2019-2020: Eilanden, Kapen en Fjorden Wereldcruise

HOME
ROUTE
LANDEN
MV ASTOR
AAN BOORD
2021 SLOOP
WERELD

Dag 70: zondag 23 februari 2020: Sydney, Australië; 419 km gevaren

Hans heeft een hele slechte nacht gehad met veel wakker liggen en dromen als hij sliep, ik heb vooral enorm liggen dromen. Het duurde weer een hele tijd voor de Garmin vanochtend de satellieten had, bijna 20 minuten, bizar! Tijdens het ontbijt waren er helaas geen sinaasappels om mee te nemen, wel allerlei ander fruit dus we hebben met veel fruit ontbeten.

Na het ontbijt zijn we naar boven gegaan waar we al gauw aan de praat raakte met de oudere Nederlandse dame, en daar tot na 9 uur gestaan hebben, kletsend over van alles en nog wat. We denken niet aan land te gaan vandaag, want zoals het er naar uit ziet en waar we voor gewaarschuwd worden is dat we vanmiddag dus om 15 uur voor anker gaan in de haven van Sydney (op dat moment moet je ook je tenderticket gaan halen bij receptie als je snel aan land wilt), en dan duurt het tot 16:30 voor de autoriteiten aan boord komen (vanwege drukte in de haven schijnbaar), dan moeten ze iedereen eerst een “face-check” laten doen, persoonlijke controle met paspoort, en men zal daarbij de mensen met de tendertickets 1, 2 en 3 als eerste in volgorde doen en dan pas de rest van het schip. Als we geen zin hebben om in de rij te staan voor een tenderticket zullen we dus waarschijnlijk pas rond 17, 17:30 aan de buurt zijn en daarna aan land kunnen. En we hebben niet direct veel dat we aan land willen doen, al helemaal niet aan het einde van de dag. De oudere dame wist ook nog niet of ze vanmiddag nog ging proberen aan land te gaan; wachten tot morgen als we in de haven liggen was net zo gemakkelijk.

We zijn daarna naar beneden gegaan waar Hans al gauw is gaan douchen en we rond 10:30 wat thee en koffie genomen hebben (geen stukje chocola, die is kostbaar). Met nog wat kletsen en luieren was de ochtend gauw voorbij, en gingen we om 12 uur lunchen.


Het enige hoofdgerecht dat een beetje voor ons in aanmerking kwam was de vis in curry-saus, en gepimpt met frietjes was dat best lekker. We hebben gezellig gekletst met Reba en Helmut en zij vertelde dat ze ontdekt hadden dat de cruisedirectrice totaal geen ervaring heeft; ze had de functie nog maar 2-3 maanden voor ze begon aan deze reis. Ongelofelijk! Dat verklaart een hoop. Iedereen moet ergens op enig moment ervaring opdoen in zijn functie, maar voor een 4-maandse reis zet je toch niet een groentje in? Dat moet iemand zijn die gepokt en gemazeld is, laat haar maar eerst een paar jaar ervaring opdoen met 2-3 week lange cruises.

Na de lunch was het nog te vroeg om voor op dek te gaan staan om te kijken naar de aankomst, dus heeft Hans eerst een klein dutje gedaan in de hut, hij was begrijpelijkerwijs nog moe van de slechte nacht. Om 13:30 zag ik een antenne langs ons raam komen; de loods was aan boord! Om 13:45 heb ik Hans wakker gemaakt om naar boven te gaan, de baai van Sydney was aan het naderen.

Het stond al helemaal vol voor op dek, dus Hans zocht een plekje achterin met de Duitser waar we wel meer mee praten en ik kon een plekje vooraan vinden achter een vrouw die haar rollator als stoel gebruikte; ideaal, ik had prima zicht zo. Terwijl we de baai invoeren deed mijn rok een Marilyn Monroe, dus die heb ik de rest van de reis tussen mijn benen geklemd! De oudere Nederlandse dame kwam ook bij mij staan en we waren het er over eens dat de vorige keer met de Columbustoch wel machtig mooi was geweest en eigenlijk onherhaalbaar; toen voeren we aan het einde van de dag met strak blauwe hemel de haven in en nu was het helaas bewolkt (en heel erg benauwd). Maar niettemin was vandaag ook mooi.

Zeker mooi waren de vele zeilschepen overal, van wat grotere plompe gezins-zeilboten tot zwermen slanke wedstrijdbootjes met zwarte zeilen, tot piepkleine optimistjes in de verte en op het laatste zelfs een glider die, als hij op snelheid is, boven het water uitrijst en alleen nog zijn kiel in het water heeft; gemaakt voor snelheid! En dan nog de plezier-vissersbootjes, speedbootjes, ferry’s, havencruises, het was druk op het water! Voor ons voer de loodsboot slingerend een weg vrij te banen door al het pleziervaartuig, en zo voeren we de baai in met de skyline van Sydney in de verte. Toen het Operahuis in beeld kwam achter een landtong vandaan ging er een zucht van opwinding door de meute mensen op dek; we waren er! En ernaast was de bekende brug, twee markante iconen van Sydney.

