2019-2020: Eilanden, Kapen en Fjorden Wereldcruise

HOME
ROUTE
LANDEN
MV ASTOR
AAN BOORD
2021 SLOOP
WERELD

Vanochtend toen we opstonden waren we bezig aan te komen bij Rapa Nui, Paaseiland, je zag het in de verte al liggen. We hebben ontbeten en zijn naar de Astor Lounge gegaan waar we een tenderticket kregen dat tegelijk dienst zou doen als ons busnummer, omdat de “bussen” niet genummerd zouden zijn. Gelijk om 8 uur zou er eerst een tender voor individuele mensen vertrekken en dan zou onze excursie aan de beurt zijn; eigenlijk moesten we in de Astor Lounge wachten maar omdat we merken dat de paar plekjes bovenin de tender steeds populairder worden, besloten we alvast beneden op dek 3 te gaan wachten op “onze” tender zodat ik gelijk een plekje zou kunnen vinden bij de deuropeningen. Op dek 3 gekomen hing een groot bord van de Nieuw-Zeelandse douane over groente en fruit en dat het verboden was om deze mee te nemen aan land – een beetje vreemd, Nieuw-Zeeland, maar achteraf denk ik dat het gewoon ging om het feit dat je geen groente en fruit mee mocht nemen en dat ze alleen een poster van Nieuw-Zeeland hadden, en geen specifieke voor Paaseiland. Maar ja, wij hadden dus twee bananen van het ontbijtbuffet in de tas, dus Hans is ze even gauw terug gaan brengen naar de hut.

Ik werd ondertussen weggestuurd van dek 3 – ze hebben liever niet dat men daar wacht – en ben dus maar gaan wachten in het trappenhuis op dek 4 waar ze altijd wat stoelen wegzetten als er een tenderdienst loopt, zodat mensen kunnen wachten. Er zaten ook al een aantal mensen voor de individuele tender, geduldig te wachten tot ze aan de beurt waren. Om 8:50 kwam de groep uit de Astor Lounge aanlopen en sloten wij daar dus bij aan, en logischerwijs sprongen de individuele mensen ook op, dit was tenslotte de eerste tender van de dag en die was aan hen toegezegd. Maar zij werden geweigerd, de excursie ging voor. Begrijpelijk dat sommige mensen hier heel boos over werden en het toch voor elkaar kregen om aan boord de tender te stappen – zij zaten tenslotte al een uur te wachten zonder enige informatie en kregen nu even nonchalant te horen dat ze waarschijnlijk zó nog een uurtje konden blijven zitten wachten totdat alle excursiemensen geweest waren!

Met enig gemor in de tender vertrokken we dus, nadat iedereen ingestapt was; de tender ging behoorlijk op en neer op de golven, die van een afstandje helemaal niet zo hoog hadden geleken – maar nu bij het gat in dek 3 zag je de blauwe verf van de streep een halve meter eronder over het hele witte vlak gesmeerd door het geschuur van de tender tegen de zijkant van het schip, en moest je het instappen in de tender goed timen anders stapte je in de lucht! De bemanning hielp daar ook goed bij, want veel mensen vonden dat eng en/of waren niet heel stabiel op hun voeten en leken ook niet te weten hoe ze dat moesten doen. Niettemin was het indrukwekkend hoe de kleine tender omhoog en omlaag ging op een voor de rest rustig uitziende zee!

De zee leek inderdaad spiegelglad maar het ritje had wel wat deining, en de golven sloegen aan de kust spectaculair kapot op de zwarte lavarotsen! Sowieso was het een mooi zicht, het groen-fluwelen eiland met kegels van uitgestorven vulkanen erop en groene vlaktes, zwarte basalt en lavarotsen aan de kust en het mooie spiegelgladde diepblauwe water dat in hoge witte spray uit elkaar barstte op de ruige kust!

