Nog doodmoe van de lange reis en het tijdsverschil zaten we ‘s-ochtends om 7 uur aan het ontbijt op de 7e verdieping van het hotel, waar we een waanzinnig uitzicht hadden over de stad die tussen hoge bergen geplakt en uitgespreid ligt, omringd door nóg hogere bergen. Om 8 uur was de groep verzameld in de lobby en klaar om door de GAP-vertegenwoordiger naar het nationale vliegveld gebracht te worden – er waren nog 6 anderen in de groep, allemaal Amerikaans maar er zat ook een Fins stelletje tussen. Op het nationale vliegveld van Quito werd het inchecken en de tickets gelukkig voor ons geregeld, samen met een speciaal plastic pasje dat ons toegangsbewijs zou zijn voor het Nationaal Park van de Galapagos. Ook kregen we weer een mondkapje mee! We hoefden gelukkig niet al te lang te wachten op het vliegtuig en stegen om half 10 al op, met de lokale Ecuadoriaanse vliegmaatschappij Tame. Deze zou na een korte tankstop in de kuststad Guayaquil doorvliegen naar Baltra, het rotseilandje (maar 27 vierkante kilometer groot) die het vliegveld van de Galapagos vormt.




Vlak voor de landing werd onze handbagage ingespoten met insecticide. Toen we aankwamen leek het eerst alsof we in zee gingen landen – toen maakte het vliegtuig een scherpe bocht en minderde behoorlijk vaart, om op het moment van landen gelijk vol in de remmen te trappen! Zo erg heb ik het nog nooit meegemaakt, we stonden bijna gelijk stil – dat moest ook wel, want er was niet zo veel landingsbaan meer over… Na een beetje onhandig te keren op de landingsbaan (er landen gelukkig niet zo veel vliegtuigen op een dag) taxiede het vliegtuig terug naar het begin van de baan en stopte voor het vliegveldje, een veredelde schuur zonder muren. Gelijk bij het uitstappen voelde we al de zon en hitte die ons te wachten stond! Welkom op de evenaar, en weer een uurtje tijdsverschil erbij; we hebben nu 8 uur tijdsverschil met Nederland… Hier moesten we buiten het vliegveld over een disinfecterende mat lopen, en kregen we bij de “douane” die controleerde of we alle papieren hadden voor de Galapagos en onze parkbijdrage in ontvangst namen ook nog eens onze handen ingespoten met disinfecterende gel; ook werd, enigszins halfslachtig, onze handbagage gecontroleerd op dierlijk of plantaardig materiaal. De bagage uit het ruim werd, voordat wij ze op mochten halen, eerst nog helemaal met insecticide ingespoten, wat een eeuwigheid leek te duren.


Met een busje werden we naar de haven gebracht, een ritje van nog geen 5 minuten, en daar werden we met panga’s (rubberboten) naar het schip gebracht, de GAP Adventurer V. Maar toen we over de kade naar de panga’s liepen, zagen we onder een afdakje zo’n 4 zeeleeuwen liggen luieren op de bankjes die waarschijnlijk ooit bedoeld waren voor mensen om te wachten op hun boot! Ongelofelijk… Ze waren ook totaal niet onder de indruk van de toeristen, we konden vlakbij komen. We kregen al wel het vermoeden dat we meer zeeleeuwen zouden zien deze week maar toch kon niemand het laten om alvast een flinke hoeveelheid foto’s van deze beesten te schieten. Eenmaal aan boord werden we ontvangen met een welkomstdrankje, en werd onze hut toegekend; helemaal in de punt van het schip, eigenlijk een drie-persoons hut met een dubbelbed en daarboven een enkel bed maar redelijk wat ruimte dus, gelukkig. En dat extra bed zou met deze hitte wel eens heel erg prettig zijn, want het dubbelbed zag er nogal smal uit. We waren eindelijk aangekomen, een reis die in totaal, inclusief een korte nacht in het hotel in Quito, zo’n 38 uur had gekost! Het voordeel daarvan is op zich wel weer dat we inmiddels zo uitgeput waren dat we het effect van inmiddels 8 uur tijdsverschil nauwelijks meer voelden…








Nadat we onze spullen in onze hut hadden achtergelaten kregen we een lekkere lunch en een beetje uitleg en de regels van het schip (zoals; geen buitenschoenen dragen aan boord, alleen sloffen, slippers of blote voeten). Toen moesten we een zwemvestenoefening doen, waarbij we met de zwemvesten uit de kast in onze hut aan naar het achterdek moesten gaan om te verzamelen… En toen, na nog een korte uitleg van onze gids wat ons deze middag verder nog stond te wachten (we gingen over een paar uur al gelijk aan land!), kregen we wat tijd vrij om onze spullen uit te pakken en onze hut een beetje in te richten terwijl het schip koers zette richting het eiland North Seymour. Onderweg maakte we kennis met de drie mensen die nog van de vorige groep overgebleven waren.