Enigszins tot onze verrassing gingen we nog ver van het centrum voor anker; er lag al een cruiseschip dichterbij het centrum voor anker, en er lag dat we konden zien in ieder geval één cruiseschip bij het Operahuis aan de kade; er was daar plek voor twee of drie, maar we lagen er nog zo ver van vandaan, dat je niet eens kon zien of de andere plekken ook al bezet waren. Wij gingen voor twee kleine eilandjes voor anker, zo’n 2-3 kilometer van de brug vandaan. We hebben er nog een tijdje gestaan, kijkend naar de zeilbootjes om ons heen, die soms vlak langs ons schip scheerde; mooi! Terwijl we er stonden deed de staffkapitein het te water laten van de tenderbootjes vanuit de brug coördineren – het was duidelijk dat men dus klaar zou staan om aan de slag te gaan zodra men van boord mocht na de paspoortcontrole straks. Het eerste tenderbootje vertrok al gelijk richting de kade – wat een eind om te varen in die oranje kurk!

Rond 15 uur zijn we terug naar onze hut gegaan via het buffetrestaurant waar we eerst nog even een kop thee gehaald hebben; we hadden vanuit ons raam mooi zicht op de brug, het Operahuis was inmiddels een beetje verdwenen achter een heuvel daar vlakbij. Maar niettemin een mooi gezicht! Het tenderbootje was nog steeds dapper aan het voortploegen, en deed pas na zo’n 20 minuten om de hoek van de heuvel van het Operahuis verdwijnen; dat was dus een tenderritje van zo’n 30 minuten van schip naar kade, oef! Het andere cruiseschip dat voor anker lag was “The World”, het wereldreizend cruiseschip waar je een kamer kunt kopen als je voldoende geld hebt en al wereldreizend de wereld rond cruisen. We hadden die met de Columbus in 2018 in Cartagena, Colombia gezien.

Ik ben nadat ik mijn thee ophad maar gelijk mijn rondje gaan lopen; wij gingen vandaag niet van boord! Rond 16:15 was ik terug en ik had ergens voor 16 uur tijdens mijn rondje twee Australische beambten aan boord zien komen; maar voorlopig hoorde we nog niets over dat het schip vrijgegeven was of dat de paspoortcontrole kon beginnen dus ik ben een dutje gaan doen. Keurig netjes om 16:30 ging de intercom weer bing-bong; maar nee, de paspoortcontrole ging nog niet beginnen, er werd eigenlijk niets nuttigs gezegd door de cruisedirectrice behalve welkom in Sydney…


Zou de paspoortcontrole misschien al begonnen zijn zonder aankondiging omdat de mensen met tendertickets klaar stonden te wachten? Pas na 17:30 kwam de intercom weer tot leven; het schip was eindelijk vrijgegeven en de paspoortcontrole ging NU pas beginnen, met tenderticket nummer 1 als eerste aan de beurt! Wat zijn wij blij dat wij besloten hadden dat we niet van boord hoefde, anders zat je al vanaf 15 uur vanmiddag paraat te wachten, wachten en wachten. Toen werd er om de haverklap wel iets omgeroepen door de cruisedirectrice, over biosecurity, bezoek aan China, oproepen voor tenderticket twee, herhaalde oproep voor tenderticket één, enz… Alleen, de muts deed per ongeluk de verkeerde knop indrukken waardoor je het alleen in de gang en “half” in de hut hoorde, heel zachtjes zoals steeds een paar dagen terug; misschien ook maar beter, anders word je horendol!


Iets na 18 uur werd de oproep gedaan voor “alle gasten” – maar wij besloten nog even te wachten; want tenderticket 3 was nog bezig, 2 waarschijnlijk ook, daarna willen er waarschijnlijk nog andere mensen van boord die geen tenderticket meer krijgen, en dan nog de rest van het schip… pffffff en dat moet nu allemaal tegelijkertijd naar de Astor Lounge rennen; we wachten nog wel even!


Blij dat we even gewacht hebben, want om 18:10 riep ze nogmaals de tendertickets 2 en 3 op, en zelfs 4 op om naar de Astor Lounge te komen… Ze waren dus nog lang niet zo ver om de rest van het schip te zien! Wij zijn uiteindelijk om 18:30 na nog een paar omroepen gegaan, en moesten toch nog wel even in de rij staan, al ging het wel redelijk vlot. Eerst moest je boordpasje gescanned worden, dan kreeg je je paspoort en moest je in de rij gaan staan voor het podium waar de douanebeambten achter tafels zaten. Voor je naar de tafel geroepen werd werd je paspoort alvast bekeken en het immigratieformuliertje ingenomen, en bij de tafel werd het paspoort gescanned. Ik had een paar foto’s gemaakt van het geheel en binnen minuten stond er een vrouwelijke beambte bij me, of ik foto’s had gemaakt en of ze mijn toestel mocht zien. Tja, ik had al getwijfeld of ze er moeilijk over zouden doen maar heb dus maar openlijk een foto gemaakt; zodat het niet lijkt alsof ik het stiekem probeer te doen en weet dat het niet mag, want dat wist ik dus niet zeker. Ik moest de drie foto’s in de Astor Lounge wissen omdat, als je inzoomde, je in de achtergrond de beambten kon zien zitten. Maar het was genoeg dat ik voor alle drie op delete drukte, ze hoefde niet ook nog mijn prullenbak te zien. Ach ja. De man van het Nederlandse stel zei lachend tegen ons dat je je paspoort als Nederlander niet uit handen mocht geven; wij dachten nog, een grapje, maar hij begon er ook over tegen de beambten die zijn paspoort wilde zien en scannen! Het ging goed, maar voor hetzelfde geld geeft zoiets enorm gedonder!