We legde aan in een piepklein haventje in het grootste plaatsje Hanga Roa, en konden gelijk naar onze bus lopen. Ze hadden voor deze excursie vermoedelijk het halve minibus-wagenpark van het eiland ingezet, van verschillende aanbieders, en we moesten er maar eentje uitzoeken. Alles van 4WD auto’s tot luxe nieuwe half-maatsbusjes stonden er, wij werden gestuurd naar de eerste in de rij maar die had hele donkere ruiten dus Hans en ik gaven aan dat we wel in het oudere kleinere busje erachter wilde, die tenminste gewone ramen had. Onze chauffeur was een jongeman van het eiland, die een paar woordjes Engels sprak. Ik sprak dus een mengelmoesje van Spaans en Engels met hem, hij was geboren en getogen op het eiland en vond het hier heerlijk toeven, vooral het rustige leventje. Per drie busjes zouden we één lokale gids hebben die ons tijdens de fotostops uitleg zou geven.

Redelijk netjes op tijd, nog vóór 9:30 (we hadden eigenlijk om 9:15 moeten vertrekken), reden we weg, voor een hele mooie rondrit op het eiland. Eerst reden we het dorp uit langs de mooie kust, met uitzichtjes op het schip. Het dorp zelf stond al vol met vermoedelijk echte en duidelijk neppe standbeelden, en buiten het dorp zagen we her en der ook al een hoofd staan – we hadden thuis in Nederland vlak voor vertrek nog een documentaire gezien over de karakteristieke “hoofden” van Paaseiland, en leerde dat het hele eiland er letterlijk mee bezaaid is, er zijn vele honderden, bijna duizend van die hoofden gemaakt op één zo’n klein eilandje! Ze komen ook allemaal schijnbaar uit dezelfde steengroeve, een oude vulkaan, en werden van daaruit over het hele eiland verspreid. Wij zagen inderdaad ook al her en der eentje staan, of de resten van een platform waar ze op horen te staan. Eentje zagen we die duidelijk nep was, of verkeerd gerestaureerd, want hij keek naar de zee toe en niet naar het land toe – de standbeelden stellen overleden opperhoofden voor, en als standbeeld waken ze over de levenden, en keken daarom naar het land toe, waar de levenden woonden.

De eerste stop van de dag was bij een mooi platform in een weiland waar vijf standbeelden op een rijtje stonden. In principe is ieder standbeeld dat rechtop staat gerestaureerd, omdat op enig moment alle standbeelden op het eiland voorover op hun gezicht getrokken waren. Schijnbaar hadden de eerste bewoners van het eiland een goed leven, met eten, vis en vogels in overvloed, en was het hele eiland bedekt met bomen en palmbomen. Het eiland werd dan ook bij de eerste kolonisatie verdeeld onder de stammen, iedere stam kreeg een gedeelte en men leefde in voorspoed en vrede. In feite uit verveling en als daginvulling begon men standbeelden te maken van overleden stamhoofden, die samen met hun families begraven werden onder vlakke stenen platforms. Ook hierbij deelde iedereen de rechten op het uithouwen van standbeelden in die ene groeve, en had men het recht om zijn standbeelden over het land van een ander te verplaatsen. Het standbeeld van de overledene werd op dat platform gezet, er werden ogen van wit koraal en rood tufsteen in de oogkassen gedaan en rood haar erop gezet (de “hoed” die sommige beelden nog hebben), en daarmee kwam het beeld tot leven en werd het een levende vertegenwoordiging van die voorouder, die daarmee zijn overgebleven stamleden beschermde tegen het kwaad.

Later is er schijnbaar een tweede immigratiegolf geweest, van mensen die ze “kort-oren” noemde om ze te onderscheiden van de eerste immigratiegolf, die duidelijk “lang-oren” waren. De kort-oren werden effectief als slaven ingezet voor de lang-oren, die zich als edelen gedroegen, en alle standbeelden op het eiland vertegenwoordigen lang-oren want de kort-oren mochten geen land bezitten en hun voorouders niet verbeelden in standbeelden. Wel moesten ze voor de lang-oren de standbeelden van de voorouders van de lang-oren uithouwen.


