Januari 2018: Wereldreis per cruiseschip

HOME
ROUTE
LANDEN
MV COLUMBUS
2021 SLOOP
AAN BOORD
WERELD

We zouden vandaag pas laat aankomen in Laem Chabang, om 9 uur, en iets na 8 uur toen we naar buiten keken waren we nog aan het varen op een spiegelglade zee en langzaam de haven in aan het varen. Het was zelfs zo ’s ochtends vroeg al warm en benauwd, en het fototoestel besloeg constant zodat het lijkt alsof het mistig is op de foto’s. Was dat maar waar, dan was het misschien wat koeler geweest! In een hoekje van de haven bij een kleine heuvel die in het water stak lag een hele vloot van kleine vissersbootjes met lange palen alle kanten op wijzend, waarschijnlijk voor de netten bestemd. We waren duidelijk weer een echte vrachthaven in aan het varen, want we voeren langs grote vierkante dichte autoboten, zagen tussen de schepen door ontelbare rijen gloednieuwe auto’s op de kades staan, en in de verte stonden rijen en rijen met kadekranen.

Om 8:30 draaide ons schip rond, met behulp van de sleepbootjes, om het laatste stukje naar de kade achterwaarts in te parkeren – dat doen ze wel vaker, bij aankomst gelijk goed gaan liggen zodat ze bij vertrek alleen maar weg hoeven te varen. Vanuit ons raam zagen we alleen maar vrachtschepen en kranen om ons heen, best apart om daar als cruiseschip tussen te liggen. We konden de kade niet zien en hadden geen idee of er iets van een cruiseterminal zou zijn, maar met dit uitzicht leek die kans niet heel erg groot!

Om 8:45 lagen we min of meer aan de kade en waren ze de laatste centimeters aan het manoevreren, dus hebben we onze spullen gepakt en zijn we naar beneden gegaan naar de showlounge, waar we voor onze excursie om 9 uur moesten verzamelen. De rij viel mee en we konden al gelijk uit het trappenhuis aansluiten in de rij. We haalde onze stickers voor de bus en ik ben toen nog even naar buiten gestapt op de promenade op dek 7 om te kijken. We lagen toch bij een soort van terminalgebouw, en deze kade wordt duidelijk ook gebruikt voor laden van auto’s want er stond een heel wagenpark te wachten. Het was inmiddels 9 uur en ze waren net begonnen de trossen vast te leggen aan de kade.

Hans en ik waren op een bankje net buiten de showlounge gaan zitten, maar op gegeven moment hoorde we een van de excursiemedewerkers iets omroepen in de showlounge – ze is alleen erg lastig te verstaan, zelfs als ze een microfoon gebruikt, omdat ze best zachtjes praat. Een passagier die naar buiten kwam zei dat ze gezegd had dat iedereen voor onze excursie in de showlounge moest komen zitten en de rest rond kon lopen als ze wilde. Hans merkte droogjes op dat dat beter via de intercom omgeroepen zou kunnen worden want nu hoorden alleen de mensen die al in de showlounge zaten het bericht... Maar we zijn maar naar binnen gegaan.


Om 9:35 werd er omgeroepen door de cruisedirector dat het nog een kwartiertje of wat zou duren voor de loopplank klaarlag – en onze excursie vertrok officieel al om 9:30, een half uur nadat we eigenlijk aangelegd hadden moeten zijn. Maar om 9:45 kwam er beweging in en kon onze groep naar beneden lopen en naar de bussen toe. De loopplank was te bereiken vanuit het atrium en het bleek dat ze nu aan het proberen waren de stromen mensen wat beter te managen, want er stond een afzetting die men helemaal om de rand van het atrium deed staan.

Het gebouw op de kade bleek inderdaad een cruiseterminal-achtig gebouw te zijn, we moesten er door heen lopen, alleen het was vooral heel veel open ruimte – zouden ze zoveel passagiers hier binnenkrijgen? Overal buiten stonden gloednieuwe auto’s te wachten om opgehaald te worden door autoboten. Iets later dan gepland reden we om 9:55 weg – we waren 25 minuten vertraagd geweest vanochtend bij het aanleggen dus. Al heel gauw na vertrek deed de lokale gids inventariseren wie er niet degelijk genoeg gekleed was voor het keizerlijke paleis en de tempel van de Smaragden Boeddha – geen probleem, bezwoer hij (een sjaal over de schouders was niet voldoende, schouders moesten met een shirt bedekt worden, en mannen en vrouwen moesten tot de enkels bedekt zijn), hij zou wel wat kleren regelen voor iedereen die blote schouders of knieeen had!

Het was een lange rit naar Bangkok, waar onze excursie heenging, maar dat gaf niet; Hans en ik vinden het wel lekker in de bus zitten en kijken naar het landschap – en dit was een prima, nette touringbus. Onze lokale gids was een vriendelijke, wat oudere Thaaise man die aangenaam doorbabbelde over Thailand, het land, de geschiedenis, de koningen, alles wat hij kon verzinnen. Hij vertelde dat de beroemde musical/film/boek “the King and I” verboden is omdat het een te “verromantiseerd” beeld geeft van de geschiedenis en daardoor kinderen zou kunnen verwarren over wat de waarheid is. Terwijl we nog op het haventerrein reden (Laem Chabang is de aanvoerhaven voor Bangkok en dus erg groot) reden we langs wat vrachtwagens met industriele weefmachines erop – de klossen zaten er nog aan! En we zagen vrachtwagens die op gas reden – net als de bussen in Oezbekistan deden.

