
We hebben vanochtend bij het ontbijt zoals ons was aangeraden goed gegeten – het zou namelijk lang kunnen duren voor we weer wat kregen vandaag. Ook hebben we twee bananen meegenomen van het buffet – eigenlijk anderhalf, want de ene was twee keer zo groot als de andere! Vanuit het raam van onze hut konden we na het ontbijt een cruiseschip zien, die was ook onderweg naar de haven, en we begonnen land te naderen, dus we hebben onze jassen gepakt en zijn naar boven gegaan om te kijken naar de aankomst.





We waren ongeveer 8:15 boven op dek 8, en zagen tussen de reddingsboten door al een sleepbootje aankomen om ons de haven in te begeleiden. Het was even onduidelijk waar we zouden gaan liggen, en het andere, grotere cruiseschip leek in de baai voor anker te liggen met een tenderdienst, maar toen we naar het achterdek liepen werd het duidelijk; we gingen achterwaarts inparkeren in een smalle riviermond waar een kade lag!














Met één sleepbootje achter ons en eentje voorop om te sturen trokken de twee kleine sleepbootjes ons relatief eenvoudig door de smalle korte vaargeul naar de kade – wat hebben die bootjes toch een enorme kracht! Dit had ons schip, zelfs met de flexibele boegschroeven, nooit zelf gekund. We werden de relatief smalle rivier in gewurmd en toen we vlakbij de kade waren maakte de sleepbootjes zich los om ons tegen de kade aan te duwen, en met wat stellen en schuiven lagen we rond 8:45 bijna vast – de kabels werden nog aangetrokken. Wij gingen naar onze hut om onze spullen te pakken, en kort daarna werd het schip vrijgegeven, we konden aan land.











Onze excursie vertrok pas om 10:45, maar omdat we gelezen hadden dat er wifi in de terminal was, besloten we om 9:30 al aan land te gaan. Tenminste, er stond een tent op het kleine haventerreintje, we gingen ervan uit dat dat de terminal wel zou zijn! We hadden voor aankomst hier in Chili een douaneformulier gekregen dat we in moesten vullen en bij moesten hebben als we aan land gingen, maar vandaag vroeg niemand er naar – wel stonden er in de tent douanepersoneel met honden; alle tassen moesten op de grond gehouden worden zodat de honden eraan konden snuffelen. Damn, je mag geen plantaardig materiaal invoeren en we hadden nu net vandaag die bananen in onze tas! Maar hondje was volgens mij nog niet wakker, of op zoek naar geld of iets anders, want de bananen die wij mensen al bijna konden ruiken interesseerde hem totaal niet. Oef!


We hebben onszelf geïnstalleerd in de drukke tent, waar wat bankjes stonden tussen de winkelstalletjes, en met wat knutselen en geduld lukte het om op internet te komen en wat zaken na te lopen. Rond 10:35 waren we uit-geïnternet en zijn we op ons gemak naar buiten naar de bussen gelopen. We konden al terecht, de lokale gids (weer iemand met Duitse achtergrond, het is toch steeds best knap hoe ze het voor elkaar krijgen!) liet ons enigszins verrast alvast instappen, vond het wel leuk om een praatje te houden en deed ons in Engels op de kaart laten zien waar we straks heen zouden gaan.




Om 10:45 vertrokken we op de excursie; er waren niet zo heel veel bussen, maar een stuk of 6 totaal denk ik. Maar alle drie de geplande excursies zouden rond dezelfde tijd, tussen 10:30 en 11 uur, vertrekken, en zouden volgens schema tussen 15 uur en 15:30 terugkomen, dus vermoedelijk zou het vandaag wel heel stil zijn tijdens de lunch aan boord!

We zouden volgens dezelfde weg heen en terug via Puerto Varas naar het nationaal park in Petrohue rijden, maar de fotostop in Puerto Varas zou pas op de terugweg plaatsvinden. We reden dus de stad uit die onderaan en tegen een steile kom van heuvels aanlag, en reden via prima snelwegen rustig het binnenland in. De lokale gids vertelde ondertussen over tot waar de gletsjers allemaal gekomen waren in het verleden – er waren schijnbaar vier periodes van gletsjers geweest, die verantwoordelijk waren voor de vele meren in dit gebied. In het landschap zagen we bergen en heuvels, en ook de karakteristieke vorm van vulkanen, een kegel met sneeuw bovenop. Altijd mooi!




















