaats. Er waren eigenlijk al geen westerlingen in de metro’s geweest die wij genomen hadden – we zaten duidelijk niet op een toeristische route – en hier nu op straat waren we echt de enigste!

10 minuten nadat we uit de metro gestapt waren zaten we al op de weg richting de begraafplaats, die helaas redelijk steil omhoog ging. Onderweg liepen we langs werkplaatsen voor grafstenen en winkeltjes voor allerlei grafbeeldjes en kransen en zo. Er lagen hier en daar stapels oude grafstenen of misschien, in sommige gevallen, bestelde grafstenen die nooit opgehaald waren, want sommige van de stapels leken aardig nieuw, en bij anderen zag je dat ze ooit op een graf hadden gezeten. We denken dat deze grafstenen (het was allemaal marmer, graniet en andere natuurstenen) gerecycled gaan worden, door het bovenste laagje eraf te polijsten waardoor nieuwe teksten erop gezet kunnen worden. Terwijl we liepen zagen we in de verte tegen de steile hellingen allerlei begraafplaatsen liggen; Chinese, Boedistische, Protestantse, Katholieke, Hindustaanse, Moslim, van alles. Het leek erop alsof Hong Kong alle mogelijke ethnische begraafplaatsen hier op de hellingen aan de rand van de stad had verzameld – en hier lag dus ook de Sai Wan War Cemetery, diegene die wij zochten. Alle verschillende begraafplaatsen stonden hier duidelijk aangegeven, dus het was gewoon een kwestie van doorlopen tot we de juiste vonden.

Iets voor 10:45 stonden we al voor het hek van de Sai Wan War Cemetery, dat was eigenlijk hartstikke gemakkelijk geweest en we zijn niet een keer misgelopen, super! Het was al aardig benauwd en warm aan het worden dus we begonnen ons bezoek met even rusten op een bankje bij het monument voor vermisten en wat te drinken. Er liepen twee vrouwen over de begraafplaats, we waren dus niet de enigsten!

Nadat we even gerust hadden en naar het gastenboek gekeken hebben (helaas hadden we geen pen bij en lag er geen bij het boek) zijn we de begraafplaats gaan bekijken. Hier lagen ongeveer 1528 soldaten begraven uit de Tweede Wereldoorlog, grotendeels van Commonwealth landen, maar er lagen ook 77 Nederlandse soldaten. Het is de grootste oorlogsbegraafplaats in Hong Kong, en op de muren van het monument dat de ingang vormt staan de namen van ruim 2000 soldaten die in de slag om Hong Kong gesneuveld zijn of daarna in gevangenschap, en die geen bekend graf hebben. Er is hevig gevochten om Hong Kong, en onder andere verschillende Indiaase regimenten hebben hier ook veel verliezen geleden; van 144 van hen staan de namen ook op het monument, omdat zij volgens de gebruiken van hun geloof gecremeerd zijn. Verder waren er ook 72 namen van graven van soldaten op het vastenland van China die niet onderhouden konden worden. In de begraafplaats lagen nog 20 lokale soldaten en 8 burgers. En, hier lagen schijnbaar ook de resten van krijgsgevangenen begraven die in Taiwan overleden zijn.

Het ontwerp van de langgerekte begraafplaats was met het monument (de “Memorial Hall”) bovenaan, dan de Britse soldaten, dan de Nederlandse soldaten en de Canadese soldaten, en onderaan de Indiaase soldaten die wel volgens hun geloof begraven wilde worden. Onderaan de heuvel was het karakteristieke kruis, en bovenaan het altaar. Langs beide lange kanten van de begraafplaats waren bomen en bloeiende struiken, en er was een klein opzichtershuisje waar zo te zien de tuinman woonde die het onderhield. En het uitzicht over de stad was natuurlijk erg mooi.

We hebben de bovenste rijen van graven bekeken tot we in de buurt kwamen van de twee vrouwen, en een praatje begonnen. Het was een bejaarde Engelse vrouw die met haar dochter reisde. De oom van de bejaarde vrouw woonde en had gevochten in Hong Kong, en zijn naam stond op de lijsten van vermisten – maar er lagen zo veel onbekende soldaten (relatief gezien naar de grote van de begraafplaats echt meer dan we ooit buiten de Eerste Wereldoorlog slagvelden van Ieper en de Somme gezien hebben), dat het goed mogelijk is dat hij toch ook nog hier begraven was, als onbekende soldaat. Later lazen we dat hier 444 onbekende soldaten begraven liggen. Ongelofelijk! De vrouw en haar dochter waren in ieder geval erg onder de indruk van de begraafplaats, en liepen ieder graf af; het was een jarenlange wens van de moeder om hier heen te gaan en ze waren dus ook speciaal hiervoor naar Hong Kong gereisd. En nu ze deze bezocht had, wilde ze dichterbij huis ook nog wel meer begraafplaatsen bezoeken – sowieso was ze erg geintereseerd geraakt in lezen over de Tweede Wereldoorlog door haar speurtocht naar haar oom.

Hans en ik gingen verder; we hadden weliswaar geen persoonlijke link met iemand op deze begraafplaats, maar de Nederlanders die er begraven waren wilden we natuurlijk wel even zien. En 77 graven leek ons gemakkelijker zelf te vinden dan dat ene Nederlandse graf in Yokohama War Cemetery! Ik had al van een afstandje gezien dat sommige grafstenen een wat bollere bovenkant hadden dan het standaardmodel, en vroeg me af of dat misschien Nederlanders waren. Inderdaad, al gauw vonden we tussen de Engelsen een rij Nederlanders, met de “bolle” grafstenen met de Nederlandse leeuw erin, met twee ongeindentifceerde “geallieerde soldaten” in het rijtje – die zijn vermoedelijk ook Nederlanders maar konden ze waarschijnlijk niet definitief genoeg identificeren.