Onderweg zagen we regelmatig altaars in de hoeken van bedrijventerreinen, net zoals we (op wat kleinere schaal, dit waren vaak groteren altaren) in Ko Samui gezien hadden. Ook zagen we regelmatig grote afbeeldingen van de nieuwe koning of soms nog van de oude koning in grote gouden lijsten. De koningen werden door onze gids, voor ons gemak, Rama 1, Rama 2 enzovoorts genoemd. Waarschijnlijk betekende dat zoiets als “koning”, want hij liet een overzichtje van de 9 vorige koningen (de nieuwste, 10e koning stond er nog niet op) rond gaan en achterop stonden hun namen en jaartallen. Hans wilde thuis de 4e opzoeken want de gids vertelde dat die betrekkingen met Nederland zou hebben gehad.

Op gegeven moment stonden we naast een vrachtwagen gevuld met durians – schijnbaar is het nu het seizoen. Die vruchten zijn berucht en “ruiken als de hel, smaken als de hemel”. Veel hotels en het openbaar vervoer verbieden je ook om de vrucht mee te nemen! Om 11:15 kregen we even een plaspauze bij een wegstation; een aantal dames vonden de wc’s vies, maar ze waren vooral nat, omdat ze net schoongemaakt waren, en het waren hurktoiletten en wij westerlingen vinden dat lastig en vies, maar eigenlijk zijn ze hygienischer als openbaar toilet dan een zittoilet. Maar een zittoilet is wel gemakkelijker! Het is altijd zo’n gedoe dat gehurk; ik zie ook maar zelden dat je een handsvat tegenover je hebt waarmee je kunt hangen, dat vind ik wel handig maar ik heb het volgens mij alleen maar een of twee keer in Oezbekistan gehad. Iedereen was lekker snel en minder dan 10 minuten later waren we weer op pad – we hadden een flesje gekoeld water gekregen bij het terug de bus instappen, en onze gids drong erop aan om alsjeblieft veel te drinken vandaag want het was bloedheet, en als we nog meer water wilde hoefde we het alleen maar te vragen, ze hadden zat bij!

Rond 11:30 begonnen we in de buurt van Bangkok te komen, wat een drukke volle stad! Hans vertelde dat toen hij er 23 jaar geleden was, het al een vreselijke drukke stad was geweest; dat was alleen maar erger geworden in die jaren... Omdat we er bijna waren vertelde de gids hoe de “Smaragden Boeddha”, een beeld van helder groen jade, jarenlang verstopt was onder een laag gips om dieven te misleiden en iemand op gegeven moment bij een los hoekje zag dat er iets onder zat. Schijnbaar zijn er drie seizoenen in Thailand, en draagt het beeld ieder seizoen een ander goud-met-edelstenen-bezette kostuum – hij liet er een afbeelding van rondgaan. Voorlopig zaten we echter nog vast in het verkeer!

Rond 12:15 begonnen we duidelijk echt in het wat oudere centrum te komen – na lang in het drukke verkeer gestaan te hebben – en begonnen we steeds meer tempels, bruggen en zelfs een stuk van de oorspronkelijke stadsmuren met fort te zien. Er liepen al enorme hoeveelheden mensen richting wat de gids zei dat het paleis was. Wij konden er met de bus niet dichtbij komen, maar er lag wel een gigantische open vlakte vlakbij – hier was het crematorium voor de vorige koning gebouwd geweest en inmiddels al weer afgebroken. Zoals Hans zei, ze konden daar beter nu een parkeerterrein van maken!

Wij reden echter nog wat zijstraten in waar de bus uiteindelijk iets na 12:30 een plekje vond om ons even af te zetten. De gids zat een beetje in zichzelf te mopperen dat het al zo laat was – we waren te laat vertrokken vanochtend en daardoor in de middagdrukte terecht gekomen. Maar goed, het was niet anders, hij waarschuwde ons dat de lunch pas heel laat zou zijn want we moesten eerst nog wat punten van het programma afwerken! En nogmaals, veel water drinken. Hij drukte ons op het hart om te drinken!

Schijnbaar moet iedere Thaaise man monnik worden als ze 20 worden, maar mogen ze ermee stoppen wanneer ze willen of dat nu binnen een paar maanden is of dat ze voor de rest van hun leven monnik blijven. Monniken lopen ’s ochtends op straat met een kom waar je eten in kunt doen voor ze, en als ik het goed begreep zul je alles wat je een monnik aan voedsel offert in het hiernamaals zelf kunnen eten. Een soort verzekering voor voldoende (lekker) eten in het hiernamaals zeker?