Rond een uur of drie stapte we in de panga’s om naar het eiland te varen: het zou een “droge” landing zijn, waarbij je dus vanuit het bootje op rotsen of een betonnen platje stapt en dus geen schoenen uit hoeft te doen. De gids had ook alvast uitgelegd dat we ook een aantal “natte” landingen zouden hebben, waarbij je tot je enkels of, als er net een golf aankomt, je knieën in het water staat en zo aan land loopt. Gelijk al bij het uitstappen op de rotsen struikelde we al haast over de grote rode krabben en luierende zeeleeuwen en vlogen de prachtige fregatvogels met grote rode keelzakken en de “blue-footed boobies” (een karakteristieke vogel voor de Galapagos met helblauwe poten die een heel bijzonder paardansje uitvoert om zijn poten te benadrukken) ons om de oren. Maar toen we wat verder landinwaarts liepen zagen we nog veel meer fregatvogels en ontelbare dansende en nestelende boobies… en onze eerste echte land EN zeeleguanen (iguana’s)! Midden op het pad, luierend in de behoorlijk hete tropische zon, hangend op de rotsen langs de kust, of in het binnenland een nestelende vogel uitdagen… Dat was toch wel fantastisch, je struikelde gewoon over de nesten van de boobies en over de een beetje eenzaam dansende en fluitende mannetjes die nog zochten naar een vrouwtje. We waren kort na aankomst al dolblij dat we in de verte een mannetjes-fregatvogel met opgeblazen rode keelzak hadden zien vliegen, maar eenmaal een paar honderd meter het binnenland in zagen we ze van dichtbij, in groepjes in struiken, met enorm opgeblazen rode keelzakken! Ik had om de een of andere reden niet gedacht die ooit van dichtbij te zullen zien, het leek me echt iets unieks wat je alleen op National Geographic te zien krijgt…
























































We zagen verder nog tientallen andere soorten zeevogels, en nadat we een ommetje in het snikhete binnenland tussen de cactussen, dorre lage takkenbomen en lage kale struiken van het eilandje gewandeld hadden en weer bij de iets koelere kust aankwamen zagen we overal zeeleeuwen en zeeleguanen; hoe meer je keek hoe meer je zag. Het is ongelofelijk maar de beesten zijn totaal niet bang van ons en gaan niet eens opzij, zijn zelfs een beetje nieuwsgierig (vooral de zeeleeuwen), en overal waar je kijkt zie je wel iets – vaak struikel je bijna letterlijk over de beesten als je niet oppast!




































































Terug bij de boot cirkelde er tientallen fregatvogels, boobies en pelikanen rond de boot, af en toe in het heldere water duikend; je kon ze bijna aanraken zo dichtbij vlogen ze – een magisch gezicht! Als een pelikaan een vis te pakken had dan vlogen er gelijk een hele meute fregatvogels (de piraten van de Galapagos) op hem af om het af te pakken. We kregen gelijk weer een drankje en een lekker versgemaakt hapje bij binnenkomst in de lounge, en een half uurtje later uitleg over wat we de volgende dag konden verwachten. Toen werd er een welkomstcocktail aan iedereen uitgereikt, en kwam de bemanning in hun nette pak zodat iedereen kennis kon maken met elkaar; daarna mochten we lekker aan het avondeten beginnen. Het was inmiddels al wel duidelijk dat de kapitein weliswaar het schip bestuurde en de officiële baas was, maar dat binnen op het dek waar de lounge, bar, eetzaal en de keuken was de barman Louis de onofficiële baas was; een charismatische zorgzame barman/kelner/vraagbaak/klusjesman/lolbroek/onofficiële gids die alles wist en alles regelde. Dat ging wel goed komen deze vakantie! Het klikte verder wel redelijk goed in de groep dus iedereen bleef nog even gezellig natafelen, maar rond half negen was iedereen doodmoe van de reis, de zon, de zee en het bezig zijn dus we lagen nog voor negen uur in bed!