Om 18:40 waren we er doorheen en zijn we met onze paspoorten op zak nog even naar dek 7 gegaan om buiten te kijken op de promenade, omdat we geen zin hadden om nog naar beneden te gaan; het avondeten was vandaag namelijk om 19 uur en open seating tot 21 uur, voor mensen die eventueel nog voor het avondeten terug aan boord willen komen.

Om 19 uur stapte we een leeg restaurant in, en dat is het wel ver gebleven tot we rond 20 uur klaar waren met eten! Er zaten misschien al met al zo’n 20-30 passagiers, en dan nog de hele delegatie douanebeambten, een stuk of 10 man. De obers hadden dus een rustige avond en er was tijd voor wat onderlinge grapjes en geklets; ik denk niet dat ze dit soort slappe avonden vervelend vinden! Maar er zijn dus een hoop mensen van boord gegaan vanavond; sowieso vier tenders vol, dat is zo’n 150-200 man, afhankelijk van hoe vol ze ze stoppen, en daarna werd er nog omgeroepen voor de vrije tenderdienst, zonder tenderticket.

Na het avondeten zijn we nog even boven op dek gaan kijken naar de stad om ons heen, voor we rond 20:30 terug naar de hut gingen. Al met al was de eerste tender vandaag pas ergens tussen 18:30 en 18:45 richting land gegaan, pfffff! Blij dat we niet aan land hoefde, want wat een gewacht voor je zover was dus vandaag!

Toen het dagprogramma onder de deur geschoven werd, stond erin dat je vanuit de cruise terminal waar we morgen zouden liggen, White Bay Cruise Terminal, met een shuttle naar het centrum van Sydney kon; kosten 10 euro (ik neem aan voor een retourticket), tickets af te halen bij de receptie en het geld ging van je boordrekening af. Jeetje, vorige keer met de Columbus was er een shuttle vanuit de terminal en die was gewoon gratis; en tickets via het schip kopen? Dan is het dus geregeld vanuit het schip of zijn er afspraken met het schip, want normaal gezien als er zoiets is (we hebben in eerdere havens weleens een betaal-shuttle gezien) dan regel je dat met de shuttle chauffeur zelf. Heel apart. We waren benieuwd wat we morgen tegen zouden komen, goed mogelijk dat de gratis shuttle er gewoon ook nog stond en desnoods konden we een ferry nemen, want de terminal werd ook bezocht door het ferry netwerk wisten we van vorige keer en stond ook in het boekje over Sydney dat we gisteren gekregen hadden.


Om 21:15 gingen we naar de show; er was vanavond namelijk weer een lokale show, Aboriginal muziek en dans dit keer. Eerst was er nog livemuziek op het podium van de showband, terwijl de zaal langzaam iets voller werd. Maar druk werd het niet, er waren uiteindelijk rond de 100-120 man. Dat is maar goed ook, want de show was het beste te waarderen in een kleine groep. Er was een didgeridoo speler die op de grond op een dierenvel zat en met hardhouten latjes zichzelf begeleidde, en drie dansers. Alle vier de mannen waren traditioneel gekleed en hadden hun lichamen versierd met witte verf.

Ze deden een aantal traditionele dansen die redelijk “eenvoudig” waren, rondstappend en met armen bewegend met bosjes eucalyptus vasthoudend; je zag men al in lang vervlogen tijden rond het kampvuur zitten in de bush en zo’n soort dans doen. Ze beeldde vaak dieren uit en meestal had je weinig fantasie nodig om het dier erin te zien. De didgeridoo speler begeleidde ze en zelf hield een van de drie dansers ook twee grote boemerangs vast van hardhout die hij als een soort rammelaar gebruikte voor een apart helder hard geluid.

Op zich denk ik een hele goede show (of het je muziek is, is een ander verhaal) en de mannen waren duidelijk zeer professioneel, hadden humor en vertelde tussendoor ook stukjes over de Aboriginals, hun dansen, waar ze vandaan kwamen (ze waren alle vier van een ander deel van het land, schijnbaar verdelen de Aboriginals Australië in 700 “landen” en hebben ze onderling wel 1000 talen), en ze vertelde ook over eucalyptus en deden de muggendans die daar bij hoorde, omdat eucalyptus naast antibiotische eigenschappen ook goed werkte als een muggenverjager. Schijnbaar zijn er wel 100 namen voor het didgeridoo instrument en wordt de boemerang in zowel (kleinere) vrouwelijke vorm als in (grotere) mannelijke vorm gemaakt, en gebruikt als muziekinstrument, jachtinstrument en in grotere vorm, als wapen. Of gewoon om kinderen terecht te wijzen door ermee als een stok te zwaaien!

Naderhand was het weer tijd voor “aapjes kijken”, dat is dan altijd een gedring om naar voren te komen, want we konden foto’s van ze maken zoals ze zelf al aangaven. Wij stapte ook naar het podium en zijn een beetje met de mannen gaan kletsen en dat was echt hartstikke leuk; de didgeridoo speler was de leider van het groepje, bleek twee universitaire studies te hebben, een artiest, muzikant en docent te zijn, leidde een eigen bedrijf en gaf les in duurzaamheid en culturele bewustwording! Hoppa! En nog mooier, hij had pasgeleden nog in Tilburg lesgegeven, hij lichtte helemaal op toen hij hoorde dat we Nederlanders waren! Hij vertelde dat de witte verf vroeger witte klei zou zijn geweest en natuurlijk had het allemaal symbolische betekenis; zo was hij bedekt met handafdrukken; dat waren de tekenen van zijn voorouders, waarbij linkerhanden vrouwelijke voorouders en rechterhanden mannelijke voorouders waren als ik het goed zeg.

