We hadden vanuit North Seymour naar het volgende eiland op het programma, Espanola, een hele lange vaartocht voor de boeg. Het varen zou zo’n 11 uur duren en dus gingen ze al gelijk na het eten varen en werden we gewaarschuwd dat we heel de nacht nog zouden varen. Dat klopte wel, het anker werd pas de volgende ochtend, om 6 uur, uitgeworpen: en omdat onze hut in de punt van de boot naast het anker ligt, konden wij van iedere seconde daarvan genieten en waren wij om 6 uur ‘s-ochtends dus klaarwakker!



Ontbijt is iedere dag om 7 uur (we kregen vandaag na het ontbijt ook onze snorkelspullen voor de rest van de week uitgereikt), en om 8 uur is de eerste landing. Die duurt meestal tot een uur of 10, half 11, wordt vaak gecombineerd met een snorkelpartij vanaf het strand, en vaak komen we daarna nog even terug aan boord voor een drankje en een hapje voordat we “diepzee” gaan snorkelen vanuit de panga’s, tot een uur of half 12 wanneer er nog even tijd is voor een drankje en douchen voor de lunch die altijd om 12 uur is. Dan is het meestal siëstatijd (Hans en ik gaan vaak op het achterdek zitten luieren en typen, waar ik amper tijd voor heb deze vakantie!) tot een uur of half 3, kwart voor 3, waarna er een tweede landing plaatsvindt en we vaak om half 6 al maar uiterlijk om half 7 terug op het schip zijn voor een hapje, een drankje en de briefing van de gids om half 7, vlak voor het avondeten dat altijd om 7 uur is. Tegen de tijd dat het half 9 is zijn we uitgegeten en uitgeteld en we liggen vaak al ruim voor 9 uur in bed!


Espanola Island is het oudste eiland van de groep, niet meer vulkanisch actief, en zo’n 70 miljoen jaar oud volgens mij. Onze eerste landing van vandaag was dus Gardner Bay, waar we een strandwandeling op een mooi wit strand vol met zeeleeuwen gemaakt hebben. Dat is gewoon fantastisch, de interactie tussen die dieren is geweldig… Ze lijken constant te mopperen op elkaar, of te blaten of piepen, op zoek naar elkaar; af en toe niest, hoest of rochelt er eentje als een oude vent, waggelt een kleintje klagelijk roepend van dier naar dier op zoek naar zijn moeder, of besluit eentje om zich bovenop een groep anderen te werpen en zich ertussen te wurmen om dan verder te gaan met zijn dutje… Er wordt wel wat afgesnauwd als eentje te dichtbij komt of zit te zeuren, maar ze vechten nooit – hun belangrijkste activiteiten lijken slapen en spelen te zijn! In de branding, op het strand, met elkaar, alleen of zelfs met mensen en panga’s! Echt prachtig…








































Na de wandeling mochten we snorkelen – vanuit het strand het heldere water inlopen, makkelijk snorkelen dus; en de eerste keer dat we de nieuwe waterdichte camera zouden testen, wat heel vreemd voelde aangezien hij totaal niet lijkt op een “onderwatercamera”! Je doet eerst nog onbewust het ding boven water houden terwijl je met flippers en masker worstelt, onzin natuurlijk… En ik verwachtte half dat hij gelijk zou stoppen als ik hem onder water hield, maar dat viel allemaal gelukkig best mee, je went er al gauw aan dat je onderwater evenveel foto’s en filmpjes kunt maken als boven water! We hadden toestemming om rond een grote rots te zwemmen die voor het strand lag, wat een mooie zwempartij beloofde te zijn; al bijna gelijk zagen we een sting-ray (zo eentje die Steve Irwin te grazen genomen had…) en zeeleeuwen die met ons mee zwommen, en al gauw begonnen we meer en meer vissen te zien. Het zo om die rots zwemmen was heel erg leuk, vooral ook omdat er af en toe een zeeleeuw langs ons schoot – soms veraf, maar soms zo dichtbij dat ik dacht dat het Hans was naast me! Zelfs nog op het allerlaatst, toen we al weer bijna bij het strand waren en konden staan, en ik nog even een visje fotografeerde (en dacht dat Hans nog naast me was); ik wilde iets tegen hem zeggen, maar toen ik opkeek was er geen Hans maar keek ik recht in de snuit van een zeeleeuw! Woeps!






























Toen we weer bij de boot waren stonden ze binnen al klaar met schone handdoeken, een drankje en een hapje, en toen hadden we nog heel even pauze voordat het tijd was voor wat “diepwater snorkelen”, na een korte tocht in de panga’s: we werden tot vlakbij een aantal hoge steile zwarte vulkanische kliffen gebracht, en daar mochten we het prachtige blauwe water in duiken vanaf de panga’s. En al bijna gelijk waren we omringd door tientallen zeeleeuwen die aan het spelen waren in het water! Dit was echt genieten, die prachtige beesten schoten vlak langs, onder, achter en voor je, leken echt met je te willen spelen, of waren met elkaar of alleen aan het spelen; eentje was constant met een steentje aan het spelen – dan liet hij het naar de zeebodem vallen, schoot erachter aan, ving het vlak voordat het de bodem bereikte op en zwom weer naar boven terwijl hij de steen steeds omhoog gooide… Eentje zwom vlak onder Hans door en keek hem echt zo aan dat Hans zich haast afvroeg of hij gewoon wilde kijken of misschien opeens zou happen. Een ander was nieuwsgierig en zwom naar mijn flippers toe, en snuffelde aan de uiteindes. En ondertussen rolde, zwom, gleed, schoot en zweefde om ons heen allerlei anderen zeeleeuwen! Het is ongelofelijk hoe wendbaar ze zijn onder water; we hadden eigenlijk niet geloofd dat we zo dicht bij en tussen die prachtige beesten hebben mogen zwemmen. Echt weer een National Geographic moment…
