Het viel ons op tijdens het rondlopen langs de graven dat er erg weinig persoonlijke uitingen waren – nog geen poppies of kruisjes. Waarschijnlijk is deze begraafplaats te ver uit de route voor veel mensen. Beneden aan de heuvel vonden we echter wel een krans met een persoonlijke boodschap, van een moeder en dochter (en schoonzoon) aan haar vader, en in dat gedeelte van de begraafplaats zagen we inderdaad af en toe een kleine poppy bij een graf gestoken, en bij een graf stond zelfs een van de ceramische poppies (een voor iedere soldaat van het Verenigd Koninkrijk) uit de slotgracht van de Tower van Londen tijdens de 100-jarige herdenking van het begin van de Eerste Wereldoorlog in 2014.

Toen kwamen we bij rijen en rijen Canadezen – het blijft altijd indrukwekkend en ik vind het eigenlijk wel mooi hoe ze de graven meestal per land of regio scheiden; dan is de impact eigenlijk nog groter – want nu was heel het schuine gedeelte van de begraafplaats Engels (exclusief dat rijtje Nederlanders), en hier lag een veld Canadezen, rij na rij.

Achter de Canadezen was het kruis, en daarachter lagen de rest van de Nederlanders, 4 rijen. Ongelofelijk. Zelfs een Majoor Admiraal lag er, ene Elzenga.

In het achterste gedeelte lagen de Indiers en van diegene die niet geidentificeerd konden worden, stond er heel mooi beschreven op het graf “A soldier of the Indian Army 1939-1945 is honoured here”. Ook lagen hier soldaten, politie en andere gesneuvelden uit de Hong Kong regimenten zelf. De allerlaatste rij bestond uit twee delen; aan de ene kant werden totaal 16 soldaten herdacht die in Kowloon Moslim Cemetery waren begraven die in de loop der tijd had moeten wijken voor bebouwing; hun grafstenen waren hier naar toe gebracht (en misschien ook hun stoffelijke resten, dat kon ik niet eruit halen). Aan de andere kant stonden de grafstenen van 12 Eerste Wereldoorlog soldaten die in dezelfde, vermoedelijk kleine, begraafplaats hadden gelegen.

Het was inmiddels 10 voor 12 en warm en benauwd, dus we zijn geleidelijk aan weer terug naar boven gelopen, en kwamen onderweg nog een graf voor een Nederlandse K.N.I.L soldaat tegen, uit Indonesië. De Engelse vrouwen liepen ondertussen in de buurt van de ceramische poppy, maar hadden hem niet gezien, dus we wezen ze erop – ze kende de ceramische poppies inderdaad, hadden er zelf eentje gekocht, en waren onder de indruk dat zoeentje hier terecht was gekomen. Wij vertelde dat we ze ook in Frankrijk en zelfs in Nieuw Zeeland gezien hadden.

Een kwartiertje later hebben we weer even gezeten op het bankje bij het monument bovenaan de begraafplaats, en een pakje sultana’s gedeeld en wat gedronken. Toen we klaar waren en nog even alle naamborden op het monument nagelopen waren, en gekeken hadden of de vrouwen, die onderhand ook weer boven liepen, wel wat te drinken bij zich hadden (want anders hadden wij ze wat van ons aangeboden, het was te warm om zonder drinken te zijn), zijn we rond half 12 terug gaan lopen naar het metrostation.

We hadden tijdens het lopen goed zicht op een van de begraafplaatsen en wat waren die steil! Er waren speciaal aangelegde terrassen tegen de heuvelwanden geplakt met een trap om erbij te komen, wat een hoogte en zo steil, ongelofelijk.

Rond 12:45 waren we terug bij het metrostation waar we weer twee enkeltjes kochten en onze route andersom terug zijn gereisd – nu haast nog gemakkelijker dan de heenweg, omdat we wisten wat we moesten verwachten! Ongeveer 13:30 waren we terug in het winkelcentrum van waaruit we de shuttle terug naar het schip konden nemen, maar we hadden zin in lunch en besloten te gaan zoeken naar een dim sum restaurantje in het winkelcentrum.

De restaurantjes waren lastig te vinden in het winkelcentrum, het was niet zoals in sommige malls dat alle eetgelegenheden in één gedeelte te vinden waren, maar eettentjes waren hier verspreid over de verschillende verdiepingen – en we ontdekte dat je niet met iedere roltrap op iedere verdieping kon komen! Plus wij hadden trek in dim sum, maar duidelijk dat in deze mall vooral buitenlands geboden werd; dus Franse eclairs en gebak, Taiwanese keuken, Vietnamese keuken, pizza, Italiaans en Europese keuken, van alles maar niet lekkere Chinese dim sum!

Op gegeven moment vonden we een groot restaurant, zeg maar de La Place van V&D (maar dan anders) en daar zagen we veel Aziatische eetkommen en eetstokjes, dus dat zag er mogelijk veelbelovend uit – het bleken echter vooral vaste maaltijdschotels te zijn en sterk Japans georienteerd. Zucht, heerlijk, maar niet waar we NU trek in hebben! Zul je zien dat als we zin in Japans hadden gehad, we alleen maar dim sum restaurantjes hadden kunnen vinden...

We liepen verder, en kwamen opeens in de receptie van een bedrijventoren terecht – die zat schijnbaar aan het winkelcentrum verbonden. Handig voor de medewerkers tijdens hun lunchpauze, maar wij zochten nog steeds een eettentje! Dus we zijn weer terug het winkelcentrum ingelopen. Toen vonden we in een hoekje verscholen een soort overzicht van waar alle eettentjes in het winkelcentrum waren, kijk dat moesten we hebben! En op een verdieping zagen we “Wonton Master” aangegeven, dat klonk meer ons richting op, dus we zijn daar naar toe gelopen. We kwamen uiteindelijk rond 13:45 bij zijn rivaal “Kingduck” terecht, omdat die een spandoek voor de ingang had met daarop als een van de geadverteerde gerechten de typische bamboe-bak van dim sum, en omdat we Kingduck eerder vonden dan Wonton Master...