De eerste standbeelden waren nog klein, maar een meter of wat hoog, maar het leven was goed, er was tijd zat, en het maken van de standbeelden begon een levensinvulling op zich te worden, plus er ontstond een wedstrijd-cultuur onderling, “de mijne is groter”, en begonnen de (lang-oor) stammen dus met elkaar te strijden om het grootste beeld op het eiland te maken. Het grootste nog staand beeld is schijnbaar 9,5 meter hoog en 70 ton zwaar, en in de steengroeve ligt een nog veel grotere! Maar om de standbeelden te verplaatsen werden bomen omgehakt om wegen te maken en om ze voort te bewegen (men weet nog altijd niet zeker hoe dat gebeurde, maar er zijn verschillende theorieën, waaronder dat ze het beeld zelf rechtop lieten “wandelen” door om en om aan verschillende touwen aan het hoofd te trekken waardoor het steeds een stukje opschoof), en alle energie en middelen gingen naar het maken van de standbeelden, waardoor er schaarste ontstond op het inmiddels overbevolkte eiland (men schat dat er minimaal zo’n 10-20.000 man woonde op enig moment). De kort-oren kwamen in opstand omdat ze slecht behandeld werden en dat leidde tot oorlogen waarbij vele van de standbeelden op de platforms door hen vernietigd werden om de lang-oren bang te maken dat ze niet meer beschermd zouden worden door hun voorouders. Het geheel leidde weer tot hongersnoden, oorlogen en zelfs kannibalisme op het allerlaatst, en mensen raakte zo gedesillusioneerd door de standbeelden die hun hadden moeten beschermen van dit alles maar dat niet gedaan hadden, dat ze de paar nog overeind-staande beelden alsnog omvertrokken en indien mogelijk vernietigde. Uiteindelijk waren er schijnbaar nog maar een paar honderd man over! Als we het tenminste allemaal goed begrepen hebben!


Hier op dit platform stonden er dus vijf relatief oude beelden, omdat ze nog redelijk klein waren. Vlakbij was een ander platform met één standbeeld dat helemaal gerestaureerd was, compleet met rood haar en witte ogen. Ook waren er wat resten van de specifieke “boot-huizen” waar men in leefde vlakbij de beelden – een stenen ovaal waaroverheen bladeren en mos gelegd werden op een frame waardoor het net een omgekeerde boot leek. Het is een heel statisch beeld en we hebben het al duizend keer op televisie en internet gezien, maar toch is het wel bijzonder om nu dus voor het eerst écht vóór die iconische beelden te staan!

We konden er een tijdje rondlopen nadat de lokale gids, die drie busjes beheerde, ons uitgebreid uitleg had gegeven over het geheel. Terwijl we er liepen begon het een beetje te druppelen, maar dat stopte al gauw – het heeft de rest van de dag af en toe een beetje gedruppeld en dan begon de zon weer te schijnen, op zich best lekker die kleine verfrissing tussendoor want het was verder bloedheet.

Hans en ik waren al als een van de eerste terug bij ons busje, en Hans had eigenlijk wel behoefte aan een toilet, dus ik vroeg in het Spaans aan de chauffeur of hij misschien wist of er ergens op de route vandaag dat soort faciliteiten waren. Hij dacht van wel, en bedacht zich toen opeens dat het gebouwtje, een soort cafeetje, vlakbij misschien ook toiletten had – of hij het even moest vragen? Nou ja, graag! Dus hij sprong uit de auto, stapte het gebouwtje in, het antwoord was duidelijk ja, en hij gebaarde Hans dat hij mee moest komen, hij kon daar wel even gebruik maken van het toilet. Een andere passagier had dat gezien en liep ook mee, die moest ook duidelijk!