We zwommen nog een eindje rond de kliffen, met de zeeleeuwen mee of zij met ons, tot in een kleine grot waar ook weer veel zeeleeuwen aan het spelen waren in het water. We konden er eigenlijk niet genoeg van krijgen en je wist ook eigenlijk niet waar je de camera moest richten want ze schoten overal tussendoor, zaten nu weer aan het wateroppervlakte en dan weer diep onder ons bij de zeebodem… Uiteindelijk was het echter tijd en moesten we weer terug naar de boot. Omdat hij niet zo ver weg van de kliffen voor anker lag, en omdat we bewezen hadden dat we sterke zwemmers waren, mochten Hans en ik van de bemanning van de panga’s naar de boot zwemmen; de rest werd in de panga’s opgepikt. Dat was leuk om te doen maar op het laatst merkte ik toch wel een beetje dat afstanden op zee korter lijken dan ze zijn en dat zelfs een lichte stroming vermoeiend kan zijn! Maar het was een lekkere zwempartij!
















Een van onze medereizigsters had problemen met het feit dat haar 1 gigabyte kaart vol zat en haar 16 gigabyte kaart het niet deed. En we waren eigenlijk nog maar net begonnen met deze reis dus als ze geen foto’s kon maken zou ze heel wat herinneringen later mislopen! Ze was heel aardig maar heel a-technisch, dus ik en Hans boden aan om haar te helpen; uiteindelijk bleek dat haar 16 GB kaart gewoon te groot was voor haar toestelletje – maar omdat ze dezelfde soort kaart had als wij kon ik door de kaarten om te wisselen, haar foto’s via mijn camera op onze laptop zetten en op die manier haar kaart leeggooien. Helaas bedachten we dit pas vlak voor de middaglanding, waardoor ik alleen nog maar de eerste 400 foto’s had kunnen kopiëren en ze handmatig een voor een van het toestel af moest gooien. Dat was dus wel een gek gezicht dat ik aan land was en regelmatig met hoge snelheid foto’s aan het weggooien was. Gelukkig is ze niet zo’n hoge volumefotograaf als wij waardoor ze die middag voorlopig aan honderd foto’s had! Na de middag heb ik de hele kaart kunnen kopiëren en leeggooien, waardoor ze de rest van de vakantie door kon komen; als we thuis zijn sturen we ze per e-mail terug naar haar.


Na een hapje, drankje, een goede douche, de lunch om 12 uur en daarna een siësta (waarin we meestal de foto’s downloaden en de geheugenkaarten leeggooien, en ik probeer een beetje bij te tikken in de verslagen) landde we om 3 uur bij Punta Suarez. Hier was een piertje aangelegd (je kon zien dat de iguana’s vlak na het storten van het beton al erop gelopen hadden…) en het was dus een “droge” landing; wel moesten de panga-bestuurders oppassen voor de zeeleeuwen die op en om de betonnen treden in het water aan het spelen waren! Hans was nauwelijks uit de panga gestapt of hij zag al een schildpad boven water komen – ik stond ondertussen aan wal te genieten van de rode krabben en de zee-iguana’s op de zwarte rotsen van het piertje. Aan land hebben we weer stranden vol zeeleeuwen gezien, en kuddes iguana’s die op en over elkaar lagen – soms wel tientallen op een hoopje. Je moest echt kijken waar je liep want regelmatig lag of liep er een leguaan of hagedis over het pad, of struikelde je half over een boobie! En terwijl je een hoopje van 10 leguanen in de zon voor je stond te fotograferen lagen er achter je in de schaduw misschien wel 30…



























































Na een mooie wandeling kwamen we bij een groot open veld waar een aantal albatrossen aan het nestelen waren. We konden dus best dichtbij komen, om deze prachtige en enorme statige vogels te bekijken. Hun veren zijn heel fijn getekend en hun expressie is erg mooi; de ogen, de snavel en de veren op het hoofd zijn prachtig. Maar ze lijken toch ook wel een beetje op elegante dodo’s, zeker vanaf een afstandje! Een eind verderop was de blowhole (we konden de opspattende mist al van verre voelen), waar de zee enkele meters hoog de lucht in spoot. Er vlogen boven ons niet alleen boobies, meeuwen en fregatvogels, maar ook pelikanen en albatrossen; ze zaten ook vlak bij het pad te nestelen, en toen we weer wegliepen van de blowhole het binnenland in struikelde we er haast over zo veel albatrossen waren het er! Als ze broeden is het vaak de enige keer dat ze langere tijd aan land zijn. Omdat paartjes wel elkaar trouw blijven, maar de vogels vaak alleen de zeeën afstruinen, komen ze elkaar pas weer hier bij het nestelen tegen; en daarom zagen we hoe ze elkaar begroetten met een heel teder welkomstritueel van snavels tegen elkaar aan klepperen en hun enorme vleugels open en weer dicht te vouwen…













































Het was ‘s-avonds na het eten weer vroeg naar bed, het was een lange hete dag geweest en we waren doodmoe!