Onderweg reden we dwars door Puerto Varas, een toeristisch stadje aan een mooi meer waar je met helder weer tot wel 7 vulkanen kon zien, en nu maar zo’n 2-3. Het was zeker geen warme dag maar er lag een enkeling aan het strandje van het meer lekker een beetje te poedelen in het water, er was een duurzwemmer heen en weer aan het zwemmen en er waren mensen met surfborden en kajaks bezig. Het stadje zelf was duidelijk welvarend door toerisme, en er stonden aan de oevers van het meer af en toe indrukwekkende huisjes – dure stulpjes! Ook gewone hele leuke huisjes, zoals een huis dat helemaal uit puntdaken leek te bestaan, in elkaar geschakeld, en een gebouw dat zo uit Alice in Wonderland ontsnapt had kunnen zijn met allerlei gekke hoekjes, uitbouwsels, een half schip erin en zelfs een metershoge koekoeksklok als deel van het gebouw!




























Een korte fotostop en benenstrekpauze werd gehouden bij een van de vele meren, waar we een mooi uitzicht hadden op de meest prominente vulkaan van de omgeving. De oevers van het meer stonden aan onze kant vol met bremstruiken, die grotendeels uitgebloeid waren en nu vol mooie fluweel-zilveren zadendozen hingen. Aan de overkant van de weg was een cafeetje met lama’s in het veld ernaast – wij werden gesmeekt om alsjeblieft omwille van de tijd niet over te steken en alleen even een foto te maken van het meer, we moesten door.












Rond 12:45 kwamen we, na nog een ritje door bossen en langs de resten van lahars (modderstromen veroorzaakt door vulkanische activiteit) aan bij de toegangspoort naar de waterval. De bus zocht een plekje, het was al aardig druk met auto’s en bussen, en onze lokale gids ging kaartjes voor ons kopen. Zij zei dat wij niet op haar hoefde te wachten, en legde uit hoe we het beste konden lopen – we moesten oppassen want er was één wandelroute die ruim een uur zou duren, maar als we haar instructies volgde konden we gemakkelijk rechtstreeks naar de waterval lopen. We hadden nu dus vrij om de waterval te verkennen!





De wandeling begon gelijk al mooi, met een brug over een hard stromende rivier in een smalle rotsachtige kloof, een mooi bos, en kleine poeltjes verscholen tussen het struikgewas – en een vermoedelijk half-tamme vos die kwam kijken of wat mensen die hem stonden te bewonderen iets lekkers bij hadden! Wij hebben zelf wat verderop onze bananen opgegeten, lekker even een opkikkertje.












Wij volgde de route en kwamen al gauw in een bredere vallei met aan de ene kant een bijna verticale rotswand; het zonnetje scheen verrassend warm, de bodem van de vallei was grillig zwart basalt, de lucht blauw, en kriskras door de zwarte basaltrots waren woest stromende blauwwitte stroompjes, die in een iets rustigere bocht onder de steile rotswand een helblauwe poel vormde. Erg mooi!
















Het water leek niet zo heel hoog te staan, maar zo te zien aan de grote zilvergrijze boomstam die in een van de vele kanaaltjes lag kon het er flink spoken als er veel water uit de bergen kwam razen. Het ijzig uitziende blauwwitte water dat door het grillige zwarte basalt sneed en raasde was een mooi gezicht, maar het werd nog mooier doordat er in de achtergrond de karakteristieke vulkaan stond die we nu al heel de ochtend steeds zien. Een mooi plaatje!













We hebben de verschillende bruggetjes en standplaatsen een voor een afgelopen voor steeds weer wisselende beelden van het geheel; het was er behoorlijk druk en als je liep, liep je in file van plekje naar plekje, en als je stil wilde staan om een foto te maken moest je vaak even wachten tot degene voor je uit beeld was zodat jij er kon gaan staan.





Halverwege de bruggetjes hadden we mooi zicht op een gedeelte waar het water een paar meter naar beneden stortte van de basaltrotsen af, een kolkende poel in. Erg mooi! En bijzonder hoe het water zelfs het harde basalt weet door te slijten tot kanalen. Zo te zien waren er heel veel kanaaltjes in de basaltrots – niet allen waren nu actief met water gevuld, maar sommigen diende op dit moment als een soort overloopjes voor andere, volle kanalen. Ongetwijfeld dat het hier heel spectaculair (en waarschijnlijk zelfs gevaarlijk) is als het water hoger staat!
























We raakte uiteindelijk helemaal aan het uiteinde van de looproute, waar je het geheel van kolkende stroompjes, stroomversnellingen, watervalletjes, zwart basalt, brede vallei en vulkaan-achtergrond mooi bij elkaar zag komen. Terwijl ik aan het worstelen was om een selfie te maken van ons met het landschap erop (armen zijn te kort en ik vind het bij dit apparaat lastig om op het juiste moment in de juiste hoek wijzend de juiste knop in te drukken), sprak een Nederlander ons aan; hij had gehoord dat we Nederlands spraken, zei dat je die toch ook overal vindt, bood aan om van ons een foto te maken, en we kletste er een beetje mee. Hij zat op de Norwegian Star en deed een rondje Zuid-Amerika, dus wij vertelde dat wij op de Astor zaten. “Dat oude ding?” vroeg hij, dus wij vertelde onze route, en natuurlijk de prijs die we daarvoor betaalde. Hij knipperde met zijn ogen, slikte, en zei tot wel twee keer toe “dat is niet verkeerd” en later “ik ben niet jaloers hoor!”. Wij vermoeden dat hij voor zijn paar weken misschien wel evenveel of zelfs meer betaalt als wij voor onze vier maanden “op dat oude ding”… Ondertussen liep de tijd door dus we namen hartelijk afscheid en begonnen aan de terugweg door het park.



















