2019-2020: Eilanden, Kapen en Fjorden Wereldcruise

HOME
ROUTE
LANDEN
MV ASTOR
AAN BOORD
2021 SLOOP
WERELD

Dag 26: donderdag 9 januari 2020: op zee, 619 km gevaren

De wind waait nog altijd hard, en vannacht was een onrustige nacht. Rond 1 uur ’s nachts werd ik wakker vlak voor of tijdens een enorme knal op het water – waarschijnlijk hadden we net onderhand de baai verlaten en open zee bereikt – alsof je met veels te grote snelheid over een snelheidsdrempel rijdt; de hele hut vibreerde ervan, en de luxaflex trilde wel een minuut na. Het zal wel enkel een golf geweest zijn die net verkeerd op het schip brak of waar het schip net verkeerd overheen voer, maar het was een flinke tik. De rest van de nacht was ook onrustig en af en toe was er weer zo’n knal, alleen minder hard dan die eerste keer gelukkig. Hans heeft, ondanks de beweging, gelukkig wel iets beter geslapen dan gisteren, maar het was niettemin ook voor hem een onrustige nacht en hij zei al vanochtend, je wordt het op gegeven moment gewoon beu. Ze zouden de knop ’s avonds om 22:30 uit moeten zetten zodat het rustig wordt voor de nacht, dan mogen ze hem overdag weer aanzetten, dat geeft niet zo.

We zijn enigszins brak opgestaan en stonden om 7:30 voor een dichte restaurantdeur – ze hadden nog een minuutje nodig. Als je tijdens het eten door de ramen keek zag je het schip duiken en de horizon steeds bewegen; dan was er weer alleen lucht te zien, dan weer alleen water. We hielden ons drinken voor de zekerheid maar goed vast tijdens het eten! De eier-bak-kok was op gegeven moment een spiegeleitje aan het bakken voor een man, en Hans kreeg sterk de indruk dat hij de dooiers niet kapot prikte; Sacha zag dat ook, en greep in net toen de eieren aan de man gegeven werden. Er was wat gemopper onderling, duidelijk had de man de kok expliciet opdracht gegeven om de dooiers niet kapot te prikken, dus eieren werden afgepakt van man, man liep weg om een ander ontbijtje te regelen, Sacha mopperde op kok dat kok geen halfgare dooiers mocht weggeven en kok mopperde op Sacha dat hij de klant toch moeilijk iets mag weigeren? Dat is natuurlijk het dilemma, in principe kunnen passagiers namelijk alles vragen en zal de bemanning zijn best moeten doen om dat mogelijk te maken – alleen hier zat de eierkok dus vast tussen zijn eigen baas en de klant.


Na het ontbijt zijn we naar boven gegaan naar dek 8; ik had uit voorzorg de waterdichte camera meegenomen, en dat was maar goed ook. Deel van het dek was al afgesloten vanwege de harde wind maar een deel konden we op. Wow, toch altijd weer mooi; de zee was blauwzwart, met witte koppen op de golven (de golven zelf waren niet zo heel erg hoog, maar de wind was heel hard), en gerimpelde golven vanwege de harde wind die erover heen raasde. Er hing veel mist boven het wateroppervlak, puur de spray die door de wind van de golven afgeblazen werd, en over het schip heen blies zelfs spray, zo hard woei het – je proefde het zout op je lippen. De ene kant van het schip was kleddernat van de spray en de golven, de andere kant (gek genoeg de afgezette kant) was kurkdroog want ondanks de harde ijzige wind was er toch nog best een lekker waterig zonnetje. We liepen naar voren terwijl het zeewater over het dek heen en weer klotste, en voorop moest Hans mijn arm vasthouden omdat het zo hard woei! Onze kleren bliezen bijna van ons lijf af, en de wind sneed in je gezicht! Grote zeevogels vlogen met het schip mee, en als het niet zo koud en hard woei hadden we daar lang kunnen staan genieten van de zee en het duiken en rollen van het schip door de golven. De wind stond recht op de voorkant van het schip, geen wonder dat we niet vooruit kwamen; later terug in de hut zagen we dat we maar zo’n 7-8 knopen voeren, terwijl 18 de maximale snelheid is van dit schip!

Terug in de hut hebben we onze handen, gezicht en de camera afgespoeld; alles zat onder het zout! We hebben ’s ochtends lekker in de hut genoten van het weer en de golven die we vanuit ons raam langs zagen rollen – volgens het weerbericht waren ze “maar” 2-3 meter hoog, maar ze leken af en toe toch wel hoger te zijn! Ons raam was bedekt met een dikke laag zout van de spray die constant neersloeg op het schip.