Toen reden we weer door op een mooie rit door het landschap. Er zijn inmiddels wel weer bomen terug op het eiland, ze experimenteren onder andere met palmbomen van Tahiti en eucalyptusbossen opzetten, maar het eiland is nog altijd overwegend kaal groen grasland, heel apart! En inderdaad, overal zie je de resten van platforms en omgegooide standbeelden in het landschap – soms zo vergaan dat je het alleen nog maar herkent als archeologische site vanwege het nette kleine hekje en infobordje.

De volgende stop was bij Rano a Raraku, de “steengroeve”, een vulkaan met een specifieke kwaliteit zacht zwart tufsteen waarvan alle standbeelden op het eiland schijnbaar gemaakt werden. Men had geen metaal, en werkte dus met gereedschap van basalt en obsidiaan om de relatief zachte tufsteen met de hand uit te hakken, en het maken van één standbeeld duurde maanden! Deze steengroeve was de reden dat we deze wat uitgebreidere (en duurdere!) excursie geboekt hadden, want dit wilde we heel graag zien; de steengroeve zou namelijk haast bevroren in de tijd zijn, zo plotseling was men gestopt met het maken van standbeelden, en je kon er dus schijnbaar tientallen standbeelden vinden in alle fases – van nog bevestigd in de rots tot al halverwege de helling onderweg naar de eindbestemming. De steengroeve was verder niet gerestaureerd, dus dit was eigenlijk de enigste plek op het eiland waar de standbeelden nog van origine overeind stonden (weliswaar schots en scheef), omdat deze beelden nog geen ogen hadden en dus niet “leefde” en dus niet tijdens de oorlogen omvergetrokken hoefde te worden.

En inderdaad, het stelde niet teleur! Wat een bijzondere plek! We kregen strikte instructies om niet aan de standbeelden te komen en op de paden te blijven, en onze gids leidde ons het terrein op. Eigenlijk is heel Paaseiland één groot Nationaal Park, en moet je al bij aankomst op het vliegveld of zoals wij per cruiseschip min of meer gelijk een entree betalen á 80 dollar per persoon. Alleen als je binnen de grenzen van het plaatsje Hanga Roa zelf blijft hoef je geen entree te betalen, daarbuiten betreed je effectief het Nationaal Park. Het kaartje is schijnbaar wel 10 dagen geldig, en je kunt alle sites onbeperkt bezoeken, behalve twee. Deze steengroeve is daar één van, wil je er nogmaals naar toe dan moet je nogmaals het gehele entreebedrag betalen. Zo’n bijzondere plaats is het dus. We hadden van tevoren al gekeken of we misschien lokale excursies konden regelen hier, maar die waren vaak even duur of hoogstens iets goedkoper dan die van het schip, voor hetzelfde of minder, en dan was de parkentree nog geeneens inbegrepen. Dus, ondanks dat dit een hele dure excursie was á zo’n 200 euro per persoon, was het dus wel een redelijk goede prijs voor wat we ervoor kregen.

De steengroeve was dus in ieder geval een bijzondere plek en net zo bijzonder in het echt als wij van tevoren verwacht en gehoopt hadden dat hij zou zijn. Overal lagen standbeelden! Grote, kleine, als je naar de rotswand van de half afgegraven vulkaan keek zag je de omtrekken nog in de rots zitten, en ze stonden schots en scheef op de hellingen, heel bijzonder! In de verte hadden we een mooi uitzicht op het beroemde grootste platform van het eiland, met wel 15 standbeelden erop waaronder de grootste van 9,5 meter hoog. Maar eerst dus de steengroeve zelf.

We liepen achter de gids aan naar de rechterkant van het veld waar alle standbeelden stonden en lagen, steil omhoog naar een uitstulping waar een bijzonder standbeeld stond, een van de laatste en een van de weinige opgegraven standbeelden met benen. Hij zat geknield op de grond, inderdaad een apart gezicht. Er waren schijnbaar wel meer in deze stijl, maar die zaten vaak nog tot aan hun midden ingegraven in de grond volgens de gids. Vroeger was men er op uit om de standbeelden zo veel mogelijk in oude luister te herstellen, nu was de insteek meer om het te bewaren zoals het achtergelaten was, vandaar ook dat de steengroeve zo’n mooie chaos was!