Een collega had een rivier getekend op zijn lichaam, en een van de andere twee had zijn bovenlichaam helemaal wit geschminkt. Maar dat was gewoon voor het mooi, camouflage, bescherming tegen de zon, wat je er van wilde maken. De witte was een grote goedlachse man die wel van geintjes hield, dat was duidelijk, en daar hebben we ook heel leuk mee gekletst en hij deed met veel plezier afschrikwekkend poseren maar was teleurgesteld toen ik zei dat hij helemaal blauw werd van de spotjes – dat kon niet, dus we moesten een eindje opschuiven waar de lichten iets beter was; toen Hans hem vertelde wat wij in Nederland bedoelen als we zeggen dat iemand “blauw” is moest hij hard lachen, nee dat was toch niet het geval hoor!

De mannen hebben nog alle vier voor ons geposeerd, met veel plezier, ze vonden het duidelijk wel leuk om te kunnen kletsen; de Duitsers spreken zo slecht Engels, die durfden meestal niets te zeggen en namen alleen foto’s en trokken ze of wezen ze de juiste richting in voor hun foto, dus een beetje kletsen was een leuke afwisseling. We kregen van de leider zelfs nog zijn kaartje, nadat hij een hele tijd achter de coulissen had lopen zoeken erna; ja die had hij natuurlijk niet paraat in zijn lendendoek! En hij sprak zijn hoop uit om nogmaals naar Nederland te mogen komen lesgeven, hij had het er zo leuk gevonden, en zijn vrouw die de manager bleek van het clubje en er inmiddels ook bij stond knikte, de Nederlanders waren zo aardig en gastvrij geweest.

Er moesten nog een paar groepsfoto’s gemaakt worden voor de cruisedirectrice en toen was het onderhand echt tijd voor de mannen om te stoppen; ze hadden duidelijk wel lol gehad en de witte vertelde nog lachend dat hij nog nooit op een cruiseschip was geweest, dat vond hij wel stoer – en zolang hij in de haven bleef hoefde hij geen paspoort te hebben. Tegen 22:30 zijn wij ook terug naar onze hut gelopen, zo was het toch een hele leuke avond geworden!




Dag 71: maandag 24 februari 2020: Sydney, Australië; 109 km gevaren

Vanochtend vroeg rond 6 uur startte de boegschroeven op en begonnen te bulderen onderin het schip, we waren bezig te vertrekken van de ankerplaats. Iets van 20-30 minuten later keek Hans door het raam en lagen we al naar de kade van de White Bay Cruise Terminal te manoeuvreren, het was natuurlijk ook maar een paar kilometer varen geweest. Hans had een hele onrustige en slechte nacht gehad en was heel vroeg wakker geworden om niet meer te slapen, terwijl ik had gisteravond mede dankzij wat buikpijn moeite gehad om in slaap te komen en was net als de afgelopen nachten een paar keer om onchristelijke tijden wakker geworden maar gelukkig weer gelijk in slaap gevallen.


We stonden rond 7 uur op en zijn wat eerder dan anders, 7:15 gaan ontbijten want het restaurant was al vanaf 7 uur open vandaag. Er zat een onverlaat op “onze” ontbijtplek, dus we moesten een ander tafeltje kiezen, en we hadden allebei wel redelijk honger en verwachtte een vermoeiende dag voor de boeg te hebben dus hebben goed ontbeten. Na nog wat zitten en kletsen zijn we ergens rond 7:45 naar boven gegaan om even een frisse neus te krijgen en na te denken over het plan voor vandaag, want we hadden eigenlijk helemaal geen plan.

We stonden achterop dek 8 een beetje te kijken naar de terminal, het cruiseschip The World die ook in de nacht verplaatst was, en het dorpse wijkje Balmain achter de terminal toen we aangesproken werden door een bemanningslid in wit ketelpak, of hij ons iets mocht vragen? Hij stelde zich voor, hij was de Chief Electrical Engineer, en hij was gisteravond ook bij de show geweest: dat klopt, we hadden een man in pak gezien vooraan waar officieren en zo vaak gaan zitten bij een show, en waar (gast)artiesten even kunnen rusten en kletsen voor en na een show. Hij had gezien dat ik gefilmd en gefotografeerd had, of wij hem misschien een van de filmpjes en wat foto’s wilde geven van de show? Zijn mobiel was stukgegaan en hij had de mannen heel indrukwekkend gevonden maar had er dus verder geen filmpjes of zo van; hij had een collega moeten vragen om een foto te maken met hem en de mannen. Wij zeiden dat dat natuurlijk geen enkel probleem was, maar nu ontstond het probleem, hoe gingen we hem de filmpjes geven? Hij vroeg of we bereid waren even te wachten, dan ging hij een USB-stick halen, zijn hut (of werkplaats, was niet helemaal duidelijk) was vlakbij. En hij holde weg.