Een dame met een grote bril, die weinig Engels sprak en een beetje brusk leek zat aan een bureautje bij de ingang, waar je moest wachten tot je geroepen werd voor een tafel. Wij keken haar aan, zij keek naar ons, leek verrast dat we naar binnen wilde (de prijzen van de voorbeeldgerechten leken wel een beetje hoog maar nog te doen), bevestigde dat we met visa konden betalen en bracht ons naar een tafeltje, ging een hele stapel menu’s halen en sloeg er eentje open, wilde we thee? In een zangerig Chinees-Engels met zwaar accent. En ze wees de selectie thee aan – ik zag weinig dat ik herkende en wat ik herkende wilde we niet, dat was allemaal groene thee en zo. Ze prees met name de bovenste aan, “pu-er” thee. Geen benul wat dat was! Dus ik vroeg, heb je ook zwarte thee? He wat zwarte thee? Wat is zwarte thee? Bedoelt u koffie misschien? Schaalde ze lachend door de ruimte. Pfffff laat maar te ingewikkeld doe maar die “pu-er” en dan zien we wel...


Er werd al gauw een keteltje gebracht met een label op het deksel, “pu-er tea”. Dat bleek dus zwarte thee te zijn, en langzaam ging er een lichtje branden bij mij, misschien was pu-er wel het Engelse “pure” maar verkeerd geschreven. Dus in andere woorden, gewone thee en zij ging er al van uit dat wij westerlingen waarschijnlijk gewone thee wilde.

De thee was opgelost. Nu wat bestellen om te eten. Het eerste menu dat we opensloegen was een of ander specialiteiten en/of feestdagenmenu, met schrikbarend hoge prijzen, oef! Gauw wegleggen. Na het theemenu, een drankjesmenu, het gerecht van de dag (of zoiets, in het Chinees) en nog een of twee papiertjes weggelegd te hebben vonden we het gewone menu, met een zevental verschillende dim sum gerechten om uit te kiezen! Mooi, we kozen de 3 lekkerste in onze ogen, á zo’n 5-6 euro per gerecht. Niet heel goedkoop maar het was niet anders, hopelijk wel lekker!


We vroegen om wifi van het restaurant, die was er wel maar daar konden we niet op zonder via Facebook in te moeten loggen, dus dat ging hem niet worden. Gelukkig was er ook een uitstekende stadswifi beschikbaar, wel maar een half uurtje maar als die op was, kon je een andere kiezen – want er was de wifi van de stad, de wifi van de regering, de wifi van de stad in het winkelcentrum, enzovoorts; verschillende opties die uiteindelijk allemaal hetzelfde waren en ieder zo’n 30-45 minuten wifi per keer boden. We hebben even flink wat foto’s van de afgelopen tijd naar de whatsapp gestuurd en een paar mensen even kunnen appen, en ondertussen heb ik grotendeels de pot pu-er thee opgedronken (Hans nam één kopje, ik de rest) terwijl we smulde van onze gekozen gerechtjes, heerlijk! We hadden gewone dim sum, “soep dim sum” (gevuld met hete bouillon) en dim sum in een heerlijke chili-knoflook saus. Erg lekker allemaal!

Toen we uitgegeten en uitgeinternet waren vroegen we om de rekening – Grote Bril kwam hem brengen, en Hans zette een krabbeltje erop – nee nee nee dat was niet daar de bedoeling, wilde we euro’s of Hong Kong Dollars betalen! We konden schijnbaar kiezen, doe dan maar euro’s. Hans gebaarde zo van sorry, ik had mijn bril niet op en Grote Bril moest lachen en bood haar bril aan. Toen vroeg ze in haar beste Engels waar we eigenlijk vandaan kwamen en hebben we even met handen en voeten gebabbeld over Hong Kong.


Iets na 15 uur kwamen we in het parkeerterrein bij de wachtplek voor de shuttle, en om 15:30 kwam de shuttle er pas aan. Maar gelukkig was ook hier de wifi prima dus we verveelde ons niet; sommige bemanningsleden waren zelfs niet verder gekomen dan hier en gelijk gaan internetten nadat ze uit de shuttle gekomen waren. We gingen bijna gelijk rijden en een kwartiertje later kwamen we bij de terminal aan.

Na bijna een half uurtje lopen door de gigantische terminal waar hier en daar groepjes bemanningsleden zaten te internetten, door de veiligheidscheck en de meterslange lege gangen van glas, marmer en metaal (het is net een vliegveld, maar dan smal en leeg, want ons schip is de enigste hier), kwamen we om 16:15 eindelijk weer terug aan boord. We waren dik tevreden met ons dagje Hong Kong en de lekkere lunch, en nou een beetje moe dus we hebben onze hapjes opgegeten en gerust tot het tijd was om te gaan eten. We zijn wat vroeger gegaan zodat we buiten achter op dek 11 nog even van de skyline van de stad konden genieten.

Het was tijdens het avondeten weer eens aardig uitgestorven in het restaurant – mensen zijn nog in de stad, ongetwijfeld. Hans en ik zaten ook alleen voor het avondeten, want onze tafelgenoten hadden een avondexcursie. Om 19 uur zou er een lokale show zijn met kung fu en drakendansen, dat klonk goed! Dus we vroegen onze ober om alsjeblieft alles wat sneller te laten serveren zodat we daar heen konden. Hij deed zijn best en om 18:50 vonden we een prima plekje in de Palladium show lounge, klaar voor de show.

De show was een beleving maar niet per se op een positieve manier. Onze cruise director kondigde aan bij het begin dat de lokale ploeg uit Hong Kong hun eigen aankondigingen zou doen, en een giechelige studente kwam op het podium. Ze had zo te zien geen flauw benul van het programma dat ze moest aankondigen, of het programma werd ter plekke verwisseld, en niemand leek rekening gehouden te hebben met het voorbereiden, wisselen en opzetten van de verschillende onderdelen, dus af en toe vielen er lange gaten die zij dan met flauwe grappen, geratel en pogingen tot interactie met het publiek opvulde. Heel apart! Regelmatig werd iets op het podium gezet dat dan iets later gauw weggehaald werd (zoals het bankje dat achter de cruise director stond en opeens door een kind met een drakendansbroek aan weggegrist werd).

Het eerste nummer was een beetje vreemde gezongen kung fu-achtige dans door twee jongemannen in flitsende maatpakjes. Erg gestileerd en overdreven bewegingen die qua kung fu zelf nog geeneens zo bijzonder waren, maar het was misschien een opwarmertje want er zou later in de show een echte kung fu demonstratie komen. En het was wel een vlotte openingsact.

