
We hebben diep geslapen vannacht maar zeker Hans is ook regelmatig wakker geworden, en we voelde ons een beetje gesloopt vanochtend toen we opstonden. We waren al in de baai van Melbourne, die zo te zien tientallen kilometers breed was, en volgde een specifieke vaargeul, vermoedelijk omdat het redelijk ondiep was. We zijn om 7:30 gaan ontbijten en hebben een beetje duf daar gezeten nadat we uitgegeten waren tot een uur of 8.


Toen hebben we even een kort rondje boven op dek gedaan om te kijken hoe warm/koud het was en even rond te kijken, maar er was nog niet zo heel veel te zien behalve de wolkenkrabbers van Melbourne die in de heiige verte uit de platte omgeving rezen. Het was nog altijd vroeg, dus toen hebben we nog even op dek 6 in de openbare zitjes gezeten, voor we via receptie voor een krantje naar beneden gingen om nog even te rusten in de hut tot we dichterbij de stad waren.



Alles kraakte bij ons, en Hans viel al gauw in slaap. Om 9 uur werd de snelheid van 12-14 knopen teruggebracht naar een lagere snelheid, goed te horen in onze hut, we waren langzaam maar zeker aan het naderen. Ik heb Hans om 9:45 wakker gemaakt zodat we naar boven konden gaan om te kijken naar de aankomst.
We zouden aanleggen aan een pier die plek bood aan zowel de ferry van en naar Tasmanië (the Spirit of Tasmania) als cruiseschepen. Er lag al een cruiseschip dat we in Sydney hadden gezien, en de ferry, en ons schip draaide eerst rond zodat het achterwaarts in kon parkeren. Terwijl we draaide dreven er ontzettend veel kwallen met korte dikke “pootjes” langs ons in het water; geen idee of ze gevaarlijk waren maar ik zou er niet graag zwemmen, brrrr! De stad zelf was eigenlijk niet zo heel bijzonder om te zien; een willekeurige groep wolkenkrabbers en wat laagbouw die uit de grond rijst, en een grote brug. Terwijl we aanlegde vlogen er zwermen met meeuwen om het schip heen, duikend naar visjes in het opgeklopte slib van de schroeven, en keek ik of de terminal wifi had. We hadden vandaag namelijk wifi nodig om te zien waar het oorlogsmonument van de stad lag en of dat loopbaar was, of dat we openbaar vervoer moesten nemen, en zo ja, welke. Maar ik kon maar geen netwerk vinden, helaas!
































We hebben nog ruim een half uur gekletst met het Nederlands echtpaar (op het laatste alleen de vrouw, de man was al weer weggewandeld) over reizen, en besloten om 10:45 maar van boord te gaan en te kijken wat we aan land tegen zouden komen. We hadden onze scheepsexcursie twee dagen geleden geannuleerd vanwege het niet aanwezig zijn van een Duitstalige gids: waarom ze men in godsnaam die optie boden als ze al continu aangaven dat ze geen Duitstalige gidsen konden garanderen snappen we niet, maar is misschien omdat er flink over is geklaagd dat een “Duits schip” geen Duitstalige excursies biedt, wat volgens mij alleen in Kaapverdië en in Frans-Polynesië voorgekomen is. En Hans had gezien bij de excursieomschrijvingen dat nu net bij deze ene excursie de zin “u zult hoogstwaarschijnlijk een Engelstalige reisbegeleider hebben” er niet bij had gestaan. Maar wij waren blij met de optie want we hadden achteraf gezien helemaal geen zin in een stadsexcursie en hadden er, na het “bezoek” aan het War Memorial Museum in Auckland, niet zo veel vertrouwen in dat met dit publiek het oorlogsmonument in Melbourne (onze enige echte reden om deze stadsexcursie te boeken) veel aandacht zou krijgen. Dus we waren vrij vandaag, maar omdat we niet gerekend hadden op een vrije dag, had ik geen informatie in het routeboek van onze reis opgenomen over hoe we bij het monument moesten komen, hoe het er uit zag, en had ik er in Sydney ook niet aan gedacht om de google maps kaart van Melbourne te laden op mijn mobiel. Dus we voeren vandaag blind!