Vanuit het knielend standbeeld liepen we naar het grootste standbeeld op Paaseiland, nog onderdeel van de rots. Wat een joekel! Hier zag je ook goed hoe ze de standbeelden strak en zo efficiënt mogelijk op elkaar gepakt uithakte, want er omheen lagen allerlei uitlijnen van standbeelden die nog uitgehakt moesten worden, en omhoog verder tegen de helling nog meer. Schijnbaar werd het hele standbeeld uitgehakt tot er nog maar een lange vin op de rug overbleef die hem bevestigde aan de rotswand. Dan werden de gelaatstrekken verfijnd en als het standbeeld zo goed als klaar was werd de rugvin verbroken zodat het de helling af kon rollen of glijden. Eenmaal op de plaats van bestemming (soms wel 10-20 kilometer verderop) werden de details bijgewerkt en het geheel op zijn plek gezet en afgewerkt.

Terwijl we zo hoog stonden zagen we hoe serieus de parkwachters hun werk namen. Er was onderaan de helling een man, vermoedelijk een passagier van ons schip, van het pad afgestapt en naar het hoofd toegelopen van een standbeeld dat daar lag, en hij had deze aangeraakt. Gelijk sprong een parkwachter op hem af en we stonden weliswaar ver en hoog op de helling, maar we konden zien dat die heel boos was. Terecht ook, want de man was enkele meters van het pad vandaan gelopen en was daarmee roodgloeiend het haasje. Hopelijk kreeg hij een flinke preek, we waren namelijk heel duidelijk in het Engels én in het Duits geïnstrueerd geweest!

Hans en ik konden ondertussen via de paden tussen de standbeelden op de helling wandelen, heel apart en bijzonder! We hebben ervan genoten, dit was voor ons een veel mooier en bijzonderder aspect van Paaseiland dan de behoorlijk statische rijtjes op hun platforms – hoewel die ook bijzonder waren natuurlijk! Paaseiland staat al zo lang we reizen op “het lijstje”, maar onder het kopje “gaat hem waarschijnlijk niet worden”, omdat het zo afgelegen is en het zo moeilijk (en duur!) lijkt om er te komen. En nu zijn we er! Gek genoeg is het eigenlijk helemaal niet meer zo afgelegen tegenwoordig, het heeft namelijk een relatief groot vliegveld en er landt volgens Wikitravel iedere dag een lijnvlucht vanuit Chili, en iedere week een vlucht vanuit Tahiti. Toch zal iedereen beamen als je het over Paaseiland hebt dat dat zo’n beetje het meest afgelegen is waar je kunt komen, zo voelt het nog altijd! En Paaseiland is ook zoiets iconisch, dat men over de hele wereld die karakteristieke hoofden herkent.

De betrapte man leek volgens zijn lichaamstaal het volledig oneens te zijn met de parkwachter en zo te zien was hij aan het protesteren, maar de parkwachter duldde geen onzin en begeleidde hem ferm terug naar de ingang van het terrein. Zijn partner liep er achteraan, en zo te zien werd hij van het terrein geschopt en mocht hij er niet meer in.


Wij liepen ondertussen geleidelijk aan richting een klein bosje waar de busjes op ons stonden te wachten. We hadden ruim een uur de tijd gekregen om hier rond te kijken, en dat was ook voldoende geweest om alles te zien, we hebben ervan genoten! Wat een bijzondere plek met die beelden overal kriskras en schots en scheef liggend. Sommige lagen in gruzelementen of alleen bij de nek gebroken, het zwakste gedeelte – gelijk al kapotgegaan toen ze uit de steengroeve kwamen. Daar had men dan vele maanden aan gewerkt en konden ze effectief met lege handen opnieuw beginnen, wat een werk allemaal!