10 voor 13 stonden we voor de poort van het paleiscomplex. Maar eerst de juiste kleding; onze lokale gids had eerder telefonisch een hulpje ingeschakeld die hem nu een grote zak met stoffen in de handen had gedrukt. Hij deed ze uitdelen aan iedereen die niet goed gekleed was (het was voor deze excursie duidelijk aangegeven geweest hoe je je moest kleden, maar niet iedereen heeft dat waarschijnlijk onthouden), en al keken een paar een beetje zuur dat ze een harembroek met olifantjes erop aan moesten, iedereen moest zich aangepast kleden. Hij had vrolijk gekleurde schorten voor de vrouwen (een beetje zoals de schort die ik in Jekaterinenburg in Rusland om moest toen we het complex bezochten waar de tsarenfamilie vereerd werd), en nog vrolijkere harembroeken voor de mannen. Lachen! Maar heel sympatiek dat de gids het geregeld had, gratis, want het was op zich duidelijk aangegeven en je kon ze ook overal huren maar dan kostte het je een paar tientallen baht.

Iets voor 13 uur was dan iedereen klaar en juist gekleed om het paleisterrein op te kunnen gaan. Onze gids benadrukte dat we dicht bij hem moesten blijven omdat het erg druk zou zijn, en dat bleek inderdaad niet overdreven. Eenmaal in het terrein, dat bestond uit allerlei gebouwen die in dit gedeelte in allerlei (vooral Westerse) stijlen waren gebouwd, wees de gids aan waar we straks over een uur zouden moeten verzamelen, en drukte iedereen op het hart om vooral bij hem te blijven, maar mocht iemand verdwalen of de groep kwijtraken dan was dat de plek waar hij op iedereen zou wachten. En toen konden we het tempel-terrein op dat middenin het paleiscomplex stond.

Bij de toegang tot het tempelcomplex zag ik – en de gids herhaalde het iets later toen we na de kaartjes-hekken allemaal weer bij elkaar stonden – dat de tempel van de Smaragden Boeddha om 14 uur zou sluiten voor een speciale dienst. Maar we hadden ruim voldoende tijd volgens hem om alles te zien.

Toen we door de poort in de hoge dikke stenen muur stapte na de kaartjes-hekken, stapte we in wat bijna een Efteling attractie leek; bij de poort (en bij iedere poort in deze muur) stonden twee torenhoge standbeelden van prachtig gekleede demonen-bewakers, en voor ons een visueel volgebouwd terrein vol torentjes, daken, standbeelden, goud, belletjes, kleuren, mozaiek, trapjes, marmer en alles door elkaar! Ongelofelijk. Wat ik van de gids begreep, had in het verleden iedere koning tempels toegevoegd aan dit tempelcomplex en daar zijn eigen stempel op gezet – zo hield de ene koning erg van Chinese architectuur en had hij Thaise gebouwen laten bekleden in Chinese stijl (een mengelmoesje dus), en neigde de andere koning meer naar de Tibetaanse stijl en had hij de voor die stijl karakteristieke stupa’s (een soort schoolbel maar dan metershoog) laten bouwen voor belangrijke relikiewen maar dan helemaal met goud mozaiek bekleed. En het stond allemaal hutje mutje door elkaar!

Toen we het even in ons op hadden genomen en de gids de kaartjes en wat foldertjes had uitgedeeld zijn we een van de trappetjes opgegaan naar een met goud-mozaiek bekleede stupa, waar bijna niemand kwam. De gids vertelde lachend dat dat was omdat de Chinese toeristen, die duidelijk het overgrote merendeel van de mensenmassa vormde, de “express-tour” deden en dus nooit zover kwamen, alleen even het terrein op zoals wij zonet en naar de Smaragden Boeddha en dan weer weg. Hier kwamen verder alleen Westerse toeristen en zo. Het was hier redelijk rustig om te praten en hier kon hij dus even een algemeen verhaal houden over het tempelcomplex en welke koning wat had laten bouwen. Vlakbij stond een tempel die schijnbaar een combinatie was van Chinese en Thaise architectuur.

Om de gouden stupa lopend stond een serie tempels bij elkaar, een soort monument met allerlei olifantenbeelden eromheen, en een grijs schaalmodel van Ankor Wat in Cambodja nagebouwd. Ongelofelijk wat een goud en glitter overal! Wij vonden het geen van beide een mooie bouwstijl, het is te overdreven denk ik. Te veel tierelantijntjes en frutseltjes en goud en glitter en overdaad. Maar indrukwekkend is het wel al die gebouwen die hierbinnen schouder aan schouder gebouwd zijn! Bij een paviljoen dat zo glitterde van het mozaiek dat het haast een overdadig, groot, met edelstenen en goud ingelegd sieraad leek, stopte we weer even om om ons heen te kijken en het in ons op te nemen terwijl de gids weer iets vertelde.

We zagen hier op sommige van de daken hetzelfde soort “porselein-mozaiek” als we in Vietnam gezien hadden – een soort driedimensionaal mozaiek van stukjes porselein gemaakt – alleen het was hier zo fijn gedaan dat wat we in Vietnam gezien hadden er gewoon amateuristisch bij vergeleken was.

We liepen weer een klein eindje verder, de marmeren trap af naar een klein pleintje. Overal op het terrein stonden menshoge bronzen of goudkleurige standbeelden van mythologische schepsels, deels vogel, deels leeuw, deels mens, van alles! In de schaduw van een boom vertelde de gids over de paviljoens die we zagen en de verschillende architectuurvormen, en met name over het porselein-mozaiek waarmee sommige gebouwen echt helemaal bedekt waren. Wat een werk allemaal!