Om 10:30 gingen we naar de Captain’s Club, waar er een Masterchef kookwedstrijd zou zijn. Er stond echter nog helemaal niets klaar, en er zat een dame te wachten, die ook hulpeloos haar schouders ophaalde, geen idee waar ze waren! Hans ging een beetje met het Nederlands echtpaar kletsen dat buiten in de zitjes zat, ik heb nog een beetje met de Duitse dame gepraat in Engels en Duits (zij Duits, ik Engels); de dame vroeg zich af of we Oostenrijks waren (dankzij Hans zijn goede Duits natuurlijk!) en toen ik vertelde dat we Nederlands waren vroeg ze waar we woonde. Ze kende onze stad, het bedrijf waar ze vroeger voor gewerkt had had weleens relaties gehad met een bedrijf in onze stad. Altijd weer toevallig!


Ondertussen hadden we opgepikt dat het koken verplaatst was naar de Astor Lounge, een veel betere plek dan de Captain’s Club natuurlijk. Dus ik liep er met de Duitse dame heen terwijl Hans nog even aan het kletsen was met de Nederlanders; maar toen we in de Astor Lounge aankwamen was men net aan het vertellen dat het koken vanwege het slechte weer afgelast was. Te gevaarlijk al die messen! De Nederlandse man was teleurgesteld, hij had mee willen doen en had zelfs een dunschillertje en aardappelschilmesje bij! Maar toen zijn we teruggelopen naar de zitjes en hebben we met hen gekletst tot het 12 uur was geweest; het was door het lawaai niet te volgen of er over vertraging gesproken werd, maar ik verwacht niet dat we op tijd zullen zijn in Ushuaia met dit soort omstandigheden.


De lunch was best lekker, vooral mijn voorafje dat vooral zo lekker was door de harde, haast zoete gekarameliseerde knoflookschijfjes; geen idee hoe ze het doen zonder dat ze verbrand en bitter worden!

Na de lunch ben ik een dutje gaan doen terwijl Hans een film keek. Het is onderhand te koud in de hut aan het worden vanwege het koude weer buiten, en op gegeven moment hebben we de airco iets lager gezet want mijn voeten werden zelfs blauw! ’s Middags hebben we de verleiding weerstaan om iets lekkers te halen; je wordt zo snel geconditioneerd, we zijn nu een paar dagen achter elkaar geweest voor iets en vandaag kregen we dus ook al trek rond 15:15… ’s Middags werd aangekondigd dat de watergymnastiek die in het binnenbad plaatsvindt ook afgelast was – het buitenzwembad is al een paar dagen afgesloten vanwege de golven.


Het lijkt erop als we naar onze snelheid kijken (die inmiddels in de loop van de middag 12-16 knopen kon aantikken doordat de zee wat rustiger geworden was of de wind wat minder geworden was), dat we ook voor Ushuaia vertraging op gaan lopen. Sowieso voorspellen de weerkaartjes voor morgen net zulke harde wind en nog hogere golven dan vandaag, en dan is de snelheid er gegarandeerd weer zo uit!


Tegen etenstijd begon het buiten wat rustiger te worden; tijdens het eten vlogen grote zeevogels mee met ons en kwamen soms dicht bij de ramen van het restaurant. We hebben erg lekker gegeten, het eten had als thema “Latijns”, dus er waren allerlei Zuid-Amerikaanse gerechten waar we uit konden kiezen, die ook nog eens erg lekker waren. Het is echt alsof ze de koks van de eerste dagen overboord gezet hebben en nieuwe hebben aangenomen!

Na het eten zijn we nog even naar boven gegaan om uit te waaien, en wat een verschil met vanochtend, de wind was bijna gaan liggen, we voelde nog wel een beetje maar dat was misschien enkel nog maar de wind die het schip zelf veroorzaakt. Er waren nog wel golven maar die rolde meer rustig, de lucht was ook helder, het was volledig ander weer dan vanochtend. Terug in de hut zagen we dat we zelfs bijna op de maximumsnelheid van 17-18 knopen aan het doorstomen waren, terwijl het nu zo rustig is, dat het voelt alsof we bijna stilstaan!

’s Avonds werd er samen met het dagprogramma van morgen een brief onder de deur geschoven; dat de Pitcairn Eilanden om een visum vragen, á een bedrag van ongeveer 55 euro per persoon, en we moeten voor akkoord tekenen voor het afschrijven van de visumkosten van onze boordrekening. Jeetje, dat is gloednieuw, volgens mij was dit nog niet het geval voor we vertrokken. En heel slim van ze, ze krijgen weliswaar weinig toeristen maar zo krijgen ze nog wat extra inkomsten want als je eenmaal zo ver bent als de Pitcairn Eilanden dan wil je ook wel aan land, alleen al omdat het zo afgelegen is. En er wonen maar iets van 55 mensen dus dat is toch best een leuk bedragje als ze dat onder de bevolking verdelen! Verder is er helemaal niets te beleven hebben we begrepen, maar het is gewoon uniek om op zo’n afgelegen plek te zijn. Dus we moeten 110 euro extra dokken…



Dag 27: vrijdag 10 januari 2020: op zee, 654 km gevaren

Gisteravond toen we naar bed gingen begon de zee weer ruwer te worden, en het is weer een behoorlijk onrustige nacht geweest. Die paar uurtjes rustig weer van gisteren zijn dus weer verleden tijd, en we bonken en duiken en rollen weer als vanouds. Dat is toch een behoorlijke aanslag op je nachtrust!