Iets later kwam hij aanzetten, met een plastic zakje met twee biertjes erin die hij aan Hans gaf “voor de meneer” en de USB-stick voor mij; we moesten het maar afgeven bij receptie en receptie de Chief Electrical Engineer laten oproepen, dan kwam het uiteindelijk wel weer terug bij hem terecht. Hij heette Claudius en kwam uit Roemenië, en hij had wel zin in een babbeltje dus we hebben uiteindelijk wel een uur met hem staan kletsen! Hij heeft vroeger grote projecten geleid, tot de (elektrische) herontwikkeling van de haven van Constanza na het val van de Sovjet-Unie toe, en hij was duidelijk heel erg goed in zijn werk want hij had gesolliciteerd en werd aangenomen voor een baan in Nederland, die op de een of andere manier betrokken was bij die herontwikkeling. Hij werkte al 23 jaar op (cruise)schepen, en de Astor was zijn favoriet, die motor, hmmmm, een schoonheid! En hij begon een lofrede over de nog altijd fantastische Duitse motor hier onder de motorkap, over de hydraulische aandrijving, de twee schroeven (ja dit schip heeft schijnbaar twee schroeven) die op elkaar afgestemd waren door toonhoogte en je dus door toonhoogte kon stellen, de overcapaciteit die hij schijnbaar had, het was echt zijn lieveling, dat kon je wel merken.


Hij werkte ook al 5 jaar aan boord dit schip en het werken op schepen was wel lekker, rustiger werk dan dat projectwerk van vroeger, hier kon hij lekker een beetje klussen en het betaalde wel goed. Maar ja, je was lang van huis. En hij vertelde over dat zijn vrouw in 2009 overleden was, en zijn vader nu doodziek was met kanker; de bestraling was net gebeurd en ze waren aan de chemo begonnen, hij hoopte maar dat zijn vader “op hem zou wachten”, want over twee maanden kon hij naar huis, als we in Bremerhaven terug waren. Zijn moeder ging ook niet lekker, die was pas blind geworden, gelukkig had hij een kind, maar hij had het duidelijk even zwaar emotioneel en was blij dat hij het even kwijt kon; een paar keer probeerde hij zichzelf te stoppen, uit beleefdheid, maar het zat hem begrijpelijk heel hoog, hij had net vandaag weer contact gehad met thuis.


Wij vertelde over onze reis met het vrachtschip en dat vond hij wel te gek. Hij verzuchtte dat hij wou dat ze rondleidingen gaven in de machinekamer, maar ja, het Griekse hoofdkantoor wilde daar niet aan beginnen, die oudjes die waren zo instabiel die liepen al handje voor handje door de gangen, dat zou op die steile trappen allemaal niets zijn en ze zouden zich maar kunnen verwonden; en hij deed na hoe sommige mensen door de gangen liepen, haast op de tast. Wij lieten hem een foto van de motor zien van de Rickmers (hij kende Rickmers) en hij riep gelijk wat voor type het was, een goeie schijnbaar. We zeiden dat we op de lijst stonden voor een brugrondleiding maar dat dat niet hetzelfde was op een cruiseschip als op een vrachtschip dag en nacht vrij rondlopen, en hij zuchtte en zei dat als we eenmaal aan de beurt waren we helaas een collega van hem zouden ontmoeten op de brug, een Griek, en hij gebaarde al een beetje – ja we wisten wie hij bedoelde, er loopt een Griekse officier rond aan boord die zich gedraagt alsof hij de kapitein is (terwijl hij niet eens voorkomt op het schema bij het restaurant van de hoogste officieren van het schip). Hij verontschuldigde zichzelf voor hem, tja, wat moet je ermee, hij is “op papier” kapitein maar iedereen kan op papier zeggen wat hij wil. Hans zei dat er genoeg passagiers waren aan boord die ook wel zagen dat het een opgeblazen kwal was (niet in zoveel woorden!).


Hij verzuchtte hoe de Griekse bazen de hand op de knip hielden terwijl ze zat geld hadden, ze waren bezig om twee nieuwe schepen te kopen voor de vloot maar zijn materialen was altijd een gedoe; dan moest hij iets hebben en kreeg hij altijd gezeur, of het niet minder kon; als hij om 4 zuigers vroeg gaven ze hem 2, bestelde hij 100 lampen dan kreeg hij er 25, altijd maar dat gezeur over geld nee het kon niet minder hij had 4 zuigers nodig en als hij er maar 2 kreeg zou hij er nog eens 2 bestellen. Wat later vroeg hij wat wij voor werk deden dus ik legde uit over mijn werk en maakte een grapje dat ik in voorraadbeheer werkte en als er om 4 gevraagd werd dan gaf ik er altijd maar 2 – ah, jij bent mijn vijand riep hij lachend!


We hebben er tot wel 9 uur staan kletsen, het schip had vandaag een grote inspectie die om 9 uur zou beginnen; altijd maar in Nieuw-Zeeland en Australië inspecties, verzuchtte hij, altijd maar al die papieren en gedoe. Noord-Amerika was ook al zo erg verzuchtte hij, het is een oud schip en dan eisen die landen ieder jaar inspecties, alsof ze het niet goed zouden onderhouden! Dit schip was erg goed onderhouden, verzekerde hij ons. Maar het schip was er klaar voor dus hij was relaxed, ze zouden in alles slagen en hij maakte zich nergens druk om.