We liepen weer een paar meter door naar het volgende plekje om te kijken. Overal waar je keek waren zo enorm veel details om te zien – zo hingen er belletjes onderaan het dak van een paviljoen, en had iedere punt van het dak vele extra puntjes en overal drakenkoppen.

We liepen rond 13:30 een steile en hoge marmeren trap op richting de tempel van de Smaragden Boeddha, die nu redelijk dichtbij begon te komen. Op het pleintje bovenaan deze trap stond, onder andere, een stupa die omhoog gehouden werd door allerlei veelkleurige demonen. Hans en ik waren voorop in de groep en stonden de demonen te bekijken en de details van de tempel bovenaan de smalle steile trap, wachtend op de rest van de groep. Er waren een aantal wat oudere dames in de groep, en opeens hoorde ik achter ons op de trap gebonk van iets zwaars en zachts dat heel de trap naar beneden leek te stuiteren. Een oudere vrouw die niet zo goed ter been was, was de steile trap opgeworsteld, en tweederde van de weg naar boven uitgegleden en letterlijk heel de weg terug naar beneden gestuiterd!

Hans en ik liepen de trap af naar het groepje mensen dat zich om de oudere vrouw had gevormd; ze had een groot ei op haar voorhoofd maar leek volledig bij kennis – maar ze zal ongetwijfeld bont en blauw zijn geweest onder haar kleren want ze was inderdaad helemaal naar beneden gegleden op haar gezicht. Onze gids begon gelijk te bellen; naar een van zijn hulpjes (we hoorde hem “Ankor Wat” zeggen als orientatiepunt voor waar we waren in het complex), en naar de Eerste Hulp van het paleizencomplex. Als het hulpje er was kon hij met de groep verder, en dan zou het hulpje en de Eerste Hulp ervoor zorgen dat de vrouw in een taxi naar het hotel gebracht zou worden waar we zouden lunchen, want ze hoefde naar eigen zeggen niet naar het ziekenhuis, ze was niet gewond geraakt en leek geestelijk ook in orde. Een of twee mensen zouden ook bij haar blijven. Onze begeleider was ondertussen een schadeformulier aan het invullen (schijnbaar procedure van het schip bij een ongeval), en zou er ook bij blijven.

Maar ondertussen was de tijd wel aan het doortikken, het was al 13:40, en de tempel van de Smaragden Boeddha zou om 14 uur sluiten voor het publiek... Dus we hoorde dat een deel van de groep alvast naar de tempel zouden gaan, en aangezien Hans en ik er een beetje voor niets bij stond en de vrouw genoeg morele support had, besloten wij de rest van de groep te zoeken die naar de tempel gingen. Die bleek al weg te zijn, maar de tempel was vlakbij dus Hans en ik liepen die kant op, dan hadden we dat in ieder geval gehad.

Het was gigantisch druk dicht bij de tempel, overal stonden altaartjes, standbeelden van goden en offergaven zoals lotusbloemen en bakken met wierookstokjes. En overal mensen natuurlijk! Niemand had meer een kaartje of vlaggetje met het nummer van de groep erop dus het was ieder voor zich, en Hans en ik zochten hoe we bij de tempel konden komen. We deden onze schoenen uit, en droegen ze mee in onze handen, aan het begin van de tempel en schuifelde met de meute mee naar de ingang van de tempel. Deze tempel was haast nog uitbundiger en nog meer glitterend versierd dan de andere tempels, voor zover mogelijk!

Binnenin mochten geen foto’s gemaakt worden. De muren leken op het eerste gezicht donker, maar waren helemaal bedekt met schilderingen over het leven van Boeddha en ik vermoed ook hoe het standbeeld verborgen is geweest voor rovers en uiteindelijk gevonden is – de schilderingen liepen van vloer tot plafond! Je oog werd aangetrokken door een metershoge pyramide van goud; trappetjes, belletjes, torentjes, beeldhouwwerk, laag na laag van gouden tierelantijntjes die geleidelijk aan kleiner werden naarmate je verder omhoog keek. Helemaal bovenin de pyramide onder een ornate glazen stolp zat het beeld dat we herkende van de afbeelding in de bus, de Smaragden Boeddha, van een massief stuk helder jade gemaakt. Maar een beetje een anticlimax, want het beeld is maar 66 cm groot en zit op een gouden pyramide van zeker 3-4 meter hoog, dus valt behoorlijk weg tegen al dat goud! Een mede-toerist keek zoekend om zich heen en vroeg ons “waar is het standbeeld nou?” – en wist niet precies hoe ze moest reageren toen wij naar boven wezen en zeiden dat het daarboven zat; ze had ongetwijfeld een metershoog jade beeld voor ogen, wat ik ook had gehad tot onze gids in de bus onderweg had verteld dat het beeld maar 66 cm hoog was!


