15 juni: Rabida Island en Santiago Island (James Bay)

Vandaag was onze laatste volle dag, en dus ook onze laatste snorkeldag aangezien er op de wisseldag niet gesnorkeld wordt. Vanochtend stond het eiland Rabida op het programma, een prachtig baksteenrood zandstrandje en rode en groenige stenen rotsen en kliffen. Maar we kregen eerst nog een korte panga-tocht, want we hebben een tijdje langs de rotsachtige kust gevaren, kijkend naar boobies, zeeleguanen, pelikanen en zeeleeuwen. We zagen duikende boobies, zeeleguanen lui aan het zonnen op rotsen, pelikanen vlak naast ons en de zeeleeuwen spelend in het water.


Eenmaal aan land – een natte landing in het rode zand - zijn we een eindje richting de kliffen gelopen, langs de zeeleeuwen op het strand, die heerlijk lagen te dutten op het warme zand of, zoals de moeders en baby’s, aan het roepen en op zoek naar elkaar als de moeder terugkwam van het vissen. We zagen een paar baby’s die van zeeleeuw naar zeeleeuw waggelde, bij iedereen even snuffelen en mekkeren, op zoek naar hun moeder... Zelfs aan ons werd gesnuffeld! Na deze wandeling liepen we weer terug naar de beginplaats om onszelf klaar te maken voor het snorkelen; er was een slangetje gezien in de bosjes bij onze kleren en snorkelspullen, en op het strand een dode zeeaal lag, waarschijnlijk het slachtoffer geworden van een speelse zeeleeuw.


Het was een gekke gewaarwording om op het rode zandstrandje het water in te gaan; het ondiepe water kleurde namelijk ook baksteenrood vanwege de rode ondergrond! Maar eenmaal dieper in het water werd alles weer blauwgroenig net zoals op andere stranden. We mochten in principe zwemmen tot het einde van de baai, langs de hoge klifwand, maar niet daar voorbij want de stroming is erg sterk; maar er was onderweg meer dan genoeg te zien om ons bezig te houden… Niet alleen vissen (zelfs een paar platvissen, en een bepaalde grote vis die voor zichzelf dansgeultjes in de zeebodem maakte), maar ook duikende boobies en pelikanen, en vooral ook haaien!


Hans was zonder iets te zeggen een heel eind vooruit gezwommen (de klifwand was wel meer dan 500 meter lang) terwijl ik nog wat vissen aan het fotograferen was – hij ging er van uit dat ik hem wel zou volgen, maar ik kon, toen ik klaar was en hem zocht, hem van waaruit ik was niet eens zien; officieel moet je in het water in de buurt van elkaar blijven of in ieder geval weten van elkaar waar je bent... Dus het duurde een tijd voordat ik hem bereikte. Ik had zelf ook geen haast want er was voldoende te zien en ik ging er van uit dat hij wel terug zou zwemmen als hij mij miste. Er zwommen verschillende zeeleeuwen langs mij, waaronder eentje die ver onder mij op de zeebodem langs “cruisde”, en ik zag prachtige vissen, ook grote scholen waar ik middenin terecht kwam. Maar Hans was toen ik bij hem was een eind van de klifwand vandaan; hij had een heuse Galapagos haai gezien! De Nieuw Zeelandse jongen, een beetje gestoord en ernstig haaiengek, had hem geroepen en hij was erop af gezwommen, niet beseffend hoe dicht bij het beest wel niet was... Wel zeker 2.5 meter lang, op zo’n 5 meter afstand zwom hij langs… En dat was heel erg indrukwekkend! Toen ik Hans bereikte zagen we ook nog eens een rifhaai(tje) van ongeveer 1.5 meter lang. Wauw!


‘s-Middags zijn we naar het eiland Santiago gevaren, waar we in James Bay voor anker gingen. Hier zagen we vanuit het schip een dier steeds op dezelfde plek in de baai uit het water duiken; een dolfijn of een zeeleeuw? De Nieuw zeelander dook dus zonder al te veel na te denken het water in en zwom er op af om te kijken – geen kleine zwempartij! Het bleek een zeeleeuw te zijn die op deze manier af wilde koelen; maar blijkbaar stikte het hier ook van de schildpadden dus dat beloofde straks nog een leuke snorkelpartij te worden!