Toen was er even een lange pauze waarin wat toneelmedewerkers bankjes op het podium zette en onze Chinese studente weer een heel giechelig verhaal aan elkaar ratelde zodat ondertussen de volgende act zichzelf kon voorbereiden. Dat was een erg leuke dans, uitgevoerd door een vader en zijn kind, met een neon-roze draak/leeuw met allerlei bewegende ogen, bek, oren en oogleden. Erg knap gedaan! Twee muzikanten speelde op trommel en bekkens (de trommelaar droeg een maskertje, apart) en de vader en zoon gaven een mooie dans en liepen daarna langs de eerste rij van het publiek zodat zij de kop konden aaien – erg expressief, je vergeet bijna dat het twee mensen met een doek over hun rug en een grote kop van bamboe en stof zijn. Hoewel het vooral een vrolijk neon-roze reuzenhondje leek te zijn en niet zozeer een draak of leeuw! Maar erg leuk.

De studente kwam weer kwebbelen op het podium terwijl zoontje en de bekkenspeler de attributen opruimde, en toen duurde het een paar minuten voor de volgende act op het podium kwam. Ik DENK dat het Chinese komische opera was, maar het kan ook gewoon heel erg slecht zijn geweest, dat was niet helemaal duidelijk. Er werd in ieder geval een bijna 5 minuten lange aria gezongen door een man, volgens mij verkleed als vrouw, met falsetto stem en al dan niet express vals.

Toen hadden we bijna 10 minuten lang de studente op het podium die van alles en nog wat ter plekke verzon om te zeggen, mensen uit het publiek uitnodigde om Chinese opera te zingen en uiteindelijk een man wist te strikken om het podium op te komen om een demonstratie te geven, en toen er nog altijd geen andere act klaar was, zelf maar een wiegeliedje probeerde te zingen. Ondertussen begonnen steeds meer mensen weg te lopen, de gehele show was nogal bizar.

Eindelijk had de operazanger zich omgekleed en kwam weer op het podium, en begon weer aan een volgende komische Chinese opera-aria (al dan niet express of per ongeluk vals en uit de toon). Nu liepen echt veel mensen weg! Hij ging van zijn tweede aria over naar zijn derde aria, en onze oren begonnen er pijn van te doen, maar we wilde eigenlijk wel zien waar dit allemaal nog heenging. Het was echter onderhand al 19:45 en de show was dus al drie kwartier bezig, plus wij wilde ook graag naar de lichtshow buiten gaan kijken, dus terwijl hij nog met zijn derde aria bezig was zijn we weggegaan en naar het achterdek op 11 gelopen. Wat een bizarre show!

De lichtshow van de skyline van Hong Kong is schijnbaar in het Wereldrecordboek genoemd als zijnde de grootste permanente lichtshow ter wereld. Dat moest dus wel spectaculair zijn, want Shanghai was al spectaculair geweest! We stonden iets voor 20 uur buiten en om 20 uur zou het beginnen; de lichtshow zou in de verte, in het oude centrum, plaatsvinden maar wij konden vanaf ons schip waarschijnlijk wel een goede indruk krijgen ervan.

Tot onze verbazing stelde het eigenlijk helemaal niet zo veel voor; er kwam iets meer bewegende en gekleurde verlichting op de torenflats en wolkenkrabbers dan normaal ’s nachts, en er waren wat lichtbundels die heen en weer bewogen op de daken van sommige van de gebouwen, maar voor de rest zag je er eigenlijk weinig van. Een of twee gebouwen hadden een soort van bewegende beelden op hun facades, maar niet te vergelijken met de complete filmpjes die afgespeeld werden op de wolkenkrabber vlakbij ons schip in Shanghai! Het was wel een mooi verlichte skyline, maar Shanghai was veel spectaculairder geweest dan dit. Jammer! We hadden dus eerst Hong Kong en daarna pas Shanghai moeten bezoeken, want nu heeft de overdadige kleurenpracht en lichtjes van Shanghai onze ervaring van Hong Kong verpest! We hebben tot een uur of 20:15 gewacht, om zeker te weten dat het voorbij was en er geen grande finale was, maar we denken dat dit vooral bij feestdagen erg indrukwekkend kan zijn, want dan is er ook vuurwerk en zo. En er zou muziek moeten zijn, maar daar moest je (misschien niet onlogisch) eerst de app voor downloaden en die schaalde niet zoals ik de indruk had gekregen een kwartier lang door de stad!

Wij zijn toen we uitgekeken waren terug naar binnen gegaan en vonden het eigenlijk haast jammer dat we hiervoor de show hadden onderbroken – we waren wel benieuwd hoe die verder was afgelopen! Maar we hebben lekker een kopje koffie in onze hut gezet en onze kussen-chocolaatjes opgesmikkeld. Iedere avond ligt er een chocolaatje op ons kussen, wat een genot!


Dag 74, Woensdag 21 maart: Hong Kong, 78 km gevaren, 10 km gereden, 10 km trein

We hadden voor vandaag min of meer besloten om gewoon de andere shuttlebus naar Diamond Hill te nemen en dan daar een beetje in de mall en de omgeving rondsjouwen, misschien nog een keertje lunchen met dim sum, voor we terug naar het schip zouden gaan. Maar vanochtend stelde Hans voor of er misschien toch niet nog iets te doen was vandaag – uiteindelijk worden wij van een mall niet zo heel vrolijk. Dus we hebben vanochtend nog even met het internet, dat toevallig eventjes redelijk te doen was (het is hier vaak erg langzaam omdat iedereen erop zit natuurlijk), gekeken wat we konden vinden en Hans las de blaadjes en papieren na die we hadden, en een tempel die ons wel grappig leek, Mon Ma tempel, vonden we te ver weg want we hadden geen zin lang te reizen, maar een andere, Sik Sik Yuen Wong Tai Sin Tempel, bleek op zo’n 15 minuten lopen van Diamond Hill te liggen, en was schijnbaar erg de moeite waard. Dus dat klonk als een ideaal uitstapje voor vanochtend! Plus er was vlakbij Diamond Hill ook nog een tuin en een nonnenklooster, dus genoeg te doen.