En hij benadrukte dat de kapitein een hele goeie was, dat die storm toen in Europa echt heel erg was en dat het een wijs besluit was geweest van de kapitein om Madeira over te slaan want anders had het schip het niet gered, zo erg was het! Hij vertelde nostalgisch dat ze een keer naar Groenland waren geweest en hij en de kapitein en een hoop bemanningsleden hielden wel van vissen en hadden daar een hengeltje uitgeworpen, ze vingen de ene na de andere enorme vis, kabeljauwen van wel een meter lang, fantastisch! Ze hebben de diepvries van de keuken volgestopt en aten wekenland gestoomde, gebakken, gekookte, gedroogde, gezouten en wie weet wat nog meer vis, heerlijk! En zo vers, fantastisch! Hij vertelde ook dat de Astor voor de volgende wereldreis al weer 80% volgeboekt was, ongelofelijk! En toen was het echt tijd, hij moest naar zijn inspectie maar we schudde elkaar nog hartelijk de hand en wenste hem sterkte met zijn vader en beloofde de foto’s in orde te maken. Wat een leuke en best wel gekke ervaring! Dat dat ons dan weer overkomt.

Maar we wisten nog altijd niet wat we wilde doen! De stad in? Al dan niet met betaal-shuttle, gratis shuttle of ferry? Of hier blijven en Balmain in gaan waar we in ieder geval wisten dat er goede wifi was? We hadden eigenlijk niets in de stad te doen behalve naar het oorlogsmonument te gaan in Hyde Park, daar waren we twee jaar geledengeweest maar toen was het gesloten voor onderhoudswerkzaamheden. En we kennen onszelf, we gaan gelijk naar dat monument, dat is een kwartiertje, half uur mooi mooi mooi alles bekijken en dan staan we daar midden in een grote stad en hebben we geen idee wat we er verder nog kunnen doen behalve ergens een bankje in een parkje opzoeken en zitten. Alle andere dingen hadden we de vorige keer al mooi gedaan, we geven niet om shoppen of over straat flaneren of überhaupt in grote steden rondlopen… Maar ja, naar Balmain gaan, dat is “niets doen” (en je moet er nog bergopwaarts voor ook) en moeten we niet "iets" doen nu we hier zijn? Uiteindelijk waren we het eens, we bleven lekker aan deze kant van de stad en zouden wel zien hoe ver we richting Balmain kwamen – al deden we alleen maar even onze benen strekken, dat was ook prima. We hadden helemaal geen zin in een grote stad vandaag!


Dus we zijn terug naar de hut gegaan, hebben even wat water en onze spullen gepakt, en zijn naar buiten gegaan. In de gigantische terminal hal zochten we nog naar wifi, maar er was helemaal niets – helaas, bevestigde een vriendelijke bewaker, klaag maar bij je schip; we grapte namelijk dat wifi toch een eerste levensbehoefte was! Toen liepen we de terminal uit en keken we, uit nieuwsgierigheid, uit naar de ferry; niets te vinden; de bordjes en een afzetting waren er nog wel, maar in heel het uur dat we met Claudius hadden staan kletsen met zicht op waar de kleine havenferry (heel de handvormige haven is ontsloten door verschillende ferry-netwerken) zou moeten aanleggen, hadden we er nog geen een gezien. En nu ook, er leek helemaal niets te zijn. We kwamen tot de conclusie dat de gratis shuttle van vorige keer en de ferry (vorige keer had iemand van de ferry ons zelfs aangesproken, of we mee wilde) bewust geschrapt waren, zodat je als cruise passagier gedwongen werd om die 10 euro uit te geven voor de betaal-shuttle. Dat moest haast wel een samenwerking tussen partijen zijn, en een leuk klein zakcentje; is toch zo’n 300 euro per bus van 30 man. Heel apart!

Bij de toegangspoort naar de haven werden we aangesproken door een Indiase kok die samen met een andere Indiër bij de poort stonden te overleggen met de bewaking; nu lijken de chefkok en de “eierbakkok” van het ontbijt enorm op elkaar qua gezicht en lichaamsbouw, maar de chefkok draagt altijd een bijna zwart uniform en de eierbakkok een gewoon wit koksuniform, dus we twijfelde nu we hem in burger zagen en besloten dat het wel de eierbakkok moest zijn. Hij vroeg ons hoe ver het lopen was naar de terminal? Ik had toevallig bij vertrek van het schip op mijn stappenteller gekeken, en we hadden sindsdien 1000 stappen gedaan. Dat was goed te doen, bedankt! En Hans maakte een opmerking over dat er goede wifi was in Balmain als ze die zochten.

We sloegen af richting de winkelstraat van Balmain en wandelde op ons gemak de helling op. Het was warm en benauwd maar de zon scheen gelukkig nog niet heel erg fel. Toch stroomde het zweet van onze ruggen af! Omdat we dit keer rechtstreeks naar de winkelstraat liepen en niet meer naar de kerk zoals de vorige keer was het minder ver, zo’n anderhalve kilometer vanuit de afslag.

We kwamen uit bij de supermarkt waar we gelijk een bankje in de schaduw zochten tegenover het oorlogsmonumentje daar in een pleintje voor, en vonden supersnelle wifi. We hebben lekker uitgebreid geïnternet – het was wel te laat om te whatsappen, maar mails, internet, apps updaten, we konden van alles doen. Het enige nadeel was dat er op enig moment een vent op het bankje naast ons kwam zitten die de ene sigaret na de andere opstak en steeds maar half oprookte, liet vallen, en de volgende opstak. Vreselijk! Hij heeft er letterlijk wel 6-7 achter elkaar half opgerookt voor hij eindelijk, laatste sigaret in de mond, weer opstond en wegliep. Wat later liepen een man en vrouw, twee zwervers die er nog heel netjes uitzagen, langs, pakte de peukjes op en rookte er eentje op om de rest te bewaren.