We namen wat water en limonade mee, de Garmin, onze mobiels en een powerpack en kabeltje voor die van Hans want die liep met scheepsstroom snel leeg, en gingen aan land. In de terminal zocht ik wifi, maar die leek er niet te zijn. We werden door een gastvrouw naar de uitgang gewezen dus we vroegen maar gelijk aan haar of er wifi was en waar de toeristeninformatie was. Er was (nog) geen wifi in de terminal, helaas, wel in cafés aan het einde van de pier 500 meter verderop, en er was ook geen toeristeninformatie in de terminal, alleen een stalletje van de lokale OV die chipkaarten verkocht en pakketten om mee op het OV te reizen. Tja, dat schoot niet echt op dus we besloten maar de stad in te gaan en te zien wat we tegenkwamen. We besloten in ieder geval langs de boulevard te wandelen in de richting van waar het monument moest zijn, we wisten ongeveer dat we een eind naar beneden moesten lopen en dan de stad in steken maar de Garmin had maar voor een uur stroom, misschien anderhalf als ik wat settings uitzette, en mijn mobiel konden we niet gebruiken tenzij we wifi vonden om dit stukje van google maps te laden.



















En ach, op zich was het gewoon wel lekker om de benen te strekken, dan maar geen monument! Dus we wandelde lekker op ons gemak langs de boulevard, terwijl ik ondertussen wel naar wifi bleef zoeken. Opeens vond ik weer een oude telefooncel (knalroze, van het telecombedrijf Telstra), die omgebouwd zijn naar wifi-hotspots, en nu konden we google maps laden. Toevallig waren we ook nog eens op ongeveer de juiste hoogte om de stad in te gaan richting het monument, en was het zo’n 3.5 kilometer lopen vanaf hier. Dat was op zich wel te doen, we hadden tot nu toe al ongeveer anderhalve kilometer gelopen en het ging goed en was lekker weer (we hadden jassen bij omdat het koud en regenachtig had geleken, maar het was droog en fris).

Dus met google maps in de handen liepen we door allerlei rustige woonwijken richting het wat drukkere centrum. De huisjes waren mooi, zo’n 100 jaar oud met mooie veranda’s met gietijzeren ornamenten en kleine voortuintjes, brede straten en veel grote oude bomen zoals eucalyptusbomen met dunne slierten boombast die van de stammen af hingen.

















Na een tijdje hebben we even gerust op een bankje bij een volgende wifi hotspot; er woei een koude wind, en je had net niet, net wel je jas nodig, zeker als je stilzat. Na even rusten, wat drinken en internet gingen we weer op pad. Nu kwamen we ook in oude winkelstraatjes met mooie oude gevels en zelfs een oude breifabriek naast een ander groot gebouw dat ook zeker 100 jaar oud moest zijn. En van daaruit geleidelijk aan meer in het drukkere modernere centrum.







We hadden tot nu toe steeds vlak gelopen, maar moesten op het laatst een beetje bergafwaarts lopen en daarna terug omhoog, om, nadat we de grote weg bij het park hadden overgestoken, steil omhoog het park in te moeten.




Het oorlogsmonument, de Shrine of Remembrance, was bovenop de heuvel gemaakt, een groot en markant gebouw dat twee klassieke stijlen combineerde; het Parthenon met het Mausoleum, een van de Zeven Wereldwonderen. Een Griekse tempel met een trappiramide erop dus, in feite. In de verte zagen we een standbeeld van een soldaat die een gevallen kameraad over zijn schouders droeg, maar die was een eind van ons vandaan en we voelde onze voeten dus wij liepen naar de Shrine zelf toe. Vlakbij het monument was een bankje, waar we even gezeten hebben en wat gedronken en uitgehijgd van het beklimmen van de steile helling, maar we besloten om maar gelijk door te gaan en het monument te verkennen, want het leek een groot complex te zijn. Rusten konden we beter achteraf doen.




We liepen de twee niveaus van trappen op, en op de balustrade van de bovenste trappen waren grote ronde platte stenen schijven met namen erop: namen van de slagvelden van het ANZAC leger in de Eerste Wereldoorlog. Er was een lange laan aan de voorkant en daar stond een hoge pilaar met bovenop zes rouwende baardragers die een lichaam droegen; iedere drager had een iets ander uniform aan, van alle onderdelen van het leger. Dit was een monument voor de Tweede Wereldoorlog, met op de zijkanten van de vierkante pilaar alle gebieden waar Australiërs in de Tweede Wereldoorlog gevochten hebben. Aan de overkant in de verte stond een monument specifiek voor de slag bij Gallipoli, met een karakteristieke Eerste Wereldoorlog soldaat in lange jas met gespreide armen.