We waren door dit onderzoek wat later op pad dan anders, en liepen om 9:45 pas van boord de terminal in. De VVV-dames stonden er nog, dus ik vroeg nog even voor de zekerheid waar alles lag en wat de entreegelden waren, zodat we eventueel alvast hier nog wat extra konden wisselen – maar alles bleek gratis te zijn, ideaal! Ze gaf ons een papiertje waarop de Sik Sik Yuen Wong Tai Sin tempel stond omschreven; als we één halte met de metro namen vanuit Diamond Hill was het zelfs maar 3 minuten lopen, en daar zouden we nog wel genoeg cash voor hebben, dus nog beter. We liepen naar de bushalte, langs een enorme rij mensen met koffers die van boord gingen – er lag ook een ander schip naast ons vanochtend, die waren vannacht of vanochtend aangekomen en daar gingen duidelijk ook mensen van boord vandaag, dus de paar taxi’s konden het nauwelijks aan, er leek geen einde aan de rij wachtende mensen te komen! Later hoorde we dat er van ons schip zo’n 160 mensen van boord zijn gegaan, en iets minder dan dat terug ervoor in de plaats aan boord gekomen.

We stapte om 10 uur in de shuttle naar Diamond Hill en na een klein kwartiertje wachten was hij vol en ging hij rijden. Onderweg reden overvol beladen taxi’s langs ons – verschillende kregen de achterbak zelfs niet eens dicht vanwege de grote koffers die de cruisemensen bij hadden! Iets na 10:30 kwamen we aan bij de shuttlehalte, waar een jonge vrouw met een bordje stond om aan te geven dat dit de shuttlehalte was en wanneer de laatste shuttle zou gaan vandaag. Een paar van de mensen die vandaag van boord gingen waren heel slim met hun bagage met onze shuttlebus meegegaan zodat ze, weg van de hordes mensen bij de terminal, in alle rust een taxi konden nemen. De tijd die ze aan de shuttle kwijt waren was nog altijd veel en veel korter dan in die rij moeten staan bij de terminal!

Vlakbij de plek waar de shuttlebus stopte was ook de Nan Lian tuin – een oase van rust en sereniteit, volgens internet. Maar wel met drie snelwegviaducten erboven aangelegd!!! Op of naast het terrein zou het nonnenklooster moeten zijn, maar wij hadden in ieder geval besloten naar de Sik Sik Yuen Wong Tai Sin Tempel te gaan, omdat het een drukke populaire tempel is en mensen kijken is altijd leuk.

Hans en ik liepen naar de metro, kochten een kaartje voor de volgende halte, Wong Tai, (maar 9 Hong Kong dollar, zo’n 90 cent, voor twee enkeltjes), en toen we beneden bij het spoor kwamen kwam de metro er al haast aan. Ideaal! Amper 10 minuten nadat we uit de shuttlebus gestapt waren stonden we al in Wong Tai te kijken welke uitgang we moesten nemen voor de tempel. Het systeem van letter- en nummercombinaties om te weten welke uitgang van het metrostation je moet hebben werkt goed; in dit geval moesten we B3 onthouden voor Wong Tai, en in Diamond Hill hadden we entree C2 genomen. Erg gemakkelijk – sowieso vinden we heel het Hong Kongse metrostelsel van kaartjes kopen, orienteren en overstappen een van de makkelijkste en sympatiekste metrosystemen die we ooit ervaren hebben.

10 voor 11 waren we uit de metro en zagen de tempel al gelijk liggen; dat was gemakkelijk! We hadden op internet gelezen dat deze tempel razend populair en altijd druk was, en dat klopte, op het pleintje ervoor stond het al zwart van de mensen. Deze tempel is schijnbaar zowel op Buddism, Taoism als op Confucianism gericht, en later las ik op internet dat er ongeveer 6 miljoen bezoekers per jaar komen, en dat de tempel beroemd was omdat “alles wat je wenst uitkomt” – geen wonder dat hij populair is! Zo’n kans kun je niet missen als je in de buurt bent... Maar het verklaarde dus waarom, zelfs op een doordeweekse dag om 11 uur, de tempel al zwart zag van de mensen – wij hoeven hier niet te zijn op een feestdag, dan moet het echt ongelofelijk druk zijn! Maar het was de drukte die het juist nu ook zo leuk maakte om er rond te lopen.

Bij de ingang stonden twee mooie bronzen draken, en wij werden door de stroom mensen min of meer langs de linker, vrouwelijke draak geleid. Daar waren allerlei vrouwen in het voorbijgaan de draak aan het aanraken; haar babydraakje, haar klauwen, flanken, borst, snuit, overal waar ze bij konden – deze delen waren dan ook glimmend gepoetst van al het aanraken over de jaren (ze worden waarschijnlijk zes miljoen keer per jaar aangeraakt...). Wij hebben haar in het voorbijgaan ook aangeraakt, ik heb alleen geen idee waar we daarmee voor gewenst hebben... Waarschijnlijk alleen maar voor geluk, aangezien Aziatisch draken geluk zouden moeten geven. Sommige dames om ons heen moesten giechelen dat de witneuzen hun nadeden, maar voorlopig waren we ver de enigste blanken daar!

De stroom mensen leek naar links af te slaan dus wij volgde, een trap op die richting de hoofdpoort van de tempel leek te leiden. Voor de hoofdpoort was een klein pleintje met langs de randen grote standbeelden van mensenfiguren met dierenhoofden. Hier was het nog 10 keer zo druk als beneden op het grote plein voor het tempelcomplex! Iedereen wilde de beelden aanraken en ermee op de foto, wat een chaos! Er werden alleen specifieke delen van de beelden aangeraakt, zo was van de een zijn handen helemaal glimmend gepoetst, en bij het andere beeld de kwast die hij vasthield. Het leken mij beelden van de Chinese dierenriem, en je zag ook wel dat een hoop mensen met een specifiek beeld op de foto wilde – het beeld van hun geboortejaar waarschijnlijk. Erachter hing een mooi gordijn van duizenden gouden en rode miniatuurlampionnentjes met een belletje en een wens eraan.