Rond 11 uur waren we qua internet weer verzadigd; want we nou moesten gaan doen? De winkelstraat af en op lopen? Tja, erg veel behoefte hadden we daar niet aan, dat hadden we twee jaar geleden al gedaan en we vonden het ook best om op ons gemak terug naar het schip te lopen. Dus we zijn rustig terug naar het schip gelopen en weer aan boord gegaan. We hoefde in de terminal helemaal niet door de controle, los van onze scheepspasjes, maar het bleek dat de controle nu aan boord was; er stond een Australische beambte bij de ingang naar het schip en opeens voor het eerst deze reis vroeg een van de Indiërs die vaak bij de ingang staan om onze zakken leeg te maken voor we door de metaaldetector liepen – normaal gezien loop je daar zo doorheen en piept hij als een gek maar kijkt niemand ervan op of om. En toen hij alsnog piepte bij Hans vroeg de Indiër of hij toch echt niets in zijn zakken had – bril vergeten, dat was geen probleem. Ook moest de tas nu door de scanner, dat wordt ook weleens vergeten en het enige waar het schip normaal gezien in geïnteresseerd is, is dat je geen kratten met sterke drank aan boord probeert te nemen. Maar nu werd de scan even bestudeerd. Lachen!

We hebben met knorrende magen in onze hut gewacht tot 12:30 en we konden gaan lunchen in het buffetrestaurant; we hadden honger! Daar hebben we voor het eerst in een tijdje weer eens redelijk okee geluncht; er was een bloemkoolgerecht in een korstje en zoetzure saus (pakte we per ongeluk omdat we dachten dat het Chinese kip in een korstje was) en die was verrassend lekker, en er was buikspek met krokant vel, ook erg lekker. Wel was het buffet uitgestorven, misschien uiteindelijk zo’n 20 passagiers aan het eten. Hans werd binnen door de chefkok opeens aangesproken, of we nog wifi gevonden hadden? (ah het was dus toch de chefkok geweest bij de havenpoort en niet de eierbakkok…). En iets later toen we buiten zaten te eten kwam hij opeens naar ons tafeltje en begon met ons te praten, alsof we al regelmatig met hem gekletst hadden.

Over dat zijn vrouw en kind gisteren in Sydney waren en hij speciale toestemming had gekregen van de kapitein om ’s nachts aan land te blijven bij ze (de bemanning moest eigenlijk om 22 uur terug aan boord zijn), en dat hij ze vandaag aan boord had gehaald en nu met ze ging lunchen. Over dat hij het moeilijk vond om weg te gaan nu hij een kind had, en een gelegenheid geboden was bij Intercontinental hotelketen, waardoor hij weliswaar minder geld verdiende maar wel meer bij zijn gezin kon zijn. Dat hij met de cruiseschepen wel een hoop kansen geboden had gekregen en sprongen in zijn carrière had kunnen maken, want er waren toch niet zo veel banen te vinden in de sector. Het was duidelijk dat hij op een afslag in zijn carrière stond en aan het dubben was welke beslissing de juiste was, en dat even wilde spuien. Lachen!


Hij ging op gegeven moment in ieder geval naar beneden, want hij ging lunchen met zijn gezin; hij moest wel zorgen dat ze vandaag op tijd van boord waren, zei hij lachend, waarop wij grapte dat hij als chefkok ze toch prima in zijn hut kon verbergen en van eten kon voorzien? Hij grijnsde verlegen, dat ging hij toch echt niet proberen! En weg was de chefkok. Wij snappen niet wat het vandaag is, iets in het water of zo? Of hebben wij een luchtje opgespoten dat bemanningsleden (nog geeneens de minste, de Chief Electrical Engineer en de chefkok) aantrekt om kletspraatjes te maken? We moesten in ieder geval wel erg lachen, maken we dat weer mee!


We zijn na een ijsje naar ons hut teruggegaan met een kopje thee en hebben gerust; we waren allebei opeens doodmoe, we snapte er eigenlijk niets van want zo vermoeiend was de ochtend nou ook weer niet geweest! Misschien de hitte in combinatie met een paar dagen achter elkaar onrustig slapen? Hans heeft in ieder geval gelijk een klein dutje gedaan en ik wat later toen Hans alweer aan een tweede dutje begon. Ik schrok min of meer wakker door de aankondiging om 15:20 dat de kapitein het stokje had overgedragen aan zijn collega; zoals wij het verstonden ging kapitein “Kalashnikov” nu naar huis en werd vervangen door kapitein “Slisovich”…

We waren nu toch wakker dus om 15:30 ging Hans om wat lekkers; hij had zich voorgenomen alleen citroentaart mee te nemen als het er zou zijn, maar die was er niet, wel wat andere lekkere dingen, die helaas redelijk tegenvielen. Altijd jammer als je dan zwicht om te snoepen en het tegenvalt!

