2019-2020: Eilanden, Kapen en Fjorden Wereldcruise

HOME
ROUTE
LANDEN
MV ASTOR
AAN BOORD
2021 SLOOP
WERELD

Vanochtend kwam de loods om 7 uur aan boord – er kwam namelijk opeens een knalgele antenne langs ons raam en eronder zat het knalgele loodsbootje! Toen we gingen ontbijten hing het “do not disturb” bordje weer verkeerd – die bordjes vallen hier gemakkelijk van de deurklink af, en goed mogelijk dat een goedbedoelend iemand ze terughangt zoals hij denkt dat ze moeten hangen. Na het ontbijt zijn we gelijk naar boven gegaan om te kijken naar de aankomst bij het plaatsje Mount Manganui, de eigenlijke aanlegplaats voor vandaag – maar iedereen noemt het Tauranga omdat het effectief een voorstad van Tauranga is geworden.

De mooie typische vulkanische kegel van de berg Mount Manganui zelf stond mooi prominent in het landschap, we voeren er vlak langs en door een opening tussen de berg en een lage landtong zand, waar er zichtbare stroomversnellingen waren vanwege de smalle opening.

In de kleine baai erachter was het water weer rustiger; zo rustig dat het (zo te zien een riviermond) zand afzette in zandbanken buiten de vaargeul. Ons schip maakte een mooie zwaai om aan te leggen aan de kade van de industriehaven, waar een stukje afgezet was en een tent opgezet van de Nieuw-Zeelandse VVV voor cruiseschepen. Toen we stillagen rond 8:30 zijn we terug naar onze hut gegaan.

Om 10 uur vertrokken we; het zag er zo grijs en bewolkt uit dat we besloten onze regenjassen mee te nemen, maar die konden gelijk in de rugzak want het was buiten benauwd en warm! De voor ons gereserveerde fietsen waren al weg toen wij het schip verlieten; typisch, maar geen probleem, er werden gelijk twee nieuwe fietsen voor ons tevoorschijn getoverd en de loopplank afgetild voor ons. Er is ook helemaal geen controle wie de fiets meeneemt en ze staan onbewaakt beneden op de kade te wachten op hun huurders met de sleutel gewoon in het slot; zoals ze er staan, kan ik me voorstellen dat brutale of onnadenkende mensen denken dat ze gratis en voor het pakken zijn, en er misschien eens eentje meepakt zonder ervoor te betalen.

Wij hadden in ieder geval onze fietsen, en Hans stapte al vrolijk op maar werd gelijk teruggefloten; niet fietsen op het haventerrein. Dus hij knoopte even een praatje aan met de beambte, en die vertelde dat een fietshelm verplicht was maar dat je hier in Mount Manganui waarschijnlijk niet aangehouden zou worden ervoor omdat het hier wat relaxter was. Terwijl we naar de uitgang liepen probeerde ik in de tent wat wifi op te pikken, en we kregen een redelijk goede verbinding en konden alles binnenhalen van de post en whatsapp. We zagen dat Hans zijn zus een paar uur eerder gebeld had, dus belde haar via Whatsapp; het was per ongeluk geweest, maar ze was niettemin blij ons even te spreken en we hebben even gezellig gekletst.

Toen zijn we (buiten de poort) gaan fietsen. Eerst op ons gemak langs de boulevard richting Mount Manganui zelf. We konden deels op een houten-planken-wandelpad fietsen want het was rustig op straat. Bij de berg fietsten we er voor langs (je mocht er schijnbaar niet omheen fietsen, alleen wandelen helaas), en twee straten verder kwamen we weer uit bij het water. De berg is namelijk het uiteinde van een hele smalle landtong die ontstaan is tussen een rijtje kleine vulkanen, en hier op zijn smalst is hij maar twee straten breed.

Langs het zwembad met warme thermische baden (ze adverteerden met het feit dat ze de temperatuur verLAAGD hadden, vanwege het warme thermische water natuurlijk) en aan de andere kant konden we langs de weg fietsen en soms een beetje op de stoep en de boulevard.

Er waren een paar mooie uitzichten over de eilandjes voor de kust, en we stopte ook even bij een kleine cenotaaf die volgens internet voor beide oorlogen is, maar geen enkel opschrift had behalve een plaquette met de emblemen van de verschillende legeronderdelen. Wel was de ligging aan het water heel erg mooi.