Na 5 minuten kijken zijn we weer naar buiten gelopen; een uniform zat met een fluitje in de mond het publiek de juiste kant op te manen en te fluiten, en we zochten een luwte in de meute om onze schoenen weer aan te schieten. Het was onderhand 13:50, we hadden het in ieder geval gered voor de tempel werd gesloten! We vonden wat groepsleden en toen zo veel groepsleden als van elkaar wisten die rondliepen bij elkaar waren, zijn we terug naar de boom gelopen waar we de vrouw op een bankje op de eerste hulp wachtend hadden achtergelaten. Iedereen was daar echter al weg, dus dat betekende dat we maar moesten proberen om de ontmoetingsplaats te zoeken. Dat ging nog een klus worden! Een van de groepsleden riep zichzelf uit tot leider en beloofde ons eruit te brengen, Hans en ik waren niet zo zeker dat hij wist welke kant hij op moest en liepen een beetje vooruit. Maar gelukkig vonden we al gauw de gids die net terugkwam om ons te zoeken, en konden we bij hem aanhaken! Oef, want het terrein was toch wel heel verwarrend en vol mensen.

Hij leidde ons om 14 uur uit het tempelcomplex en terug in het paleiscomplex eromheen. We liepen langs een paar mooie grote gebouwen die ook weer erg ornaat versierd waren, waaronder een gebouw met allerlei gouden klauw-handen als versieringen op de uiteindes van de daken en demonen in iedere hoek, en door een poort met op iedere deur een levensgroot relief van een soldaat in het hout uitgesneden en fel beschilderd. Het was bijna onmogelijk om er een foto van te maken omdat er zoveel mensen doorheen liepen, maar terwijl we stonden te wachten tot iedereen er was riep Hans opeens dat er een luwte was en kon ik toch nog een foto maken zonder iemand ervoor.

Toen gingen we weer een houten poort door en liepen we richting de ontmoetingsplaats waar iedereen zich zou moeten verzamelen. De gids had benadrukt om, zelfs als je later dan 14 uur was (de oorspronkelijk afgesproken ontmoetingstijd voordat de val van de vrouw voor vertraging zorgde) daar te blijven staan, want de gids zou niet weggaan zonder iedereen bij zich te hebben en zou daar blijven wachten.

Om 14:15 waren we bij de ontmoetingsplaats. Onze gids wilde nu gaan tellen om te zien wie er nog ontbrak, maar hij smeekte iedereen om alsjeblieft mee te werken en stil te blijven staan, want hij kende onze gezichten nog niet en daarom was het erg lastig voor hem om zeker te weten wie er was en wie ontbrak, dat kon hij alleen door te tellen en als men niet stil bleef staan kon hij niet tellen. Maar mensen bleven ongedurig heen en weer bewegen en uiteindelijk allemaal richting de schaduw van een muur – waar ze tenminste stil bleven staan en de gids ze eindelijk kon tellen. Er leken er een paar te ontbreken, los van de mensen die al weg waren met de taxi, dus hij bleef tellen en hertellen want hij dacht er 3 te missen. Hans probeerde ondertussen ook te helpen en zelf te tellen. Er werd gemord door een of twee vrouwen dat het zo heet was, dat ze honger hadden, dat het schandalig was om zo lang zonder lunch te moeten want ze was diabetisch (toen iemand daarop bezorgd vroeg of ze iets nodig had voor haar insulinespiegel zei de vrouw dat ze zelf iets bij had), en weer een ander over een toiletstop, en de gids raakte behoorlijk oververhit want hij moest de gemoederen sussen maar ook zeker weten wie er ontbrak. Net op dat moment kwamen de 3 ontbrekende mensen opdagen – gelukkig, we waren compleet!

Inmiddels stonden we er al 5 minuten en opeens zakte een vrouw in elkaar; bevangen door de hitte, want ze had heel de dag nog minder dan een half flesje door de gids gegeven water gedronken (500 ml flesjes), terwijl Hans en ik ons eigen water en limonade al ruim half ophadden (literflessen). Mensen depte haar hoofd met natte doekjes en wuifde haar lucht toe. Een man bleek ondertussen ook een beetje zwakjes te zijn. De gids ging weer bellen naar hulpjes en eerste hulp, ondertussen wanhopig mompelend tegen zichzelf en wie wilde luisteren dat mensen ook moesten drinken, het was te warm. Al gauw kwam een hulpje aan en een taxi het terrein op, pikte de vrouw en een vriendin van haar op en we konden weer verder. De gids benadrukte dat mensen alsjeblieft moeten drinken!

14:30 verlieten we het paleisterrein, op naar het volgende punt van het programma. We maakte een korte wandeling op straat langs winkelstalletjes waar af en toe een monnik bijstond iets te kopen. Het was bloedheet en er stonden bij de winkeltjes koelboxen aan de straat met drankjes op ijs erin. Ik liep langs een koelbox volledig gevuld met flesjes en ijs, en pakte spontaan een handjevol om aan Hans te geven. Hans was er blij mee en wreef lekker zijn gezicht en nek in met het koude goedje (dat zo gesmolten was natuurlijk!) en een medepassagier die het gezien had keek ons vol bewondering aan; wij waren toch echt wel ervaren reizigers, dat hadden we vast meer gedaan, daar zou ze nou nooit op gekomen zijn! Hihi, ik vertelde dat het een volledige spontane actie was geweest – maar ze was er diep van onder de indruk, dat zou ze ook proberen als ze de kans had!