We spraken hier een andere lokale gids die aan Hans vertelde hoe men dacht dat ze de standbeelden vroeger door een speciaal team ’s nachts verplaatste; zo bleef het een mysterie en leek het alsof de standbeelden zelf bewogen – ze verschenen dan overdag dus opeens in iemand zijn veld en waren de volgende ochtend weer verder “gewandeld”. En om het mysterie intact te houden was er dus volgens hem maar een kleine groep mensen bij betrokken die wisten wat er gebeurde.

Het was bijna 11:45 toen de busjes weer gingen rijden – eerst nog even via de hoofdingang waar er onderling tussen de chauffeurs en gidsen overlegd werd in het Spaans of ze iedereen hadden. Ik ving een flard van een gesprek op dat ging over de man die aan het standbeeld had gezeten; de ene zei schouderophalend tegen de ander dat de man het niet serieus genomen had en aan het lachen was geweest. Dat is niet slim! Dat verklaart onder andere (en het feit dat hij 5 meter van het pad vandaan stond toen hij betrapt werd) waarom hij gelijk buiten het terrein gezet was en er niet met een ferme waarschuwing vanaf kwam!

Tegen 12 uur kwamen we aan bij het platform met de 15 standbeelden. De man die uit de steengroeve geschopt was zat in de berm; nu zag Hans opeens wie het was, het was de man van onze Captain’s Dinner (en hij zit tijdens het avondeten aan de tafel achter ons)! Dat was nogal een zelfverzekerde (en in onze beleving onaangename) man inderdaad, en inderdaad niet het type om netjes sorry te zeggen bij een overtreding maar juist stevig in discussie te treden… Zijn partner was in geen velden of wegen te bekennen, maar we hadden na de Captain’s Dinner begrepen dat het geen koppel was maar dat ze elkaar hier op het schip hadden leren kennen en meer een soort reisgenoten waren geworden. Ze zal dan nu wel flink kwaad op hem zijn zeker en haar eigen plan getrokken!

De 15 standbeelden stonden op een gigantisch platform waar zelfs nog plek voor enkele andere standbeelden was. Schijnbaar was deze enigszins laag liggende inham in het landschap jaren geleden overspoeld geweest door een hele zware tsunami, waarbij sommige van de standbeelden wel 200 meter het binnenland ingespoeld waren! Ongelofelijk. Één van de standbeelden is daarna naar Japan gereisd om fondsen te werven voor de restauratie van dit platform, en men was er zo enthousiast over dat ze ruim voldoende geld wisten binnen te halen voor de restauratie – en een grote blijvende interesse van het Japanse volk voor de cultuur van Paaseiland in het algemeen die daarna tot meer samenwerkingen leidde.

Hier in deze vallei lagen een hele reeks van de “haarstukjes”, enorme grote rode rotsen, op een rijtje, en één van de standbeelden op het platform had zijn knotje nog op. Het geheel was indrukwekkend door zijn omvang, niet alleen vanwege de enorme standbeelden, maar ook vanwege het gigantisch lange platte platform vol gelegd met ronde keien. We konden er helemaal omheen lopen voor mooie beelden van de standbeelden, het platform en de omgeving.

Op het rode knotje bovenop een van de standbeelden hadden een paar roofvogels een nest gemaakt, en ze vlogen al roepend af en aan boven de mensen. Sowieso zagen we vandaag onderweg ontzettend veel roofvogels, duidelijk dat ze het goed hebben hier want het waren er echt veel!

Na er een half uurtje rondgelopen te hebben gingen we weer op pad. Onderweg bleven we standbeelden, platforms en stenen zien, ongelofelijk het eiland is er inderdaad bezaaid mee! En we zagen de mooie kegelvormen van oude kleine vulkanen in het landschap, het hele eiland is volgens mij vulkanisch.