Vanochtend hadden we allebei zin in een warm ontbijtje, die op zich best smaakte, en ik heb goed gegeten want ik had geen zin in misselijkheid vandaag (gisteren had ik er heel de dag licht last van) en hoop die met een volle maag een beetje weg te kunnen houden. Er stond een karretje met borden in het restaurant, die staan op een springveer en naarmate je borden van de stapel pakt komt de rest van de stapel omhoog zodat je altijd bij een bord kan. Door de beweging van het schip waren die stapels borden nu heel luguber met een gezucht en gesteun steeds uit zichzelf omhoog en omlaag aan het zakken, heel apart om te zien!

Na het eten zijn we nog even een kort rondje op dek geweest; de wind is ijzig koud en het schip dook en rolde in de golven. Op de brug hadden ze de ruitenwissers aan om nog wat te kunnen zien door de spray die over het schip blaast – de ruiten van het restaurant waren in Puerto Madryn mooi gewassen maar nu weer ondoorzichtig geworden door een dikke laag zout.

Na het rondje buiten zijn we nog even langs receptie geweest voor een krantje en om te tekenen dat de visums voor Pitcairn op onze boordrekening gezet mogen worden. Terug in onze hut hebben we een beetje gerust tot het tijd was voor de verplichte veiligheidsoefening, zucht.


Ik was moe en lag op bed te dutten toen de oefening aangekondigd werd. Er werd gelijk al gezegd dat men alleen moest verzamelen en men niet naar de reddingsboten zou gaan vanwege de weersomstandigheden, en er werd omgeroepen dat als je niet naar de oefening kon komen, je in je hut kon blijven, dus we besloten om te spijbelen. Onze kamerstewardess kwam de kamer controleren, ik wees naar mijn been en ze sloot de deur al weer. We waren waarschijnlijk vrij, maar Hans besloot uiteindelijk toch maar alleen naar boven te gaan omdat er de tweede keer gezegd werd dat alleen diegenen die slecht ter been waren in de hut mochten blijven. Uiteindelijk is er niemand meer geweest om te controleren, dus we hadden prima allebei in de hut kunnen blijven – ga je wel naar boven dan wordt je naam genoteerd, maar als je in de hut blijft dus niet.


Na de oefening zijn we naar de lezing gegaan die heel handig “aaneensluitend” was op de oefening – tja, dat betekent dus dat de lezinggever waarschijnlijk zo’n 10 minuten lang aanloop van mensen zal hebben voor zijn lezing, omdat niet iedereen even snel is. De lezing was interessant, over Admundsen en zijn schip de Fram, en over Arctische en Antarctische ontdekkingsreizen eind 19e, begin 20e eeuw, maar liep uit tot 12 uur en toen moest de lezinggever nog wachten op het 12-uur praatje van de kapitein (“nice one”) en daarna van de cruisedirectrice, die inmiddels weer volop haar stem terug heeft.

Tijdens de lezing maakte het schip nog een paar indrukwekkende klappen op de golven, goed te voelen omdat de Astor Lounge voorin het schip ligt, maar tijdens de lunch voeren we al een stuk rustiger. Het hoofdgerecht was teleurstellend dus in tegenstelling tot ons oorspronkelijk plan om geen toetje te nemen, hebben we toch maar een ijsje toe genomen, en toen zijn we terug naar de hut gegaan waar Hans gelijk op bed is gaan liggen omdat hij al een uur zat te worstelen met de slaap.

Ik ben om 13:30 naar de Astor Lounge gegaan voor een kookdemonstratie met de olijfolie waar op de Columbus continu en hier gelukkig wat minder reclame voor gemaakt werd. Het minder reclamemaken hebben ze tijdens de demonstratie echter ruimschoots ingehaald, pfffff. Er werden allerlei blaadjes uitgedeeld over de haast magische eigenschappen van de olijfolie, de recepten waren uitgeprint, en de producten stonden te pronken op een apart tafeltje. De chef-kok moest de olie aanprijzen, ze koken er schijnbaar alles mee, de cruisedirectrice zei precies hetzelfde als de cruisedirector op de Columbus, dat ze altijd een paar flessen mee naar huis nam, de verkoopster deed tussen de twee gerechten en ervoor en ook nog uitgebreid erna de geweldige eigenschappen en ambachtelijke oogststijl en verwerking, en de ecologisch verantwoorde bedrijfsvoering roemen, je werd er gewoon niet goed van, pffff.