Na zo’n 5 minuten kwamen we bij het water, waar kleine smalle overdekte bootjes stonden te wachten – eentje per groep. Er was nog een groep voor ons en die moesten eerst aan boord klimmen voor ons bootje kwam en wij konden. Na een kwartiertje wachten was het zo ver en konden wij in ons bootje stappen. Het was inmiddels 14:50. De stoelen waren zo klein en zo dicht op elkaar geplaatst dat ik al, als redelijk klein persoon, met mijn knieen tegen de stoel voor me zat – de boot was lang en er was plek genoeg dus Hans en ik zijn ieder op een rijtje van 2 gaan zitten, om toch een klein beetje ruimte te hebben! Een aantal mensen hadden wat moeite om aan boord te komen (nu snapte we waarom de vorige groep er zo lang over had gedaan, de opstap aan boord was niet bepaald gemakkelijk als je slecht ter been was), maar na zo’n 5 minuten was iedereen aan boord en konden we gaan varen.

Officieel zou deze boottocht volgens het programma van het schip een uur duren. Uiteindelijk heeft hij in werkelijkheid 20 minuten geduurd, maar het was een lekker tochtje op het water en heerlijk om iets van een briesje langs je te voelen blazen in plaats van de kleffe benauwde hete lucht die je anders voelde. Heerlijk! Het was druk op het water, veel toeristenbootjes zoals wij, vaak met grote vrachtwagenmotors als buitenboordmotor, en met bijbehorende snelheid op het water! En vrachtverkeer, zo kwamen er af en toe grote duwboten langs vol afval of schroot of dergelijke spullen.

Na 5 minuten varen kwamen we om 15 uur bij een tempel, waar het bootje stopte want we “gingen de vissen voeren”. Dat zou wat zijn, Hans en ik konden ons er niet veel bij voorstellen maar er waren net een paar bootjes voor ons geweest dus die beesten zouden echt geen honger meer hebben! Maar de bestuurder van het bootje en zijn hulpjes begonnen halve broden aan iedereen uit te delen, dus het leek wel serieus. En terwijl we nog aan het uitbollen waren zag ik donkere schimmen naast me in het water.

Het eerste brood had nog niet het water geraakt of er was al een kolkende massa van eerst tientallen en al gauw zeker honderd vissenlijven die soms door hun soortgenoten even boven het water geduwd werden, zo dicht op elkaar gepakt zwommen ze te duwen en te reiken voor het brood! Ze hadden dus nog wel degelijk trek!

Na een paar minuten voeren we al weer verder, en de grootste hongerlijers zwommen nog happend naar de laatste kruimels een paar meter achter ons aan, tot ze ons niet meer bij konden houden! We voeren langs delen van de stadsmuur, en op gegeven moment zagen we stofzuigbootjes langs de kant – de gids bevestigde dat het wateroppervlakte regelmatig gestofzuigd werd om afval op te ruimen. Langs het water waren tempels, mooie oude gebouwen, en in de verte zagen we de wolkenkrabbers van het nieuwere zakencentrum.

Om 15:15 kwamen we aan bij de kade van het Sheraton Hotel, waar we zouden lunchen. In het hotel werden we door buigende medewerkers via gangen en roltrappen geleid naar een grote vergaderzaal waar een buffet klaargezet was (en wifi! Er was thuis wel niemand online, maar we konden in ieder geval even een of twee dingen afhandelen die we al een tijdje online wilde doen als we een goede verbinding hadden voor de grote meute doorhad dat er wifi was en hij te traag werd). Met name de soep was verrukkelijk, en er was een apart toetje dat er vies uitzag – een zachte jelly-achtige bal van wit rijstdeeg zoals je in Japan weleens krijgt met een zwarte vulling in een zoetige waterige doorzichtige siroop (zwartig gekleurd door de vulling die eruit liep) – maar op zich wel lekker zoet was.

Om 16:15 liepen we langs de voorkant van het hotel naar buiten, waar de bussen op ons stonden te wachten. In de lobby stond een model van de Smaragden Boeddha waar je wel foto’s van mocht maken. Het duurde zo’n 10 minuten voor iedereen in de bus zat en toen konden we verder, naar het volgende gedeelte van het programma.

Via allerlei drukke winkelstraatje werden we gebracht naar de tempel van de Gouden Boeddha. De gids, die duidelijk geen zin had in nog meer ongevallen, was dit keer beter voorbereid; mensen vertellen dat ze water moesten drinken was duidelijk niet genoeg. Uiterst diplomatiek vertelde hij vlak voor aankomst dat er best wel wat trappen waren om bij de tempel van de Gouden Boeddha te komen, en er was wel een lift, maar dat was maar voor een stukje, dus tja misschien zouden mensen die slecht ter been waren willen overwegen om misschien in de bus te blijven of in ieder geval beneden bij de soevenirstalletjes vlak bij de bus? Het leek te werken, want toen we rond 16:30 aankwamen en uitstapte bleven zo’n 7 mensen in de bus. Mooi zo!