Wij lieten ons een beetje door de mensenmassa heen en weer deinen, kijkend naar de mensen die selfies maakte bij de dierenbeelden of poseerde terwijl anderen foto’s van ze maakte en een beetje mopperde (zo klonk het, je verstond er natuurlijk niets van) op elkaar om weg te gaan zodat ze er bij konden – allemaal heel gemoedelijk, maar we merken dat men hier wat meer doordouwt en minder uit de weg gaat voor elkaar. Nogmaals, heel gemoedelijk allemaal, maar het is niet te vergelijken met het overdreven beleefde in-rijen-staan waar de Engelsen aan boord zo dol op zijn. Hier moet je je plekje opeisen anders ben je hem kwijt, en er is ook geen tijd voor al dat beleefde gedoe, gewoon hup je foto maken en wegwezen zoals iedereen – past wat beter bij ons Nederlanders denk ik ook.


Toen we bij de dierenbeelden uitgekeken waren liepen we richting de grote poort, wat het volgende punt op het programma leek te zijn als je naar de mensenstroom keek; ook hier waren weer veel mensen aan het poseren en selfies aan het maken, lachen! Er waren zo te zien Aziatische toergroepen, die allemaal een bepaalde kleur sticker en/of een nummer op hun borst geplakt hadden, en al dan niet achter een gids met een vlaggetje aanliepen. Toen we bij de hoofdpoort omhoog gelopen waren zagen we zo af en toe even een enkele of een paar westerlingen, meestal met een gids, en soms alleen, maar voor de rest waren Hans en ik de enigste niet-Aziaten die daar rondliepen!

Terwijl we de trappen opliepen naar het hoofdplein van de tempel zagen we al mensen met aangestoken wierookstokjes lopen (bijna altijd een bosje van zo’n 10 stuks bij elkaar), maar toen we eenmaal op het hoofdplein stonden was het ook weer een chaotische mensenmassa – bijna iedereen hield bosjes rokende wierookstokjes in de hand, er werd gebeden in de richting van het hoofdaltaar of de zijaltaars aan de zijkant, en er was een stukje van het plein afgezet zodat mensen op speciaal daarvoor bestemde kussentjes konden knielen met hun offerandes (mandarijnen, appels, cakejes, bloemen, wierook) en een busje vol genummerde of gemerkte stokjes konden schudden terwijl ze aan het bidden waren. Het stokje dat eruit viel moest je noteren en dan kon je opzoeken welke standaard-toekomstvoorspelling daarbij hoorde, maar je kon ook daarmee naar de waarzeggers en toekomstvoorspellers gaan in een apart gedeelte van het tempelcomplex om je toekomst wat gedetaileerde voorspeld te krijgen. En schijnbaar gaan veel mensen dan naar verschillende waarzeggers om een zo gedetaileerd mogelijk verhaal te krijgen.

Boven ons hoofd hingen rijen en rijen mooie gele en rode lampionnen, en de tempel zelf (wat je ervan kon zien in deze visuele en fysieke drukte!) was felgekleurd en met veel goud versierd. En je hoorde steeds het geratel van de stokjes, gemompel van gebeden en algemeen geroezemoes van zo veel mensen, en we werden bedwelmd door de wolken en wolken wierook die steeds langskwamen! Erg leuk om hier rond te lopen!

We liepen door de meute naar de voorkant van het pleintje, waar de entree naar de hoofdtempel afgezet was, je kon alleen voor de trappen staan kijken. Er stonden grote bakken met zand gevuld op stevige tafels en daar werden complete wouden aan wierookstokjes ingestoken door de bezoekers. En terwijl we daar stonden kwam een tempelmedewerker, met een mondkapje voor en dikke vuurvaste handschoenen aan, aangelopen in het afgesloten gedeelte, pakte vanuit de achterkant van de tafel zoveel wierookstokjes vast als hij in twee handen kon dragen, en liep ermee naar een grote stenen lantaren waar een vuur in brandde, en gooide ze erin!

We hebben een tijdje staan toekijken, en amper een minuut of twee later was de dichtstbijzijnde bak zand al weer aardig gevuld met nieuwe wierookstokjes, en na nog een minuut of twee herhaalde hij het ritueeltje van het weghalen en verbranden van de in het zand gestoken stokjes. Dus zijn taak was om ervoor te zorgen dat de bakken zand nooit overvol raakte en iedereen zijn wierookstokjes kon offeren – en omdat er zo enorm veel mensen op deze tempel afkwamen was het dus niet mogelijk om de wierookstokjes op te laten branden, en werden ze als tussenoplossing in het vuur van die stenen lantaren gegooid – soms al een paar seconden nadat de bezoeker ze geofferd had! Aan de zijkant van de tempel stond zelfs nog een professionele verbrandingsoven met afzuiging, misschien om de resten as en zo nog efficienter te verbranden.

Wij hebben er een paar minuten staan kijken naar de drukte bij het hoofdaltaar, tot we helemaal verrookt waren door de wierook, en zijn toen verder gelopen richting de rest van het tempelcomplex. De verschillende delen van het tempelcomplex hadden geglazuurde ceramische daken in allerlei kleuren zoals blauw, groen of oranje, met mooie kleine standbeeldjes aan het einde van iedere hoek, en bij sommige paviljoentjes zelfs belletjes aan het dak gehangen.

Hans had gezien dat er een nummer op een spandoek stond – een soort van aangeraadde volgorde om door het complex te lopen misschien? Dus wij besloten de nummers te volgen, wat ook de meeste mensen leken te doen. Hoewel de allergrootste hordes mensen gestaan hadden bij de dierenbeelden en bij het hoofdaltaar, en het nu in de rest van het complex relatief rustig werd. (nog altijd heel druk!) Er was echter naast het hoofdaltaar nog een tweede paviljoen en daar was het ook behoorlijk druk en hadden ze ook een wierook-opruim-man in dienst.

We liepen verder een beetje rond, kwamen langs het hoofdkantoor van het complex, dat professioneel gerund wordt zo te zien – als je een donatie wilde brengen kon dat daar – en overal stonden verschillende paviljoentjes met steeds weer andere altaars van binnen. Ieder paviljoen was voor een andere heilige of onderwerp waarschijnlijk, wij weten er te weinig van af om precies te weten waar we naar kijken. Grappig was wel dat er bij bijna ieder paviljoen een stenen of bronzen plaat stond wanneer het door wie geinaugureerd of na renovatie opnieuw in gebruik genomen was!