Er werden twee gerechten bereid, helaas precies hetzelfde als op de Columbus; de garnalen-tomatensaus en de chocolademousse. Wel werd hier het gerecht steeds netjes in kleine proef-porties verdeeld zodat iedereen kon proeven. Overigens begonnen we pas een kwartier later dan gepland omdat toen ik er was om 13:30, er nog maar zo’n 5 man was inclusief mijzelf, en dat 5 minuten later nog maar amper 10 man was. De cruisedirectrice heeft nog omgeroepen via de intercom (niet bevorderlijk voor Hans zijn dutje!) en ze zijn uiteindelijk om 13:45 begonnen, toen waren er ongeveer 20 man en ik denk dat we uiteindelijk net onder de 30 bleven. Is weinig animo dus!

Het Griekse olijfoliebedrijf (toevallig is de overkoepelende organisatie van de Duitse Transocean en de Engelse/internationale Cruise & Maritime Voyages ook Grieks, wij vermoeden dat het olijfoliebedrijf dus ook tot de bedrijfsfamilie behoort) verkoopt tegenwoordig ook olijven en allerlei typische Griekse gekonfijte vruchten, die we dus al steeds krijgen aan boord zonder dat te weten. Nu bij de demonstratie werden ook wat bladen met kleine taartjes gepresenteerd, gevuld met verschillende varianten van de gekonfijte vruchten; daar wilde ik wel van proeven; de bergamotschil en sinaasappelschil neem ik af en toe bij het ontbijt en de “walnoot” (bleek de onrijpe vrucht van de walnoot te zijn) sprak me niet aan, maar de zwarte kersen zagen er wel lekker uit dus daar nam ik een taartje van toen we tegen het einde mochten pakken. Ik ben nog even uit beleefdheid blijven zitten toen de verkoopster de olijfolie voor de zoveelste keer (maar dit keer serieus uitgebreid) begon te roemen, maar ben na een paar minuten weggegaan, het was wel goed inmiddels en er kwam geen einde aan het olijfoliepraatje. De rest van het taartje heb ik meegenomen voor Hans, die niet geslapen had maar wel blij was met iets lekkers.

Om 15:30 ben ik om een bussticker geweest en daarna even gaan kijken bij het vieruurtje voor iets lekker hartigs. Er was niets hartigs dat aansprak, maar er stond wel een lemon meringue pie dus daar heb ik een heel bescheiden stukje van gepakt en zoveel meringueschuim mee opgeschept als ik zonder onbeschoft te zijn kon maken, en een kop thee voor mezelf, en toen ben ik terug naar de hut gegaan waar Hans heel blij was met het meringueschuim en ik met het taartje eronder.


Uiteindelijk is het Hans gelukt om ongeveer een half uurtje te slapen, al voelde het niet zo, en we zijn iets eerder dan 18 uur naar boven gegaan omdat er omgeroepen werd dat er een walvis gezien was; die was al lang en breed weg natuurlijk, maar we hebben even 5 minuten buiten staan kijken naar de loodgrijze luchten, en toen was het tijd voor het avondeten.


Vanavond hadden we een thema-avond in het restaurant: het bleek dus “Greek” te zijn, en niet “great”, maar het was eigenlijk “great Greek” want we hebben gesmuld. Met name de moussaka was heerlijk, en de baklava was niet precies zoals je gewend bent dat baklava is, maar ook heel erg lekker; het bestond eigenlijk vooral uit baklava-vulling en die is heerlijk, zeker met nog een extra kuipje honing erover! Er stond Griekse muziek op, de obers hadden een blauwe sjerp om, de Griekse vlag was tegen de muur geprikt en het barpersoneel kwam Grieks gekleed met hun drankkarretje een shotje ouzo verkopen.

Na het eten zijn we via boven- en buitenlangs terug naar de hut gegaan waar we de rest van de avond films gekeken hebben en gecomputerd. Er was ’s avonds aangekondigd dat we dus inderdaad vertraging hadden, we komen morgen pas om 10:30 aan in Ushuaia, in plaats van de geplande 7 uur ’s ochtends, maar het valt mee, en voor ons maakt het niet uit want wij hebben morgen niets. Het is misschien zelfs leuker, want zo zie je misschien nog iets van de aankomst door het Beagle Kanaal. Het schip heeft in de loop van de middag en avond weer op snelheid kunnen varen want de golven zijn weer weg; het voelt nu dus alsof we heel rustig en langzaam varen, maar in werkelijkheid zitten we 17 knopen te varen, bijna topsnelheid!


free counters