Nadat we de buitenkant bewonderd hadden stapte we het sombere, grote monument zelf in. We werden door een suppoost gelijk naar de gang rondom de buitenkant geleid, omdat er in de middelste ruimte een kleine ceremonie bezig was. In de donkere, stemmige hoge gang hingen vlaggen van Australië en Nieuw-Zeeland, en lagen onder glas mooie gekalligrafeerde dodenboeken, met namen van alle gevallenen.



Toen we een kwart rond waren stapte we de centrale ruimte in, waar de kleine ceremonie het aan het afronden was; een klasje schoolkinderen stond rondom het midden met gebogen hoofd. Toen zij weg waren konden wij de steen bekijken waar zij naar gekeken hadden; een steen, verzonken in de grond zodat je er alleen met gebogen hoofd naar kunt kijken, met daarop de tekst “Greater love hath no man”. Het monument was zo gebouwd, dat om 11 uur op 11 november een zonnestraal over de tekst heen gaat, en het woord “love” benadrukt. Alleen, sinds Australië zomertijd en wintertijd heeft, gebeurt het niet meer op de juiste tijd. Dus nu gebruiken ze spiegels en prisma’s om het alsnog op de juiste tijd te laten plaatsvinden, en ook op andere momenten van het jaar bij speciale gelegenheden. De suppoost die de dienst begeleid had raakte met ons in gesprek, en wij vertelde hem dat wij over heel de wereld oorlogsmonumentenbezochten en speciaal vanuit het cruiseschip waren komen lopen om deze te bekijken, en dat we onder de indruk waren over hoe groot en uitgebreid het was. Hij liet Hans een kaartje zien van het complex en vertelde wat er allemaal nog onder de grond te zien was in de oorspronkelijke crypte en in het recent toegevoegde bezoekerscentrum, en ondertussen bewonderde we de centrale ruimte.































Om 13 uur begon weer de ceremonie; een stem kondigde aan dat er tijdens het spelen van The Last Post stilte gevraagd werd. En een trompet klonk door de ruimte, The Last Post, een indrukwekkend stuk altijd. Terwijl het speelde bewoog heel langzaam een zonnestraal over de steen, net zoals dat in het echt zou gebeuren op 11 november om 11 uur. Toen the Last Post klaar was, reciteerde de stem het gedicht “We shall remember”, waarbij bij de zin “we shall remember” de suppoost zelf ook deze zin zei – de schoolkinderen hadden het ook gedaan, wij waren inmiddels een allegaartje buitenlandse toeristen en wisten niet dat we dat moesten doen. Als laatste zei de stem (en de suppoost volgde) “Lest we forget”. Het was al met al maar een paar minuten maar toch een mooi en indrukwekkende kleine ceremonie. De suppoost vertelde dat ze als er schoolkinderen of tours waren of zo altijd een paar van deze ceremonies deden, om bewustwording te creëren.



Op gegeven moment vertelde hij Hans (ik weet niet meer in welke context, maar hij vond een babbeltje duidelijk wel gezellig) dat hij een DVT had; dus ik stroopte mijn linnen broek op om de steunkous te laten zien, ik ook! En ik vertelde over mijn longembolie, waar hij danig van onder de indruk was, want bij hem waren ze nog op tijd geweest om dat te voorkomen, maar hij had wel een tijdlang een kous tot aan zijn lies moeten dragen. En hij vertelde in geuren en kleuren hoe hij dan toch aan die DVT gekomen was – Hans zou zeggen “na een hele lange vlucht met veel vertragingen” – zijn versie was een stuk langer.
Hans had gezien dat er een grote bak met poppy’s, herdenkingsklaprozen, in een hoek stond, en stapte ernaartoe terwijl hij de suppoost vertelde over onze kleine poppy-verzameling uit verschillende landen, thuis in de tv-kast, en de suppoost reikte welwillend zoals gehoopt in de grote bak met poppy’s om ons er twee te geven, voor onze verzameling. Op gegeven moment moesten we echt door, het was inmiddels al 13:30, dus we wenste elkaar beterschap en bedankte hem voor het interessante gesprek, en gingen naar beneden, naar de volgende bezienswaardigheid van het monument, de crypte.



De crypte was een ruimte pal onder het monument waar middenin een standbeeld van vader en zoon rug aan rug stonden, om de generaties te symboliseren die meegedaan hadden aan de twee wereldoorlogen. Rondom hingen vlaggen en herinneringsplaquettes van individuele legereenheden. Een mooie, stemmige ruimte.