We liepen door een poort en kwamen bij een aangelegde tuin met waterpartijen, koi-karpers en bruggetjes en paviljoentjes. Uit verborgen speakers speelde rustgevende Chinese achtergrondmuziek om een sfeer van hemelse rust en ontspanning te geven midden in het geroezemoes van dit drukke tempelcomplex en een miljoenenstad – de torenflats omringde het tempelcomplex! We hebben er even rondgekeken en liepen er toen weer uit naar het volgende paviljoentje.

We kwamen bij een mooi veelhoekig paviljoentje met op vier kanten een ceramisch beeld – zoals Hans zei, hier stond het hartstikke mooi, maar zou zijn moeder een kleinere uitvoering ervan in haar kast hebben staan zou hij geroepen hebben wat ze nu weer voor lelijks gekocht had!

Het leek ondertussen wat rustiger geworden te zijn op het voorplein met de dierenbeelden, dus besloten we daar nog even terug naar toe te gaan om wat beter naar de beelden te kunnen kijken, en het werd een sport om ieder beeld te fotograferen zonder dat er iemand op stond te poseren of het stond aan te raken! Dat heeft wel 7 minuten gekost al met al, want het was nog altijd erg druk... Het aanraken van de beelden deed ons denken aan Rusland, daar doet iedereen dat ook altijd omdat ze geloven dat het geluk brengt; snuiten en poten van dieren, handen van mensen, en specifieke objecten zijn in Rusland altijd glimmend gepoetst door alle aanrakingen, en men gelooft dat het aanraken van het object dat je graag wilt ervoor kan zorgen dat je dat object ook krijgt.

Omdat we er nu vlakbij waren zijn we even het “winkelcentrum” aan waarzeggers en toekomstvoorspeller-stalletjes ingelopen naast de tempel. Daar voorbij was een klein pleintje met allerlei bronzen standbeelden van knielende figuren met een lantaren in hun handen – al deze lantarens waren aan het branden, en ze waren duidelijk bestemd om je wierookstokjes bij aan te steken, wat iemand die ondertussen nog druk aan het bellen dan ook deed. We zagen een doorkijkje naar wat zo te zien een prachtige kleurrijke verbeelding van de negen verschillende Chinese draken was, maar konden er niet bij omdat het in onderhoud was, helaas. We liepen terug via het pleintje voor het hoofdaltaar (nog altijd behoorlijk druk, de volgende golf mensen was al weer onderweg), en omdat we op een plattegrondje van de rustgevende tuin ontdekt hadden dat het een heel groot complex was en wij alleen op het allereerste bruggetje gestaan hadden, zijn we daar nog even terug naar toe gelopen.

Hier vonden we een klein, wat hoger gelegen, paviljoentje dat over de waterpartijen neerkeek, en hebben gezeten en wat gedronken en een pakje sultana-koekjes gedeeld omdat het onderhand al weer bijna 12 uur was en we honger hadden. We probeerde toen we uitgezeten waren nog om bij de drakenmuur te komen maar die was helaas gewoon helemaal niet toegankelijk vanwege onderhoud. Jammer!

Via een zigzag pad (zig-zag omdat demonen alleen rechtdoor kunnen lopen) liepen we naar de hoge brug bij de ingang, waar we even neergekeken hebben op het water en de koi-karpers en schildpadden. Hier zat een blank koppel even te rusten – we hebben vandaag misschien totaal maar zo’n 15 blanken in heel het tempelcomplex gezien, het ligt duidelijk niet op de toeristische route terwijl het erg leuk is om er rond te lopen. Sommige van de koi-karpers waren overigens meer dan een halve meter lang, richting de 60-70 centimeter – die beesten hebben het hier goed zo te zien! En eentje was heel mooi goud-kleurig terwijl de meeste combinaties van zwart, oranje, wit en geel waren.

Het was onderhand 12 uur geweest en we waren wel uitgekeken in het tempelcomplex – we hadden ook ver alles bezocht en gezien wat er te zien was – en zijn op ons gemak richting de uitgang gewandeld. We hebben nog even bij de soevenirstalletjes gekeken buiten de tempel, waar alles wat je kopen kon rood en goud leek te zijn, en zijn toen de metro ingedoken, hebben kaartjes gekocht terug naar Diamond Hill en zijn naar het platform gelopen om op de metro te wachten.

Amper een paar minuten later stapte we al weer uit en zijn we het shoppingmall complex ingedoken bij Diamond Hill, waar we al weer wat medepassagiers herkende in de mensen en ook bemanningsleden zagen. We hebben er even een beetje rondgelopen, en besloten om maar geen dim sum lunch te nemen want dat hadden we gisteren nog zo lekker gedaan, en alleen te zoeken naar een supermarkt om onze laatste Hong Kong dollars op te maken – we hadden nog 28,5 Hong Kong dollar, rond de 3 euro, daar zouden we toch wel een zak chips van moeten kunnen kopen!

We zagen een supermarkt aangegeven op de vierde etage van de mall, en zijn gelijk met de roltrappen naar boven gegaan, waar de roltrap ons letterlijk midden in de supermarkt bracht. We hebben bij de chips staan rekenen tot we voor 27,80 twee zakken garnalenkroepoek en een klein zakje “groenten”chips vonden – niet slecht! En die 70 dollarcent die over was, was maar zo’n 7 eurocent ongeveer, dus al met al niet slecht gedaan vonden we zelf.