Er waren veel mooie huizen en vakantiewoningen onderweg, variërend van ouderwets, een beetje vervallen, tot hypermodern (zoals het huis met de uitschuifbare wanden) – en waarschijnlijk was ieder huis hier hoe dan ook een klein fortuin waard, puur vanwege de prachtige ligging aan het water. Je kon letterlijk zo in je badpak de straat oversteken en even gaan zwemmen in zee, wat we een vrouw dus ook zagen doen. Om de zoveel meter was er een pad naar het strand toe door de smalle strook duinen, en overal waren bankjes en zoetwater douches.

Wij zijn op gegeven moment bij een bankje gestopt om te genieten van het uitzicht en even te rusten. In de branding waren surfers bezig, en in de verte was net een surf-klasje uit het water gekomen. Mensen zwommen in de zee, en de temperatuur was lekker maar de zon was heel schel aan onze ogen. We besefte ons op gegeven moment dat we geen petje ophadden, en dat hielp een beetje – de zonnebrillen waren uiteindelijk niet nodig maar het licht was gewoon erg schel, zeker zo aan zee!

We waren inmiddels alweer een eindje van de berg vandaan, dus besloten terug door te steken naar “onze” kant. De landstrook waar Mount Manganui op lag was gauw breder geworden, dus we reden een beetje slingerend door de woonwijken min of meer terug in de richting van de haven en de andere kant van de landtong.

Op gegeven moment zagen we een prachtige, enorme boom die laag vertakte naar dikke takken die zo zwaar waren, dat ze door palen ondersteund werden. Volgens het informatiebordje was de boom wel 500 jaar oud! Ervoor stonden oranje pionnen en was de parkeerstrook afgezet; er hingen bordjes aan, “please keep clear, it’s cruise-season”. Lachen! Lokale rondritjes stopte hier natuurlijk dus even – wij hadden mensen buiten het haventerrein zien afspreken met een lokale touroperator voor een rondritje en kwamen ze later bij de cenotaaf ook weer tegen. En dit stond dus natuurlijk ook op hun programma; terecht, het was een prachtige boom!

Na nog wat omzwervingen kwamen we bij de winkelstraat van het plaatsje uit; het was toch groter dan het ons in eerste oogopslag had geleken, dit was een gezellige redelijk grote winkelstraat met cafeetjes en restaurantjes – waarschijnlijk werd het hier met vakanties heel erg druk, dat zag je ook wel aan de vele huisjes die duidelijk kamers te huur boden, al dan niet helemaal tot vakantiehuisjes omgebouwd waren.

We hebben een bankje opgezocht in de schaduw aan de voet van Mount Drury, een andere kleine vulkaan, en even lekker gezeten en gekeken naar het straatleven. Het verkeer was vriendelijk, relaxed, wachtte op elkaar en hield rekening met elkaar. Het beeld dat je een beetje hebt van “de typische” Australiër is een smoezelig behaarde hillbilly met lange rommelige baard, terwijl dat bij een Nieuw-Zeelander toch meer een relaxde surfer dude is – hier zeker was men heel relaxed zo te zien. Een jong Nederlands paartje liep langs ons, en Hans zei vrolijk “je komt ze ook overal tegen” – de vrouw moest een beetje verlegen lachen, de man schrok en vond het niet zo leuk om andere Nederlanders te horen!

Toen we uitgezeten waren zijn we heel geleidelijk aan terug naar de haven gefietst, maar we vonden het nog een beetje vroeg om terug aan boord te gaan, dus zijn nogmaals de eerste boulevard op gefietst om daar een plekje op een bankje in de schaduw op te zoeken en naar het water van de baai achter de landtong te kijken. Meeuwen kwamen om ons heen staan, eentje riep zelfs tegen ons om eten – en andere meeuwen kwamen ook aanvliegen om te kijken of er wat te halen viel. Maar opeens vlogen ze allemaal op, naar elkaar roepend – er werd verderop gevoerd en daar was dus even een korte feeding frenzy van meeuwen!