Vanaf 16 uur begonnen de motoren diep in het schip te brommen, en rond 17:30 besloten we op ons gemak naar boven te gaan om een plekje te zoeken voor de afvaart; want we wilde de brug dit keer toch niet missen! (Vanochtend om 6 uur was een beetje te gek…). Er stonden al wat mensen voorop maar er was nog plek zat, dus wij vonden een goed plekje. Ergens rond 17:45, toen we er net stonden en de mannen beneden op het bemanningsdek net aangekomen waren, werd er omgeroepen via de intercom, passagier Huppelepup van cabin 516 graag persoonlijk melden bij receptie. Oeps, dat is meestal geen goed teken. Het kan nog betekenen dat zijn scheepspasje niet gescanned is, maar daar zijn de Indiërs behoorlijk alert op, zo liep ik vanmiddag dagdromend aan boord en werd er alsnog om mijn scheepspasje gevraagd. Het kan ook betekenen dat Huppelepup nog niet aan boord is, en DAT is niet zo mooi.

De mannen van de haven stonden beneden op de kade te wachten, en verplaatste hun truck een paar keer om in de schaduw te blijven. Om 18 uur stipt werd Huppelepup nogmaals dringend gemaand om naar receptie gekomen. Dat ging vertraging worden! Om 18:20 begon er iets te piepen, de (met koele lucht gekoelde) slurf naar de terminal begon zich terug te trekken van het schip. OF Huppelepup was nog op het laatst aan boord gekomen, of zijn papieren (voor zover het schip die eventueel nog zou hebben, want we hadden onze paspoorten teruggekregen) lagen nu op hem te wachten in de cruise terminal en moest hij maar uitzoeken hoe hij weer aan boord zag te komen.

Wij gingen in ieder geval vertrekken! De laatste trossen werden losgegooid, de schoorsteen stootte een zwarte wolk uit, de motoren gromde diep onderin en de boegschroeven begonnen te blazen onder water om ons van de kant los te krijgen. De loodsboot voer voor ons en baande de weg voor ons – een klein plezierbootje vlakbij werd met een toeter en via een megafoon vriendelijk verzocht op te hoepelen omdat ze in de weg zaten, en nog even op zijn staart gezeten om de opdracht kracht bij te zetten, en we voeren weg van de terminal en richting de glazen wolkenkrabbers.

Het was heel de middag een beetje bewolkt geweest maar alsof het afgesproken was begon rond 18 uur de avondzon door te breken en (flink) op onze ruggen te branden, om toch nog een mooi afscheid van Sydney te geven terwijl het gereflecteerd werd in de wolkenkrabbers en de brug in zonlicht baadde. Maar zo mooi als de vorige keer lukte niet; het was maandagavond dus de cafeetjes vlakbij onze kade waren leeg, het park vlakbij de brug was ook leeg, de sfeer van de vorige keer was toen zo gezellig en leuk, een lekkere zonnige zomers weekenddag! Nu voeren er overigens wel veel bootjes op het water; wat er toch allemaal in zo’n haven vaart! Watertaxi’s, ferry’s, speedbootjes, schuiten, zeilbootjes, vrachtverkeer, havencruises, van alles! Zelfs een kajak op gegeven moment in de verte.

Binnen 20 minuten na vertrek van de kade waren we bij de Harbour Bridge, indrukwekkend in de haven. Geen mooie of bijzondere brug, maar wel iconisch geworden. En onder een brug doorvaren is altijd een mooi gezicht! Het was inmiddels goed druk voorop, dit was een afvaart die men wel wilde zien, zelfs al was er een sailaway feestje bezig achter op dek. De cruisedirectrice kwam op gegeven moment op de intercom om uit te leggen dat er geen scheepshoorn was vandaag vanwege havenregels – het mocht niet. De muziek werd gestart maar een stuk zachter dan anders, daar moesten ze ook rekening mee houden waarschijnlijk.

Vlak na de brug verscheen het Operahuis, en we zijn boven op dek gebleven om nog zo veel mogelijk te zien van het Operahuis terwijl we eropaf en er langs voeren – dat is echt een herkenbaar symbool van Sydney en eigenlijk zelfs van Australië zelf.

Toen we voorbij het Operahuis waren zijn we naar beneden gegaan naar het restaurant, het was inmiddels 18:50, we waren nog geen 30 minuten geleden vertrokken van de kade, zo snel gaat het! Reba en Helmut zaten al aan tafel te wachten op ons want het restaurant opende om 18:30, zij hadden niet naar de afvaart gekeken. Toen we goed en wel 10 minuten zaten aan tafel kwam de loodsboot al langszij om de loods weer op te halen, en voeren we de baai van Sydney uit, op naar het zuiden! Tijdens het eten kregen we nog mooi zicht op de skyline van Sydney tegen een oranje lucht in de verte. Wij bestellen iedere avond een bordje kaas om te delen, en kregen vandaag een bordje met twee grote hompen blauwe kaas! Onze serveerster zei lachend dat ze gezien had dat er een kaassoort op het bordje lag die wij niet lustte (net korrelig zout piepschuim), en ze had gevraagd of die vervangen kon worden door nog een stukje blauwe kaas, hmmmmm!

’s Avonds werd er flink doorgestoomd, we voeren zo’n 17-18 knopen. We waren nog altijd zo vreselijk moe, hebben geworsteld om op te blijven, en zijn uiteindelijk zelfs later dan gewenst, al om 22:15 in bed gekropen.


free counters