We gingen aan land in een prachtige baai met een strand van gemend zwart (lava) en wit (schelpen) zand en grillige sculpturen van vulkanisch gesteente, gebeeldhouwd door wind en golven. Hier hebben we een hele mooie wandeling gemaakt langs de lavastranden, en het binnenland in. Er lag op een richel van as-lagen, uitgesleten door wind, een grote luie mannetjeszeeleeuw uitgestrekt te slapen. Dus de Amerikaan waar we veel mee omgingen ging er naast liggen in een vergelijkbare houding en er werden foto’s van gemaakt; geen gezicht! Het binnenland was mooi maar het was bloedheet – gelukkig was de wandeling niet al te lang... Er was hier blijkbaar ooit eens een zoutwin bedrijf opgezet om zout uit een aantal zeer zoute meren in het binnenland te winnen, maar ook deze industrie bleek niet economisch haalbaar om naar het vasteland te exporteren en is dus failliet gegaan.


Na een korte wandeling door het snikhete binnenland kwamen we weer op lavastranden uit, waar er prachtige grillige vormen in de ondergrond gesleten waren door lava, stenen en de zee. We zagen er harde lava-lagen bovenop zachte as-lagen en de bizarre landschapsvormen die zee, wind en steen-erosie hiervan gemaakt hadden, diepe gaten en barsten in de dikke lava-lagen, stapels zee-egel stekels, schelpen en lavakiezelstenen vol gaten; en verder zwarte leguanen op de zwarte rotsen en zelfs zwemmend in de zee, rode krabben, duikende pelikanen, en zelfs een paar zeehonden (in feite komen hier vooral zeeleeuwen voor, maar dit is een uitzondering). Het hoogtepunt van de wandeling waren een aantal “lavabruggen” – waar de lava van onderen uit door de zee het binnenland in was uitgesleten, en de plafonds van deze “grotten” deels ingestort waren en alleen een aantal bruggen over poelen van zeewater overbleven. Heel erg mooi, en altijd indrukwekkend wat er door de natuur gemaakt kan worden!


Toen we gingen snorkelen zagen we gelijk al grote scholen vissen waar we in terecht kwamen, en een gekke schelp met een fluorescerende roze slakbeest erin, maar we wilde natuurlijk de zeeschildpadden zien die de Nieuw Zeelander beloofd had, dus daar gingen we naar op zoek! Al gauw vonden we een zeeschildpad die vlak onder ons aan het zeewier grazen was op de rotsen en af en toe lucht ging happen… Wat een prachtig gezicht! We hebben hier wel driekwart van de tijd naar zitten kijken en van genieten; af en toe werden we door golven en stroming zo dicht naar elkaar toe geduwd dat we moeite moesten doen om de zeeschildpad niet aan te raken... En een keer heeft Hans even zijn schild aangeraakt; maar dit was geen probleem, de zeeschildpad trok zich van niets of niemand aan en graasde lekker verder. Een geweldig einde van het snorkelgedeelte van deze reis!


’s-Avonds kregen we een afscheidsmaaltijd; kreeft. We hadden echter gemerkt dat met de tweede helft van de week de huishoudbemanning zoals barman, kok en kamermeid minder vrolijk, geïnteresseerd en vriendelijk geworden waren. Er was dus ook geen (afscheid)cocktail, voor het eerst deze reis! Duidelijk waren er wat onderhuidse spanningen, helaas had dit als resultaat dat de barman/ober met een chagrijnige kop bediende en de kwaliteit en vooral variëteit van het eten de tweede helft van de week veel minder werd... Gelukkig waren de panga-bestuurders, ondanks de grote taalbarrière, wel altijd nog even vrolijk en oplettend op dierenleven als altijd. Na het eten hebben we nog een tijd nagekletst om uiteindelijk redelijk laat (misschien wel half elf) onze spullen te gaan pakken...


free counters