Naast de crypte was het nieuwe gedeelte; een museum, informatiecentrum, winkel en voorzieningen zoals een cafeetje en zo. Deze waren gebouwd tussen de grote zware bakstenen kolommen die oorspronkelijk gemaakt waren om het monument te ondersteunen, en schijnbaar al oorspronkelijk als ondergrondse ruimte gemaakt waren, alleen volgestort met bouwpuin om de berg te vormen waarop het monument stond. Ze hadden deze ruimte uitgehold en gebruikt voor het nieuwe gedeelte, en de grote ruwe bakstenen kolommen dicht op elkaar gaven het geheel ook een stemmige sfeer.

We zijn door het museumgedeelte gewandeld, zo te zien best interessant maar bij zoiets moet je echt de tijd nemen om alles te lezen en te bekijken, en die hadden we niet echt (überhaupt de puf om uren rond te slenteren ook niet, eerlijk gezegd). Maar wat waren we blij dat we de excursie hadden geannuleerd en er zelf heen waren gegaan, dit was zo’n mooi complex en met de excursie was de bus waarschijnlijk alleen even naar de voorkant gereden en hadden we een foto gemaakt van het gebouw en weer door!
























We zijn als laatste langs de lange, lange gang met medailles gelopen, waarbij iedere medaille 1000 soldaten vertegenwoordigde, en hebben het winkeltje bekeken. Naast het winkeltje was een lange wand van zeker 10 meter lang die helemaal bedekt was met gehaakte poppy’s, bijna een miljoen in totaal; begonnen als een project van twee vrouwen om hun vaders te eren hier bij het monument, en inmiddels een internationaal project, het 5000 Poppies Project. Dit wandtapijt van knalrode klaprozen was tijdens de 100-jarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog heel Australië door geweest en hing nu tijdelijk hier in de Shrine. Een bijzonder iets om te zien!




















Via een van de nieuwe uitgangen liepen we naar buiten, waar we het Tweede Wereldoorlog monument bekeken hebben met de eeuwige vlam, en van een afstandje het Gallipoli monument. Mijn telefoon was schrikbarend snel leeggelopen; een combinatie van bijzonder zwakke scheepsstroom (die is niet alleen zwakker dan gewone stroom, maar wisselt ook in “kwaliteit”, sommige dagen zijn erger dan andere), foto’s maken en google maps had de batterij leeggezogen. En ik had er niet aan gedacht om voor mijn mobiel, die normaal gezien nog 1-2 dagen zonder opladen kan, een kabeltje mee te nemen! Dus we hebben de kaart op google maps een beetje bestudeerd zodat we wisten welke kant we op moesten, ik heb mijn mobiel op spaarstand gezet en we zijn terug gaan lopen.
















De terugweg was nu qua afstand iets korter maar het was nog altijd een lange wandeling. Ik kon offline geen wandelroute inplannen dus we hadden de kaart bestudeerd en liepen op het oog zoals we dachten dat goed was. We wisten wel dat we goed zaten, we liepen parallel aan de straat waar we op gelopen hadden op de heenweg. Op gegeven moment zagen we zelfs links van ons het ene opvallende grote oude gebouw als dat we op de heenweg gezien hadden, alleen dit keer van de andere kant dus.




We vonden een bankje bij een telefooncel-hotspot, ik was moe, maar we hebben niet lang gezeten want we besloten om door te zetten richting de haven; wel hebben we nog even via de wifi de route terug naar het schip ingepland en printscreens van de knooppunten opgestuurd naar Hans zijn mobiel, want mijn telefoon had inmiddels nog maar 20% accu. Navigeren op printscreens van knooppunten had in Singapore goed gewerkt met het vrachtschip, en nu hadden we nog maar zo’n 3 knooppunten te gaan dus dat kwam vast goed. Plus we hadden nog altijd de Garmin bij ons voor het laatste stukje, en eigenlijk konden we al niet meer verdwalen.























Alles begon steeds meer pijn te doen, onze voeten waren afgesleten en onze benen protesteerde. Op gegeven moment zag ik iets roods in de verte wat leek op de boeg van de Spirit of Tasmania, maar ik zei maar niets want we waren zo moe, we konden nu geen valse hoop gebruiken! Iets later zagen we er echter een witte boeg achter, het was echt de Spirit of Tasmania en erachter lag dus de Astor! We waren inderdaad bijna thuis, halleluja! Nu we de stal roken konden we nog een laatste spurtje geven en liepen al gauw de pier weer op. Inmiddels knarste en kraakte alles wel, we waren op!