Uiteindelijk zijn we rond 12:45 terug het haventerrein opgelopen. We hebben nog even wifi in de tent geprobeerd, maar het lukte voor geen meter meer, terwijl er verder toch niemand behalve ons gebruik van maakte. Balen! Je hebt het niet echt nodig en we konden toch niemand meer whatsappen vanwege het tijdsverschil, maar het is toch frustrerend. We zette net de fietsen weg onderaan de loopplank toen een man die we Lee Towers noemen (hij lijkt er wel een beetje op) vroeg aan Hans of hij een van de fietsen mocht hebben. Nou eh eigenlijk niet zei Hans, die fietsen hebben we gehuurd en wij zijn er verantwoordelijk voor, vraag maar aan de conciërge voor een fiets. Ja maar zij is er niet zei Lee. Tja, dan bij receptie proberen. Daar ging het ook niet schijnbaar, volgens Lee, dus wij hebben de fietsen maar voor de zekerheid op slot gezet en de sleutel aan de Indiër gegeven die onze scheepspasjes altijd controleert en door de kaartlezer haalt: Lee Towers moet helaas voor hem toch echt zijn eigen fiets regelen. Mensen lijken niet te weten dat je ze kunt huren, op de heenweg vroeg een echtpaar ook al hoe we er aan kwamen.

We hebben onze spullen in de hut gedumpt en zijn doorgelopen naar het buffet voor de lunch; het eten was echter helaas bedroevend slecht. Smakeloos, stuk gekookt en uitgedroogd buffeteten. Bah. We hebben wat heet water gehaald bij het koffie en thee station en besloten de vanille latte te proberen die we van de week van Reba gekregen hadden. Brrrr, niet onze smaak helaas, dus we hebben maar wat gewone thee met honing gezet om toch een zoete afsluiting van de lunch te hebben.

’s Middags hebben we gerust, we waren allebei behoorlijk moe van ons uitstapje, en de twee dagen ervoor. Hans stond zelfs te trillen onder de douche zo moe dat hij was, hij dacht eerst dat het schip zelf bewoog! Het lukte helaas niet echt om te slapen, maar we hebben in ieder geval een beetje gerust.

Om 17:30 kregen we een telefoontje van de conciërge, of we de fietsen teruggegeven hadden? We legde uit dat we ze op slot gedaan hadden en de sleutel aan de Indiër gegeven, dat was goed. We vroegen ons dus af of de eerste twee (verdwenen) fietsen dan toch wel aan iemand verhuurd waren, of dat mensen ze zo meegenomen hadden. Zo brutaal ben je toch niet lijkt me? Maar er was in ieder geval dus even wat onduidelijkheid over of er wel of niet fietsen terug ingeleverd waren, dus er is ergens toch wel iets misgegaan vandaag denk ik.


Om 18:30 zijn we gaan eten, lekker met frietjes erbij besteld in plaats van de vaste aardappelen; dat is toch wel een uitkomst dat je je maaltijd zo gemakkelijk kunt aanpassen! De afvaart was iets vroeger dan gepland, vóór 19:45 vertrokken we al. We zijn om 20 uur naar boven gegaan en hebben gekeken tot we open zee bereikte rond 20:30. Buitengaats lagen de eilandjes mooi voor de kust en de verlichte vrachtschepen die voor anker lagen waren een mooi en sfeervol gezicht.

Terug in de hut hebben we nog wat thee gezet en er een chocolaatje bij genomen; dat is lang geleden en was weer eens erg lekker. We beseffen ons dat we (veels) te weinig drop bij hebben, sowieso zijn de mini-marsjes al een paar weken op en zijn we nu aan de repen chocola begonnen. Te weinig snoep bij dus! En helemaal niets hartigs en dat is echt wel een foutje geweest, we hadden iets van tucs of zo mee moeten nemen want soms wil je gewoon iets hartigs.


Ondertussen voeren we flink door, wel 16.5 knopen. We hadden een redelijke afstand af te leggen tot Christchurch! We zijn om 22:15 gaan slapen, we waren hartstikke moe. Dit keer hebben we het do not disturb bordje heel zorgvuldig opgehangen zodat we zeker wisten dat hij goed hing – want voor hetzelfde geld doen we het al twee dagen zelf verkeerd!


Het dagprogramma voor morgen was maar half afgedrukt, met twee witte pagina’s, want morgen werd er gevierd dat we halverwege de reis waren. We moesten dus maar in het kader van verbroedering en vriendschap morgen op zoek gaan naar mensen met de andere helft van het dagprogramma en daar contact mee leggen. Wat een lol. Ik zei gelijk al dat we morgenochtend gewoon naar receptie moesten gaan, daar is iedere dag het Duitse krantje, een puzzelblaadje maar dus ook het dagprogramma te vinden, morgen dus waarschijnlijk ook. Verder was er in het dagprogramma (wij hadden sowieso al de belangrijkste helft, de voorkant plus restauranttijden en zo, het avondgedeelte is voor ons hier aan boord nooit zo interessant) overal een beetje gespeeld met de term “half” – een halve lezing, of een halve aerobicsles, enz…

free counters