De gids bracht de mensen die met de lift naar boven wilde naar de zij-ingang van de tempel, en ons naar de voorkant waar de trappen waren. We kregen hier zo’n drie kwartier de tijd om rond te lopen dus Hans en ik zijn de trappen opgegaan naar de tempel, waar we onze schoenen uit moesten doen. We namen ze weer in de hand mee – daar waren we in de gigantische drukte bij de Smaragden Boeddha erg blij om geweest, maar hier lukte het niet, een opzichtster zag dat we de schoenen mee namen en blafte dat we ze buiten moesten laten. Op zich maakte dat ook niet uit, het was hier veel rustiger. Er hingen hier posters met petities om Boeddha te respecteren en zijn beeltenis niet te gebruiken als decoratie in je huis of tuin.

In deze tempel mochten we tenminste foto’s maken. Schijnbaar was dit beeld van Boeddha van massief goud gemaakt. Hans en ik hadden erg veel moeite om dat te geloven, wij hadden sowieso de indruk dat het hol was, want we zagen reparaties op de achterkant, en we hadden het idee dat het of een hele lage karaat goud was, of een goudkleurige legering met koper of zo. Het wordt iets voor google om op te zoeken thuis, want we konden het ons niet voorstellen. Maar wie weet!

Het was inmiddels rond 16:45 en de deuren van de tempel werden alvast gedeeltelijk gesloten – om 17 uur sloot deze tempel. Toen we uitgekeken waren zijn we weer naar buiten gegaan en naar beneden gelopen, en hebben Hans en ik een beetje rondgelopen op het terrein om de tempel heen. Er waren nog allerlei andere altaars vol met standbeelden en wierook en offergaves, best leuk om er rond te wandelen.

Hans en ik stapte om 17 uur weer terug in de bus en kregen nog een flesje water en een gekoeld pakje met een vochtig doekje erin – heerlijk koel! Klokslag 17:15 vertrokken we weer, richting een juwelenwinkel. Onderweg zagen Hans en ik een mooie Hindu-tempel, en het bleek dat deze vlakbij de juwelenwinkel was, waar we om 17:30 aankwamen. We zouden hier 40 minuten de tijd hebben voor soevenirs en sieraden, pfffff.

Hans en ik zijn even vliegensvlug door de winkel gelopen, en schoten toen onze gids aan om hem te laten weten dat wij op straat gingen kijken, en besloten richting de tempel te lopen.

We mochten absoluut geen foto’s maken in de tempel zelf, en overal hingen camera’s en er zat een Indiaase monnik (of hoe dat ook precies heet) min of meer de wacht te houden, dus we hebben vooral een beetje rondgelopen. In het complex, dat een soort lichtgewicht dak erboven had van canvas en stalen buizen, stond een stenen hoofdgebouw helemaal van voet tot nok versierd met kleurrijk beeldhouwwerk, en er omheen stonden op het terrein allerlei kleinere individuele altaars. Het hoofdgebouw zijn we niet ingeweest, maar dat leek van binnnen ook helemaal bedekt te zijn met beeldhouwwerk en vol te staan met standbeelden, wierook en kaarsen. Ervoor was een platformpje met een tafel waarop aanbidders hun offergaves konden leggen terwijl ze aan het bidden waren.


Aan de zijkant van het hoofdgebouw werden kant en klare offergave-pakketjes in elkaar gezet die je kon kopen in het tempelwinkeltje; een metalen schaal met een tros bananen, een bloemenkrans, een kartonnen drinkpakketje, een flesje olie, een kokosnoot, en een pakje wierook. De wierook stak je zo te zien aan tijdens het bidden en de olie werd gegoten in een grote staande olielamp die niet brandde, en waar onderaan een buisje uitliep in een stel jerrycans om de olie weer op te vangen die overliep. De rest van de offergaves werden na het bidden het hoofdgebouw in genomen om verder te bidden, maar dat konden we niet zien. Het was een hele mooie tempel en had een bijzondere sfeer.


Toen we binnen uitgekeken waren zijn we nog even naar de winkeltjes gaan kijken om de tempel heen; het was duidelijk een hele belangrijke tempel in de Hindustaanse gemeenschap, en er waren wel minstens 10 winkels omheen die ook offergavepakketten verkochten, in allerlei vormen en maten. De versiering van de tempel had zo enorm veel detail dat je het nooit in je op kon nemen en alleen maar een veelkleurige waas van standbeelden en beeldhouwwerk onthield. We hebben nog wat geprobeerd door hekken en de poort te fotograferen maar waren heel voorzichtig want we hadden het idee, ook gezien de hoeveelheid camera’s, dat zoiets misschien erg gevoelig zou kunnen liggen. Maar erg mooi! Net toen wij binnen ver uitgekeken waren en naar buiten gegaan waren, kwam een groepje westerlingen de tempel in, met een gids. Het was dan ook best de moeite waard om te bezoeken.

Onderstaande foto’s van het binnenste van de tempel tijdens een festival, van DEZE website, geven de sfeer van binnen een klein beetje weer.

Na er nog een laatste keer omheen gelopen te hebben zijn we terug naar de bus gelopen en om 17:50 alvast gaan zitten. Sommige mensen zaten er al en andere druppelde langzaam binnen. Duidelijk dat er toch wel weer het een en ander gekocht is, ook dure dingen zoals een vrouw die trots een ring liet zien die haar man voor haar gekocht had.