Op de pier waren keurige bordjes geplaatst om cruiseschip mensen en ferry mensen de juiste kant op te wijzen, en in de terminal stonden ook nog individuele bordjes voor de Astor en ons buurschip; fijn, zo hoeven vermoeide voeten niet onnodig extra stappen te zetten omdat ze verkeerd lopen! We werden niet eens gecontroleerd op onze handbagage (de passagiers van het andere cruiseschip wel, die was ook duidelijk nieuwe passagiers aan boord aan het nemen) maar konden zo doorlopen naar ons schip, we hoefde alleen drie keer onze scheepspasjes te vertonen op verschillende plekken in de cruise terminal.








Rond 15:15 stapte we aan boord, en zijn gelijk naar dek 7 gegaan om in het buffetrestaurant wat thee te halen en te wachten op het vieruurtje. We hadden niet geluncht onderweg en hadden ook geen honger gehad, maar lustten nu wel iets lekkers natuurlijk als beloning voor de zware dag! Mijn mobiel had het net gered, met nog zo’n 5% over, en de stappenteller gaf aan dat we 17.500 stappen gezet hadden, zo’n 12 kilometer gelopen dus, wow! Het maakte me zelfs een beetje emotioneel dat ik zo veel gelopen had, dat had ik een maand geleden nog niet eens voor mogelijk gehouden!


We hebben wat voor het lekker gepakt, daar opgegeten, en zijn met nog een kop thee in mijn geval terug naar onze hut gegaan waar we onze spullen gedumpt hebben, nog wat gedronken, en ik een dutje ben gaan doen terwijl Hans nog lekker wat lag te relaxen. Om 17:45 besloten we even warm te gaan douchen, om onze spieren te verzorgen, en om 19 uur zijn we gaan eten.






We waren vanavond alleen voor het avondeten, dat wisten we, want Reba en Helmut hadden gasten; ze hadden vandaag afgesproken met vrienden uit Melbourne (een echtpaar en twee jonge kinderen, die zij kenden van toen de vrouw nog enkel verkering had met haar huidige man en Reba en Helmut ontmoet had tijdens een China rondreis in 2005), en zouden vanavond in het buffetrestaurant eten omdat de dochter van het gezin jarig was en van buffetten hield. Wij hebben lekker gegeten – de kippensoep was zelfs zo lekker dat we nog een bakje bestelde – en zaten rond 20:15 aan onze thee, van plan om zo naar boven te gaan en even hallo te zeggen, toen de hele delegatie al naar ons toe kwam; de kinderen hadden nog een ijsje gewild maar die hadden ze niet boven, dus dan gingen ze toch even eentje beneden in het restaurant halen! En ze hadden een stuk verjaardagstaart bij, Sacha had op verzoek van Reba een taartje geregeld en gezegd dat ze zelf moesten zingen, maar had uiteindelijk alle obers van het buffetrestaurant opgetrommeld om luidkeels Happy Birthday te zingen voor het meisje! We hebben nog wat gekletst en verteld over onze vrachtschipcruise, waarbij de ogen van het echtpaar bijna uit hun kassen plopte; kan dat dan?








Om 20:30 gingen zij weer verder en zijn wij even naar boven gegaan; eerst naar dek 7 op de promenade, toen naar dek 8 achterop om nog even naar de lichtjes te kijken van de stad. Vooral de kranen van de industriehaven waren mooi in de oranje gloed van de ondergaande zon.











Rond 20:45 gingen we terug naar onze hut, alles kraakte en knarste inmiddels flink en onze bedjes lokte! Mijn rok scheurde op de zoom dus die heb ik gelijk maar even gerepareerd, en we hebben onze tijd uitgezeten omdat het nog te vroeg was om naar bed te gaan. Bij het dagprogramma zat een klok-terug kaartje; een half uur terug vandaag, een Australische tijdszone om gelijk met Adelaide te komen, waarbij we nu nog 9.5 uur verschil met Nederland hebben. Om 21:30 kwam de sleepboot langs ons raam, en om 21:45 begon het vertrek, een kwartiertje vroeger dan gepland maar dat doen ze steeds als iedereen netjes op tijd aan boord is. Om 22:15 zijn wij doodmoe gaan slapen, we waren gesloopt, maar heel tevreden met ons dagje!