Om 13:30 waren we weer bij de bus en een paar minuten later was iedereen weer terug en konden we vertrekken. We reden weer dezelfde weg terug naar Puerto Varas, ondertussen deed de lokale gids vertellen over wat algemene zaken in Chili zoals scholen, politiek, economie en ook wel haar visie daarop natuurlijk. Zij woont met haar dochter en heeft geen televisie, maar wel 5000 boeken, geërfd van haar vader, grootvader en overgrootvader. En we kregen (mede door het feit dat ze het dus schijnbaar niet echt nodig vond om op de hoogte te blijven van huidige wereldzaken) de indruk dat ze uit een zeer conservatieve gemeenschap kwam die ook redelijk in zichzelf gekeerd is. Ze vertelde ook zoiets over de grote hoeveelheden Duitsers die al eeuwen geleden naar Chili kwamen; de katholieken Duitsers gingen juist helemaal op in de lokale gemeenschappen, want die gingen naar dezelfde (katholieke) kerken en scholen en “verloren” dus helemaal hun Duitse achtergrond en spreken amper tot geen Duits meer, terwijl de Lutheraanse Duitsers zichzelf afzonderde in gelijkgestemde gemeenschappen en sterk vasthielden aan oude gebruiken en instellingen en nog altijd Duits spreken. De Duitse invloed was in ieder geval nog altijd zo sterk in Chili, dat bepaalde woorden uit het Duits kwamen (zo wordt hier overal het woord “kuchen” gebruiken voor zoete koeken), en we hier vandaag langs een paar kleine Lutheraanse kerkjes reden en zelfs een Duitse school, opgericht in 1857.

































Rond 14:30 reden we Puerto Varas zelf in, waar we afgezet werden bij het lokale casino omdat daar de bussen goed konden parkeren, en een half uurtje vrije tijd kregen om rond te wandelen in het stadje. We hebben wat rondjes gelopen en bij het meer gestaan. Op een strandje bij het meer lag een hoopje bruin geroest oud ijzer; het leek op een kapotte silo, ik vond het wel wat weghebben van een treinwagon zonder het wielenstelsel, maar later bleek in een van de lezingen van onze lezinggever dat het de resten van een oud stoomschip waren; er had zelfs een bordje bij gestaan schijnbaar!


































Rond 15 uur zat iedereen weer in de bus en was het nog zo’n dik 30 minuten rijden terug naar Puerto Montt. Hans en ik hebben nog even 10 minuten in de terminal gestaan waar het internet nu redelijk te doen was, voor we terug aan boord gingen; we moesten eigenlijk uiterlijk 15:30 aan boord zijn voor vertrek om 16 uur, maar wij waren pas een van de eerste bussen die terug waren, dus 10 minuutjes internetten kon er nog wel vanaf!


















Terug aan boord hebben we onze spullen gedumpt en zijn naar boven naar het buffet gegaan voor een vieruurtje-met-warme-prak. Het warme eten was niet heel geïnspireerd, maar gelukkig was de zoetigheid dan weer wel erg lekker, met een lekkere nougat-chocoladetaart voor mij en een citroentaartje voor Hans.






Iets voor 16 uur werd omgeroepen dat we nog 2-3 bussen miste en we zouden vertrekken zodra die aan boord waren, en rond 16:15 begonnen de motoren te grommen, we vertrokken! Hans en ik zijn naar boven gegaan om te kijken hoe we vertrokken, en we waren al een eindje van de kade vandaan, dat gaat dan zo snel – ze hadden ook wel enige haast vermoed ik, hoewel in de scheepswereld alles binnen een uur na gepland vertrek volgens mij nog gezien wordt als “op tijd” vertrekken.
Zodra er genoeg ruimte was schoot een sleepbootje tussen ons en de kade, om ons op te vangen mochten we om wat voor reden dan ook terug tegen de kade gedrukt worden. Hij scheurde mooi langs ons, wat een kracht hebben die bootjes toch! Eenmaal uit de smalle vaargeul en terug in de kleine baai voeren we om de Norwegian Star heen en vertrok de loods alweer van boord – we waren weer op open zee, op naar Valparaiso.






















16:30 zijn Hans en ik naar beneden gegaan om te rusten tot etenstijd, en na het eten zijn we niet meer boven op dek geweest – we waren al behoorlijk op open zee en de kustlijn was nog maar een vage schim van bergen op de horizon.