We kwamen iets voor 12:45 bij de halte van de shuttlebus aan, en kregen te horen van medepassagiers waar we weleens mee kletsen en die heel aardig zijn dat de shuttlebus om 12:45 zou vertrekken – goeie timing! De shuttlebus-chauffeur kreeg onze laatste dollarcenten als fooitje (meerdere mensen gaven hem hun laatste Hong Kong dollars, bij ons kwam hij er een beetje bekaaid van af want we hadden dus bijna niets over – maar hij nam alles blij verrast aan!) Om 13:10 waren we bij de gigantische cruiseterminal, waar de rij voor de taxi’s onderhand weg was, en na 10 minuten lopen en een halve kilometer (als het niet meer is!) door de terminal de bordjes richting ons schip volgen, liepen we dan eindelijk in de slurf naar het schip waar we op dek 5 in het atrium uitkwamen. Ondertussen hadden we het stel waar we bij de shuttlebus mee hadden gekletst weer ingehaald, en spraken min of meer af om samen te gaan lunchen want het was nu 13:20 en het restaurant sloot om 13:30.

Terwijl Hans een krantje haalde liep ik alvast door naar het restaurant, en we kwamen precies op hetzelfde moment aan – hij was naar 7 gegaan en van daaruit gelopen, ik was door dek 5 gelopen en pas bij het restaurant omhoog naar 7 gelopen – we konden inderdaad nog terecht, en onze potentiele tafelgenoten stapte net op dat moment uit de lift dus die liepen gelijk met ons mee. We hebben gezellig gekletst en lekker gegeten, en weer eens lekker een toetje genomen voor de verandering bij de lunch.

Toen we klaar waren met eten, na 14 uur, was het tijd om te rusten in onze hut. Om 17 uur hoorde we opeens gedrum – onze cruiseschip-buren kregen een serenade van de drakendansers! Waarschijnlijk gingen ze dan zodirect vertrekken, dus we besloten onze schoenen weer aan te trekken en naar dek 11 achter te gaan om te kijken – want als ze zouden varen zoals ik dacht, dan zouden ze voor ons langs de draai maken. We hadden nog geen hapjes gehad vandaag, en stapte de gang in net toen de lange verlegen roomservicejongen, die af en toe ons lieve roomservicemeisje vervangt als zij late dienst heeft, voor onze deur stond met hapjes en fruit. We hebben gauw de boel overgenomen en in de hut gezet, en ondertussen was hij bij onze buren aan het kloppen – nee zeiden we, die zijn er niet (bedoelend dat ze van boord waren vanwege zijn noodopname in Manila). Oh bedankt zei hij, en deed met zijn sleutelkaart de deur open om de hapjes binnen te zetten. Oeps, laten we hopen dat Ivan daar nog af en toe binnenkijkt, want anders staat er onderhand voor 2 weken fruit en hapjes te rotten!

Er was ondertussen nog de verplichte veiligheidsoefening bezig voor de nieuwe passagiers, dus al de kamerstewards op onze gang stonden met hun oranje zwemvesten aan paraat. De Chinese kamersteward (we hebben ondertussen ontdekt dat hij Myamarmees is) noemt Hans altijd Mr. Ninja, omdat hij af en toe niet kan volgen hoe we dan weer daar in de gang verschijnen en dan weer ergens anders, omdat we rondjes wandelen. En sinds een tijdje begroeten ze elkaar dus met een kraanvogelpose! De Indiaase kamersteward verderop gaf, terwijl we langsliepen, een voor hem karakteristieke zwartgallige noot aan het geheel door glimlachend en gortdroog op te merken dat we echt niet veilig waren bij een ramp, dus we liepen maar gauw door naar het achterdek!


Daar was het buurschip net bezig te draaien, maar ze draaide een andere kant op – ze gingen via de andere kant van het eiland waar we op keken weg. Dus niet zo spectaculair om te zien, helaas. We hebben even gekeken terwijl ze draaide en begonnen weg te varen, en zijn om 17:30 terug naar onze hut gegaan.

Sinds een tijdje moeten alle obers ons opwachten bij de ingang van het restaurant, netjes in een rij, terwijl hun hulpobers de boel verder klaarzetten in het restaurant. Logisch dat de obers daar af en toe aardig melig van worden, en nu was er eentje die maakte een opmerking tegen een collega over mijn fototoestel, waarop een andere collega naar mij riep dat hij heel graag op de foto wilde – closer closer, ik moest er een closeup van maken; dus dat deed ik natuurlijk, en zette hem vol in beeld. Hij kon er wel om lachen! Ondertussen voeren er buiten in de haven een Amerikaanse paddleboot-rondvaartboot en een Chinese junk-rondvaartboot rond.

Onze hulpober loopt iedere maaltijd met hoog opgestapelde borden langs ons, en omdat we vandaag met zijn tweetjes zaten omdat onze tafelgenoten een lange excursie hadden, kon ik hem goed zien aankomen en heb ik er weer eens een foto van gemaakt. Hij zag mij het toestel optillen en trok een brede glimlach zonder te stoppen!

Toen we terug in onze hut kwamen lag er voor het eerst in tijden weer eens een briefje op het bed dat de klok een uur terug moet, we schelen nu 6 uur met Nederland.


Om 19:45 zijn we op ons balkon gaan kijken naar de lichtjes van de terminal, en toen gingen we naar buiten om te kijken naar het afmeren. Onderweg kwamen we Ivan tegen waar we nog even mee gebabbeld hebben, en eenmaal buiten hebben we genoten van het wegvaren uit Hong Kong. De lichtshow was dan wel niet indrukwekkend geweest, we vonden alle vele en vele flatgebouwen met hun individuele lichtjes hier erg mooi. En Hong Kong ligt op een aantal eilanden, dus we zagen de vele flatgebouwen en daartussen donkere delen van de heuvelwanden van de verschillende eilandjes. Erg mooi om langs te varen! Om 20:45 werd de loods opgehaald die met een flinke sprong van de loodsladder op het loodsbootje sprong, en we zijn rond 21 uur terug naar onze hut gegaan omdat de lichtjes van Hong Kong onderhand in de verte aan het verdwijnen waren.

’s Nachts voeren we nog af en toe dicht langs inktvisvissers met hun felle lampen, er zullen in deze wateren veel ogen nodig zijn op de brug om al dit soort vissersbootjes in de gaten te houden. Al met al waren we heel tevreden over onze twee dagen Hong Kong – we hadden een oorlogsbegraafplaats bezocht, geprofiteerd van het geweldige metrosysteem en met die tempel van vanochtend ook nog een erg leuk en zeker niet toeristisch uitstapje gehad.


free counters