De laatste stop was bij het oerstrand, waar de oorspronkelijke bewoners oorspronkelijk aan land zijn gekomen en één van de enigste twee witte zandstranden van het eiland. Hier waren de palmbomen aangeplant die ze uit Tahiti ingevoerd hadden, en er was een klein strand resortje ontstaan met eettentjes en souvenirwinkels, en mensen lagen er aan het strand. Natuurlijk waren er ook hier standbeelden, daar zijn Hans en ik naar toe gewandeld. Één van de standbeelden had hele duidelijke handen; de gids in de steengroeve had uitgelegd dat de standbeelden hele lange nagels hadden, een teken van welstand omdat ze geen werk hoefde te doen.

Toen we hier uitgekeken waren reden we terug naar de kade – het strandje lag letterlijk aan de andere kant van het eiland, en we hadden effectief met de verschillende platforms, de steengroeve en het strandje dus het hele eiland rondgereden op een hele mooie excursie!

Al gauw waren we terug in het dorpje Hanga Roa zelf, en we zijn gelijk in de wachtende tender gestapt, want we hadden op heen en terugweg al wel gezien dat er in het dorpje zelf niet zo heel veel te zien of doen was behalve cafés, restaurantjes, souvenirs en accommodatie. Rond 13:30 stapte we dus in de tender en voeren terug naar het schip, terwijl er een paar kano’s naast ons voeren de haven uit.

13:45 waren we terug aan boord en zijn Hans en ik, letterlijk vóór de hongerige menigte uit, gauw naar boven naar het buffetrestaurant gelopen om nog wat te lunchen.

Na de lunch hebben we nog even een ommetje boven op dek gewandeld om te kijken naar het eiland; het blijft toch best wel bijzonder om hier te zijn en er geweest te zijn! 14:30 gingen we terug naar onze hut om onze plakkerige kleding af te pellen, te douchen en te relaxen. Ondertussen kwam er af en toe een regenbui over het eiland en over ons heen – tijdens de lunch eerder had het ook gegoten van de regen!

Tijdens het avondeten vertelde Reba dat de man die het standbeeld had aangeraakt in haar bus had gezeten, en behoorlijk in de problemen was geraakt; de autoriteiten waren zo kwaad, dat ze de kapitein opgebeld hadden, en hij had schijnbaar moeten praten als Brugman om ze te overtuigen om niet al te zware middelen in te zetten. Men heeft uiteindelijk besloten om de man de verdere toegang tot ALLE sites op het eiland te ontzeggen – effectief het hele eiland dus. Of hij ook nog een boete of iets dergelijks gehad heeft weet niemand en zou hij zelf waarschijnlijk ten stelligste ontkennen. De man zelf was heel de dag aan iedereen die het wilde horen (want het halve schip had natuurlijk inmiddels wel iets meegekregen), aan het uitleggen geweest dat hij zich flauw gevoeld had en even geleund had tegen het standbeeld voor steun en de parkwachter zwaar overdreven gereageerd had. Yep, aha, en daarvoor was je eerst dus 5 meter het veld opgelopen zodat je tegen het hoofd van het standbeeld, het verste van het pad vandaan, had kunnen steunen… Want dat hadden wij dan weer vanuit de steengroeve gezien. Schijnbaar, toen wij hem zo zielig zagen zitten in het gras bij het grote platform, had Reba gezien dat hij even een metertje het terrein opgestapt was toen niemand keek; in een kinderachtige poging om te laten zien dat hij boven de wet stond zeker.

We zijn na het avondeten nog een tijdje boven op dek geweest om te kijken naar het eiland – zelfs vanuit het schip kon je een paar platforms met standbeelden zien, waaronder het eerste platform dat we vanochtend bezocht hadden! En we zagen verschillende van de vulkaankegels die we ook aan land gezien hadden. Een apart eiland! We zouden hier nog de hele nacht blijven liggen en dan morgenochtend vroeg vertrekken, dus rond 20:15 waren we uitgekeken en zijn we naar onze hut gegaan om de rest van de avond daar door te brengen. Kort nadat we naar beneden gingen werd het toch donker en was er niets meer te zien behalve wat lichtjes van het dorpje zelf.

free counters