Iets na 18 uur zijn we gaan rijden, terug naar de haven en het schip. Onderweg kregen we een enquete in te vullen vanuit het bedrijf van de lokale gids, en terwijl we over hoge viaducten reden langs flatjes stonden een paar kinderen op het dak van hun flat te zwaaien naar de auto’s. Toen ze zagen dat wij in de bus terugzwaaide waren ze dolblij en gingen ze nog harder zwaaien! Over het algemeen zagen de gebouwen er groezelig en vaak onderkomen uit en het straatbeeld was een beetje vuil, het is wat dat betreft geen erg mooie stad.

Omstreeks 18:45 begon het donker te worden, en kort daarna kwamen we in de eerste van een paar files terecht. Deze was om de stad te verlaten, en verder onderweg terug naar de haven waren er schijnbaar ook nog een paar ongelukken gebeurd. Volgens onze avondeten-tafelgenoten die qua afstand (en tijd! Ze hadden geluk met de files gehad en waren veel eerder terug dan wij) een eindje voor ons zaten was een van de ongelukken met een vrachtwagen vol vis geweest; ze reden er vlak nadat het gebeurde, en hadden gezien terwijl ze er langs reden dat de vrachtwagen op zijn kant lag en de vis spartelde over het wegdek. Toen wij er reden stonden er nog allerlei zakken met zand, waarschijnlijk om het spiegelgladde wegdek weer wat stroever te maken. Maar dat ongeluk, en nog eentje, maakte dat wij een hele lange terugrit hadden en pas om 21 uur aankwamen bij de cruise terminal – we hadden 3 uur gedaan over de terugrit!

Hans en ik hoorde vlak voor we uitstapte uit de bus de begeleidster van onze groep (de creatief-schrijven juf, en een ondernemende dame die niet bang was om actie te ondernemen en de leiding te nemen tijdens de ongevallen onderweg) vertellen dat ze gebeld had en het buffet extra lang open zou blijven voor ons, en tegen de twee dames die vandaag gevallen waren dat ze rolstoelen zou regelen voor ze. Vlakbij waar we stopte was een altaartje, dus die hebben we even op de foto gezet samen met de twee buxus-olifanten-struiken die al een tijdje niet meer gesnoeid waren, en ondertussen hoorde we in de achtergrond de begeleidster nog druk telefoneren.

Hans en ik hadden al besloten om niet meer te gaan eten – we hadden pas rond 15:30 geluncht, en nu sowieso toch geen honger meer – we zouden alleen maar een beetje snoepen in onze hut. Dus we hadden geen haast en zijn nog even gaan kijken bij de soevenirwinkels in de terminal. Er werd nog altijd gretig gekocht door mensen, wat moet er toch een hoop mee naar huis genomen worden aan soevenirs en kleding en prulletjes! Hier was er voor ieder wat wils, en de meest grotesk versierde schoenen en sieraden, voor mensen die nog een opvallend attribuut voor formal-night zochten. Hans mag nooit meer zeggen dat ik altijd van die grote kettingen draag, wat een joekels werden er hier verkocht!

Na zo’n 10 minuten zijn we aan boord gegaan, de loopplank kwam uit op het atrium, en zagen de begeleidster druk en boos in discussie met een paar officieren van het schip bij de receptie. In het voorbijlopen hoorde we dat de rolstoelen van het schip niet het schip zouden verlaten, die waren alleen bestemd voor gebruik aan boord. Wow. Nu konden de twee vrouwen op zich prima lopen, hoewel de oudere vrouw met de buil op haar hoofd en wie weet hoeveel blauwe plekken op haar lichaam waarschijnlijk onderhand wel erg stijf en beurs aan het voelen was. En de rolstoelen zijn inderdaad bedoeld voor aan boord te gebruiken, maar dit klonk ons wel een beetje erg streng de letter van de wet volgen – de vrouw was gevallen op een scheepsexcursie en hoefde de rolstoel alleen te hebben om van de bus van de scheepsexcursie terug aan boord gebracht te worden, er waren geen rolstoelen in de cruiseterminal (die deels kantoor was van de NYK rederij die ongetwijfeld al die auto’s vervoerde die hier ergens vlakbij geproduceerd moesten worden), en uiteindelijk was het natuurlijk een klant van ze en was de rolstoel leveren een service naar die klant toe. We weten niet hoe het verder afgelopen is en wat de redenen waren waarom de rolstoel niet van boord mocht want we konden er natuurlijk niet bij blijven staan!

Rond 21:15 waren we terug in onze hut waar we de hapjes opgegeten hebben en wat chips genomen en een lekker kopje thee en koffie – dat was ons avondeten en veel meer honger hadden we ook niet door de late lunch. Rond 22 uur zijn we nog even op dek 11 en het bovendek gaan kijken naar de industriehaven waar we inlagen, en om 23:45 waren we nog wakker dus keken we af en toe vanuit ons balkon naar het afmeren en vertrek, voor we rond 00:15 moe naar bed zijn gegaan. Een lange dag, maar we waren al met al best tevreden met onze excursie naar Bangkok toe en de Hindu-tempel was een leuk alternatief geweest voor het verplichte winkeluurtje.

free counters